Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Burgerschap

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Burgerschap

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Veel scholen weten zich geen raad met de verplichting om aandacht te geven aan burgerschap. Dat stelt de Onderwijsraad in haar advies Verder met burgerschap in het onderwijs dat recent verscheen. Eerder dit jaar bleek al uit een internationaal onderzoek dat Nederlandse scholieren de kennis en vaardigheden die nodig zijn voor volwaardig burgerschap onvoldoende onder de knie hebben.

Onderwijsraad
Sinds 2006 zijn scholen wettelijk verplicht burgerschapsvorming in het onderwijsprogramma op te nemen. De Onderwijsraad vindt dat deze verplichting op veel scholen onvoldoende gestalte krijgt. Oorzaak daarvan is volgens de raad dat onvoldoende duidelijk is wat burgerschap inhoudt en dat scholen onvoldoende steun krijgen bij de uitwerking van hun opdracht.
De kern van het burgerschapsonderwijs is volgens de Onderwijsraad het leren functioneren in een democratische samenleving. Deze inhoudelijke kern van burgerschapsvorming moet naar de mening van de raad helderder worden omschreven. Dat geeft scholen houvast.
Het gaat erom dat leerlingen weten wat een rechtsstaat is en wat democratisch burgerschap inhoudt: luisteren naar elkaar, consensus bereiken, omgaan met conflicten, verantwoordelijkheid dragen. De Onderwijsraad adviseert de minister van Onderwijs ervoor te zorgen dat leerstof wordt ontwikkeld. De raad vindt wel dat scholen vrij moeten zijn om te bepalen hoe ze vormgeving aan burgerschapsvorming op school.

Praktijk
Naar aanleiding dat het rapport van de Onderwijsraad stond in het dagblad Trouw een interview met de interim-directeur van een openbare basisschool in Utrecht-Overvecht. Deze school besteedt al meer dan tien jaar aandacht aan burgerschapsvorming.
Hoe doet de school dat? Elke week staat er per week voor alle groepen één les op het rooster over ‘positief met elkaar omgaan’. Die lessen gaan onder meer over ‘hoe leerlingen conflicten kunnen oplossen’ of over ‘hoe ze omgaan met verschillen’. Verder wordt er een keer per twee weken in elke groep een groepsvergadering gehouden over alles wat er in de klas aan de hand is. Daar kan dan bijvoorbeeld worden gesproken over vragen als: ‘Hoe houden we het rustig op de gang?’ ‘Of hoe richten we het plein in?’ Tijdens de groepsvergaderingen worden hierover afspraken gemaakt. De directeur van de Utrechtse school is over deze vergaderingen erg te spreken. ‘Zo leren kinderen al vanaf groep 3 wat bijvoorbeeld een voorzitter is of een notulist.’ Ook leren kinderen in deze vergaderingen dat ze niet altijd hun zin kunnen krijgen. Volgens de directeur zijn er hierdoor minder conflicten tussen kinderen en is er veel meer rust in de school. De school in Overvecht werkt nu ook mee aan de zogeheten ‘vreedzame kinderraad’. In deze raad denken de kinderen met elkaar na hoe ze problemen in de buurt kunnen aanpakken. Een van de acties die daaruit is voortgekomen is een schoonmaakactie tegen zwerfvuil in de buurt.

Uit het rapport van de Onderwijsraad en het genoemde internationale onderzoek blijkt niet of de aandacht voor burgerschap ook op onze scholen tekort schiet. In 2007 organiseerde het Ds. G.H. Kerstencentrum een studiedag over burgerschapsvorming. Er is dus materiaal beschikbaar dat de scholen kunnen gebruiken. De Onderwijsraad wijst nog op het belang van een systematische kennisopbouw. Om daaraan tegemoet te komen zou ook voor onze basisscholen een integrale leerlijn over burgerschapvorming kunnen worden ontwikkeld.

Burger van twee werelden
Het is belangrijk dat kinderen leren hoe te functioneren in een democratische samenleving. Scholen moeten wel vrij zijn hoe ze invulling geven aan deze wettelijke opdracht. Christelijke scholen zullen de vraag ‘hoe mensen met elkaar behoren om te gaan’ vooral funderen vanuit het Bijbelse gebod tot naastenliefde.
Dat christenen een verantwoordelijkheid hebben voor de inrichting van de samenleving, vloeit voort uit de Bijbelse opdracht om de aarde te bouwen en te bewaren. Maar in het christelijk onderwijs mag ook niet worden verzwegen dat we hier geen blijvende stad hebben. Christenen zijn als het goed is burgers van twee werelden: aardse burgers en hemelburgers. Net als de apostel Paulus Romeins staatsburger was en tegelijkertijd burger van een hemels koninkrijk (Fil. 3: 20). Het is nodig door genade het vreemdelingschap te leren beoefenen. Vreemdelingschap wil niet zeggen dat we ons terugtrekken uit de wereld, maar dat we een afkeer hebben van de zonde en daaraan niet mee willen doen. Een bekende uitdrukking is: wel in de wereld, maar niet van de wereld. Zo kunnen christenen door hun burgerschap op aarde een lichtend licht zijn en een zoutend zout!

Dit artikel werd u aangeboden door: KOC Visie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 2012

Criterium | 40 Pagina's

Burgerschap

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 oktober 2012

Criterium | 40 Pagina's