Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

In de praktijk gebracht (7)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In de praktijk gebracht (7)

Interview met Ada de Jong

16 minuten leestijd Arcering uitzetten

Op de meeste roosters staat vaak het vak Zelfstandig Werken vermeld. Dat wordt dan vaak ingevuld met iets afmaken of een extra rekenblok. Echt georganiseerd Zelfstandig Werken doen ze in Arnemuiden. Ada de Jong is daar groepsleerkracht en kan er alles over vertellen.

Kun je iets over jezelf en jouw schoolloopbaan vertellen?
Hendrik-ldo-Ambacht is de plaats waar ik ben geboren en getogen. Mijn eerste kennismaking met school begon op de kleuterschool 'Benjamin', toen nog gescheiden van de basisschool. Vervolgens heb ik zes jaar op de 'Willem de Zwijgerschool' gezeten. Na groep 8 ging ik naar de Guido de Brés in Rotterdam, waar ik na vijf jaar weer vertrok met mijn HAVOdiploma om op pabo 'De Driestar' in Gouda mijn studie te vervolgen. Na een half jaar veel gereis met de trein, metro en bus, heb ik een onderkomen gevonden in de paboflat van Winterdijk. In 1996 begon ik als groepsleerkracht op de 'Joos van Larenschool' in Arnemuiden. Eerst drie maanden groep 5/6, daarna twee jaar groep 3, vervolgens een jaar groep 6/8, het jaar daarop groep 8 en daarna weer groep 5/6, waaraan ik nog steeds lesgeef. Naast het lesgeven in de groep ben ik verantwoordelijk voor een aantal ICTen IB-taken. Sinds vorig schooljaar geef ik elke week een middag computerles aan de groepen 6, 7 en 8. De overige werkzaamheden kan ik onder andere op een ambulante middag uitvoeren. In 1998 ben ik begonnen aan een studie psychologie en om het tempo hiervan zelf te kunnen bepalen, heb ik gekozen voor een studie aan de 'Open Universiteit Nederand'.

Kun je iets over de school in Arnemuiden vertellen ?
Op de Joos van Larenschool zitten ongeveer 120 kinderen, waarvan de meeste uit Arnemuiden en een tiental uit Middelburg komen. W e werken met een jong team van 7 leerkrachten, van wie 2 parttime, 2 onderwijsassistentes en 1 aankomend leerkracht (lio). De lokalen worden bevolkt door respectievelijk groep 0/1/2, 3, 4, 5/6 en 7/8. Eén lokaal is ingericht als computerlokaal en er is een aparte ruimte voor IRT. Omdat er in de groepen tamelijk grote niveauverschillen zijn, is gewerkt aan de opzet van een praktische zorgstructuur waarbij zowel de moeilijk lerende als de vlot lerende leerlingen dat aanbod kunnen krijgen wat zij nodig hebben. Daarin hebben we ook het Zelfstandig Werken willen integreren. Mapje zelfstandig werken en materiaal voor zelfstandig werken. Je bent betrokken bij het project 'Zelfstandig Werken'. Wat houdt dit project in en waarom is jullie school met dit project gestart? Het 'Zelfstandig Werken' houdt in, dat er een manier ontwikkeld is, geïntegreerd in de zorgstructuur van de school, waarbij kinderen van groep 3 t/m 8 zelfstandig aan het werk kunnen, nadat ze de les uit de methode gemaakt hebben. W e hebben geen bloktijd Zelfstandig Werken, maar het gaat er ons om dat de kinderen na de fase 'zelfstandig werken' van de methodeles, verder gaan met zelfstandig werken met de materialen uit de zelfstandig werkkast en achter de computer. Zo heeft de leerkracht tijd om óf (volgens het veelgeprezen Directe Instructiemodel) verlengde instructie te geven aan de moeilijk(er) lerende leerling óf (in geval van combinatiegroepen) alle nodige aandacht te geven aan de andere groep.

Bij het volgen van een nascholing over het Directe Instructiemodel, verzorgd door het KOC, liepen we tegen het volgende probleem aan; Hoe is het geven van verlengde instructie aan kinderen die dit nodig blijken te hebben in een combinatiegroep goed te realiseren? Gezien het groot aantal 'zorgleerlingen' op onze school, die verlengde instructie goed kunnen gebruiken, sprak dit aspect van het Dl-model ons wel aan. Maar hoe is dit in een combinatiegroep zo te organiseren dat de alle kinderen hun rekenof taaltijd nuttig besteden? Want naast de kinderen die veel extra instructie nodig hebben, zitten er ook kinderen in de groep die met weinig instructie aan de slag kunnen en ruimschoots binnen de beschikbare tijd voor rekenen en taal klaar zijn met de les. Dan heb je ook nog de middengroep leerlingen, die aan een duidelijke instructie voldoende heeft, maar meestal toch de benodigde tijd voor rekenen of taal wel nodig heeft. Globaal gezien heb je dan eigenlijk drie niveaugroepen. Als je dan ook nog aan een combinatiegroep lesgeeft, betekent dit dat je met zes verschillende niveaus zit. De beschikbare tijd moet dan ook over die verschillende niveaus verdeeld worden. Het bevordert de goede werksfeer, wanneer de kinderen een zelfstandige leerhouding ontwikkeld hebben en ze ondanks de uitgestelde aandacht toch goed aan het werk blijven met zinvol materiaal. De vraag was, hoe kun je elk kind op het eigen niveau de juiste, bij de leerstof aansluitende, afwisselende, voor de leerkracht weinig werk verschaffende, zelfstandig te maken, extra lesstof aanbieden?
In de orthotheek en in de groepskasten stonden nog veel goede en bruikbare materialen ongebruikt. We hebben toen een opzet gemaakt voor Zelfstandig Werken op onze school. In de ambulante tijd en overige 'vrije' uren, heb ik me bezig gehouden met het inventariseren van de materialen, het opzetten van een doorgaande lijn van groep 3 t/m 8, het opzoeken en bestellen van ontbrekende materialen, het maken van een registratiekaart, enz.. Vooraf hebben we met elkaar besproken wat de voorwaarden moesten zijn voor de materialen die we voor zelfstandig werken zouden gaan gebruiken. Ook wilden we de computer hierbij integreren. En het geheel moest ingebed worden in de zorgstructuur van de school.

Welke doelstellingen / voorwaarden hebben jullie gesteld?
Kinderen moeten niet zomaar beziggehouden worden, maar zinvol aan het werk zijn. We gebruiken alleen materialen, waarbij de leerlingen zelf kunnen nakijken. De materialen moeten in een leerlijn te plaatsen zijn met een oplopende moeilijkheidsgraad per groep. Binnen de leerlijnen moet de mogelijkheid aanwezig zijn dat leerlingen zich verrijken, dat ze versnellen of dat ze verbreden. Dat betekent voor de verschillende vakgebieden meerdere soorten materialen. Het moet zo min mogelijk extra werk opleveren voor de leerkracht. Het klassikale onderwijs moet centraal blijven staan. Zelfstandig werken is slechts een aanvulling. Het zelfstandig werken moet aansluiten bij wat we al doen, o.a. bij de wijze waarop we de zorgstructuur vormgeven. Leerkrachten moeten het zien zitten, ze moeten het kunnen overzien en ze moeten begeleiding kunnen krijgen bij de invoering en de uitvoering.

Welke vakgebieden komen tijdens zelfstandig werken vooral aan de orde?
Het gaat met name om de vakgebieden rekenen en taal. Taal is dan weer opgesplitst in Spelling, Begrijpend Lezen en Taakwerk. Voor de vakgebieden Aardrijkskunde, Verkeer en Engels zijn er ook een aantal materialen in het Zelfstandig Werken opgenomen.

Kun je omschrijven wat er allemaal gebeurt tijdens het zelfstandig werken?

Voorbereidend werk voor de leerkracht:
Elke leerling krijgt aan het begin van het jaar een mapje met daarin een stickerkaart, een hulpkaart en de registratiekaart. Voor elke leerling wordt door de leerkracht bepaald in welke categorie leerlingen hij of zij valt. W e onderscheiden in de klas eigenlijk drie groepen leerlingen. De leerlingen die veel extra instructie nodig hebben (de zorgleerlingen), leerlingen die extra werk aankunnen (de plusleerlingen) en de middengroep. Voor elke leerling geven we in het mapje in kleur aan, waar de leerling aan mag/ moet werken, wanneer hij/zij klaar is met een rekenof taalles. Het materiaal voor de zorgleerling (oefenstof/herhaling) wordt geel gekleurd, het materiaal voor de plusleerling krijgt de kleur groen (verbredend en verdiepend materiaal) en bij de middengroep wordt niets gekleurd.

Stickerkaart:
Op de stickerkaart staan 50 vakjes in het formaat van een sticker met daarin het nummer van de week (week 1 t/m 42) en de kleur van die week. Na elke vijf weken is er een extra vakje. W e werken namelijk in een cyclus van 5 weken (gelijk oplopend met taal Tong en Teken). Elke van die vijf weken kleuren de kinderen de gedane taken in een andere kleur. Dit is voor de leerkracht handig, om in één oogopslag te zien of er in die week zelfstandig gewerkt is. Is er vijf weken goed gewerkt dan krijgt de leerling een extra sticker. Dan beginnen we weer opnieuw aan een cyclus van 5 weken. Elke vrijdag worden de mapjes nagekeken en de kinderen die genoeg gedaan hebben, krijgen een sticker. Dit doen bij ons op school goed geïnstrueerde leerlingen. De mapjes van de kinderen zonder sticker houdt de leerkracht bij zich en maandag worden deze kort besproken.

Hulpkaart:
Op de hulpkaart Zelfstandig Werken staat voor de leerling een duidelijke omschrijving van de werkwijze. Het is de bedoeling, dat wanneer een kind de les gemaakt heeft, het verder gaat met zelfstandig werken. Na een rekenles met zelfstandig rekenen, na een spellingles met spelling, na een begrijpend leesles met begrijpend lezen en na taakwerk taal met zelfstandig taakwerk. De leerling weet welke materialen bij welk vakgebied horen, daar de registratiekaart voor zelfstandig werken onderverdeeld is in de genoemde vakgebieden.

Registratiekaart:
Op de registratiekaart staan de aanwezige materialen geordend per vakgebied en oplopend in moeilijkheidsgraad. Achter het soort materiaal staan de nummers van de taken. Het is de bedoeling dat de kinderen nadat ze een taak gemaakt hebben, in het hokje wat erbij hoort een schuine streep zetten (in de goede kleur). Er worden 5 taken achter elkaar gemaakt. Dan mag de leerling de taken nakijken met het antwoordenboekje. Het aantal fouten wordt onder de les gezet. Wanneer dit gebeurd is, maakt hij van de schuine streep een kruisje. Aan het eind van de morgen/dag, levert hij het gemaakte en nagekeken werk in. De leerkracht kijkt het na en geeft het schrift de volgende dag terug. De leerling kleurt de vakjes dan helemaal dicht.

Algemene werkwijze concreet:
Wanneer bijvoorbeeld Pieter Plus (plusleerling) de rekenles klaar heeft, pakt hij zijn 'Zelfstandig werkmapje', kijkt onder Rekenen, wat hij mag/moet doen en gaat vervolgens verder met zelfstandig rekenen. Hij maakt een taak, zet in het daarvoor bestemde hokje (van die taak) een schuine streep in de kleur van die week, en maakt vervolgens de volgende taak. Nadat Pieter Plus vijf taken heeft gemaakt, loopt hij naar de kast, pakt het nakijkboekje en kijkt op z'n eigen plaats de vijf taken na. Wanneer de taken goed gemaakt zijn, maakt hij van de schuine streep een kruisje. Aan het eind van de dag legt hij zijn schrift op de daarvoor bestemde plaats. De volgende dag krijgt hij het schrift terug, met cijfers voor de gemaakte lessen. Pieter Plus pakt tijdens met materiaal dat bovenaan de registratiekaart staat en werken dan met materiaal oplopend in moeilijkheidsgraad. De zorgleerlingen werken aan de door de leerkracht groengekleurde materialen. Zo is de werkwijze ook voor spelling, begrijpend lezen en taakwerk.

Werkwijze plusleerling:
Deze leerlingen hebben een plusplan, wat inhoudt dat ze opletten tijdens de instructie, maar vervolgens zelfstandig de les maken en doorgaan met zelfstandig werken.

Werkwijze middengroep leerlingen:
Deze leerlingen doen mee met de uitgebreidere instructie, indien nodig, maken vervolgens de les zelfstandig en gaan door met zelfstandig werken.

Werkwijze zorgleerlingen:
Deze leerlingen doen mee met de uitgebreidere instructie en krijgen, indien nodig, verlengde instructie. Wanneer ze de basisstof kunnen, werken ze nog enige tijd zelfstandig en gaan dan door met zelfstandig werken. In de praktijk komen deze kinderen niet zo vaak toe aan het zelfstandig werken tijdens de beschikbare tijd. Toch is het de bedoeling dat ze aan bepaald oefenmateriaal werken (bijvoorbeeld 'Dictee op de computer'). Met de leerling wordt een moment afgesproken, waarop hij dit doet.

De werkwijze met de computer:
In het mapje van zelfstandig werken zit zowel een registratiekaart voor de materialen uit de kast als voor de computer. De computerprogramma's (Hoofdwerk, Flits, Dictee en Geobas) staan op de registratiekaart met daarachter de nummers van de oefeningen, leder kind krijgt aan het begin van de week 5 blokjes. Voor elk blokje mag de leerling 10 minuten achter de computer tijdens een zelfstandige les. Dus nadat de leerkracht de instructie heeft gegeven, gaan de kinderen (op volgorde van zitplaats) om de beurt 10 minuten achter de computer. De tijd kunnen ze zelf bewaken op een digitale klok bij de computer. Bij de computer staat ook een kleurdoos zodat ze de gedane oefeningen direct kunnen inkleuren. Ook hierbij geldt het weer, dat tijdens een rekenles gerekend wordt (Hoofdwerk) en tijdens een taalles doen de kinderen op de computer ook taal (Flits). Aan het eind van de week moeten alle blokjes op zijn. Lukt dit niet, dan moet de leerling toch proberen dit blokje om te zetten in computertijd door bijvoorbeeld een keer na schooltijd of in een pauze 10 minuten achter de computer te gaan. Eén keer per maand draait de leerkracht de door de computerprogramma's gemaakte rapporten uit en bespreekt die met de leerlingen. Hoe ervaren de kinderen het zelfstandig werken ? De meeste kinderen vinden het prettig om zelfstandig te werken. De zorgleerlingen komen minder aan zelfstandig werken toe, omdat zij meer tijd nodig hebben om de rekenen taalles af te krijgen. Met name de middengroep en de plusleerlingen werken met plezier aan het zelfstandig werken. Het systeem met de stickerkaart werkt motiverend voor veel kinderen om elke week weer genoeg te doen. Om in aanmerking te komen voor een sticker wordt van plusleerlingen uiteraard meer verwacht dan van de zorgleerlingen. Voor deze groep wordt een hoeveelheid taken per week afgesproken.

Kun je merken dat kinderen minder vragen en meer zelf uitzoeken ?
Het is fijn om te merken, dat kinderen geruisloos overgaan van de rekenles uit Pluspunt naar Zelfstandig rekenen. Ze werken door, zonder vragen te stellen. Dit proces kost echter wel tijd. Het vraagt om inoefening. Wanneer je net met het zelfstandig werken begonnen bent in een groep, is er nog weieens wat te vragen. Maar het is dan goed om in het begin elke dag en later elke week een moment te hebben, waarop je met de kinderen het Zelfstandig Werken bespreekt. Het zou interessant zijn om na te gaan of de zelfstandigheid van kinderen doorwerkt in andere omstandigheden. Dit is nog niet altijd te merken. Je merkt dat het wel nodig is om het zelfstandig werken te bewaken en te stimuleren. Ze vertonen wel meer zelfstandigheid in het werken nadat ze klaar zijn met een rekenof taalles. Je hoeft ze niet aan het werk te zetten, geen vragen te beantwoorden, niet na te kijken, want dit doen ze zelf. Kinderen weten beter hoe ze om moeten gaan met uitgestelde aandacht. Ze blijven niet met hun vinger in de lucht zitten, terwijl je in de andere groep bezig bent.

Hoe ervaren de leerkrachten het?
Allereerst is het van belang leerkrachten bij het proces te betrekken door op vergaderingen het onderwerp regelmatig aan de orde te stellen. Vervolgens is een duidelijke uitleg nodig hoe het systeem werkt. Dan lijkt het voor sommige leerkrachten nog wel een heel karwei om het in de praktijk te gaan toepassen. Toch blijkt na verloop van tijd, dat leerkrachten er goed mee kunnen werken en er plezier in krijgen. Het haalt werk uit handen van de leerkracht. Je hoeft namelijk niet voor elke rekenen taalles voor een extraatje te zorgen, want dat ligt voor een jaar of jaren in de kast. Het nakijken kost hoegenaamd geen tijd. Kinderen kijken zelf na en zetten het aantal fout onder de les. De leerkracht hoeft alleen het cijfer te zetten en eventueel een sticker te plakken. Op den duur hebben sommige kinderen de materialen doorgewerkt en vragen leerkrachten om meer materiaal. De ervaring op onze school is overwegend positief. Wanneer het Zelfstandig Werken in groep 3 goed wordt aangeleerd, werken de kinderen er automatisch mee door in de groepen 4 t/m 8. Vanwege de doorgaande lijn, is de werkwijze voor de kinderen duidelijk. Dat is voor leerkrachten ook prettig werken.

Zijn jullie nog tegen bepaalde knelpunten aangelopen?
In groep 3 was de registratiekaart niet zelfstandig bruikbaar, vanwege het feit dat de kinderen nog niet kunnen lezen. Deze registratiekaart hebben we voorzien van tekeningetjes die ook op het materiaal terug te vinden zijn. Zo is de registratiekaart door kinderen die nog niet (goed) kunnen lezen ook goed te gebruiken. Verder is het voor groep 3 wat moeilijker om bruikbaar materiaal te vinden waarbij niet gelezen hoeft te worden. Daarbij hebben deze kinderen nog wel veel moeite met zelfstandig werken. Dit vraagt van de leerkracht van groep 3 wat extra inspanning en doorzettingsvermogen. Je zou het dan echter ook in groepjes van 2 kinderen kunnen aanleren en zo uitbreiden naar meer kinderen. Kinderen die het dan goed begrijpen kunnen andere kinderen helpen om zelfstandig te werken. Een ander knelpunt is het vinden van verantwoorde materialen voor begrijpend lezen. Sommige materialen moeten eerst worden aangepast.

Zijn er speciale opleidingen of cursussen gevolgd over dit onderwerp?
Er zijn geen speciale cursussen gevolgd over dit onderwerp. Samen met de directeur hebben we nagedacht over een praktisch uitvoerbare opzet, die binnen onze school zou passen. Verder heb ik een aantal richtlijnen over Zelfstandig Werken nagelezen van het KOC en in het boek 'Effectieve instructie en doelmatig klassemanagement' van S. Veenman e.a. Voor goede materialen heb ik 'Hoogbegaafde kinderen kunnen meer' van drs. Sylvia Drent geraadpleegd. Verder is het eigenlijk uit de praktijk geboren en opgebouwd. Samen met collegae erover nadenkend kwamen we elke keer een stukje verder. Hoe bouw je de registratiekaart op? Hoe houd je als leerkracht het overzicht? Hoe gebruiken we de computer erbij? Wat werkt voor iedereen prettig? enz.

Welk advies kun je leerkrachten geven voor wat betreft het zelfstandig werken op de basisschool? 
Z
elfstandig werken in de groep.  Zorg voor een doorgaande lijn van groep (2) 3 t/m 8. Zowel wat werkwijze betreft als wat de leerstof van het zelfstandig werken betreft. Zorg voor een manier die voor de leerkracht weinig extra werk(tijd) kost. Zorg voor een manier die geïntegreerd is in de zorgstructuur van de school. Integreer ook het gebruik van de computer in de klas in het zelfstandig werken. Zorg voor duidelijke afspraken en regels naar de kinderen toe.

Heb je nog een slotopmerking?
Elke situatie is op elke school weer verschillend. Alhoewel het zelfstandig werken op onze school naar tevredenheid werkt, wil dat niet zeggen, dat het voor alle scholen een goed systeem is. Het kan zijn dat we in de loop van de tijd tegen nadelen aanlopen die we nu nog niet overzien. Ook kunnen we in het tijdsbestek van anderhalf jaar nog niet merken in hoeverre het de leerresultaten van kinderen beïnvloedt. Maar, zeker voor combinatiegroepen, is het bij ons een goed werkbare manier gebleken, om de kinderen een afwisselend geheel van verbredend en verdiepend materiaal aan te bieden. En verder, ook bij ons is het zelfstandig werken nog niet 'af'. W e willen in de toekomst ook de materialen van groep 2 aan de registratiekaart koppelen, geordend volgens het ontwikkelingsvolgmodel van Memelink.

Ada, hartelijk bedankt voor de duidelijke informatie die je verstrekt hebt. Andere scholen kunnen er hun voordeel mee doen. Veel succes verder, ook bij de studie!

Dit artikel werd u aangeboden door: KOC Visie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 maart 2003

Criterium | 52 Pagina's

In de praktijk gebracht (7)

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 maart 2003

Criterium | 52 Pagina's