Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

‘Onderwijs 2032’ en ruimte voor identiteitsgebonden onderwijs

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

‘Onderwijs 2032’ en ruimte voor identiteitsgebonden onderwijs

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hebben wij straks nog de vrijheid om het onderwijs te kunnen geven, zoals we nu doen? Er zijn de afgelopen tijd allerlei plannen gemaakt voor het richtingvrij plannen. Het platform Onderwijs2032 onder leiding van Paul Schnabel, is daar al langere tijd mee bezig. Het was het thema van de KLS-najaarsvergadering van 6 november jl.

De avond werd begonnen met een overdenking over de vier jongelingen Daniel, Hananja, Misael en Azarja die als bannelingen waren weggevoerd. Hun namen moesten worden veranderd. De koning wou dat ze hun afkomst zouden vergeten. Op deze manier konden ze een mooie positie krijgen binnen het Babylonische Rijk. De koning bepaalde echter niet alleen hoe ze moesten heten, maar ook wat ze moesten eten. Toch deden de vier jongelingen geen water bij de wijn. Ze gingen echter ook niet dwarsliggen. Ze handelden naar hun eer en geweten. Ze mochten niet buigen voor de heidense afgoden. Daarin zijn ze dan ook niet beschaamd uitgekomen. Vanuit deze geschiedenis kunnen we lijnen trekken naar onze huidige onderwijssituatie. Houden wij onze vrijheid? Het zou er om kunnen gaan spannen. We moeten echter vasthouden aan het oude en vertrouwde, omdat Gods Woord ons dat zegt. De Heere geve daarin wat nodig is. Laten we echter onthouden: bij alles wat verandert, God blijft Dezelfde".

Dr. R. Bisschop geeft een reactie op het onderwijsbeleid van staatssecretaris Sander Dekker en het rapport ‘Onderwijs 2032’. Het onderwijs moet meer eigentijds gemaakt worden. Het onderwijs moet vernieuwd en verbeterd worden voor leerlingen die in 2032 zullen afstuderen. Ook onze kennis verouderd namelijk. Als ik vergelijk wat ik moest leren met wat de leerlingen nu moeten kunnen en kennen, dan zie ik een enorme verschuiving. En dat is niet verkeerd. Sterker nog: ik geloof dat het een goede ontwikkeling is geweest. Daarom moeten we ons ook nu niet afkeren tegen heroriëntatie met betrekking tot ons onderwijs. We moeten ons de vragen stellen: Wat is belangrijk? Hoe bepaal je wat belangrijk is? Waar moet het aan voldoen? Wat zijn de hoofdlijnen?

“Onderwijs2032” wordt momenteel ingedeeld in de volgende vaardigheden:

- Taalvaardigheid

- Rekenvaardigheid

- Digitale vaardigheid

- Sociale vaardigheid

Deze vaardigheden kunnen worden aangeleerd binnen de volgende domeinen:

- Natuur en technologie

- Mens en maatschappij

- Taal en cultuur

Daarbij is belangrijk dat leerlingen leren hoe ze moeten leren, maken en creëren, samenwerken, denken en doen. Vanaf groep 1 moeten de kinderen bijvoorbeeld Engels leren. Ook moeten leerlingen leren programmeren op de basisschool. Dat hoort dan bij digitale vaardigheden. De kennis en vaardigheden moeten in drie dagen worden aangeboden. De twee overige dagen moeten dan een andere invulling krijgen, naar eigen keuze van de scholen, met inachtneming van de genoemde vaardigheden en domeinen. In dit onderwijs zal veel aandacht gegeven worden aan gedifferentieerd leren en gepersonaliseerd leren. Hoewel er positieve vernieuwingen aanstaande zijn, wil ik hier ook graag drie kritische aandachtspunten neerleggen:

1. Waar blijft de vorming van de docent als identificatiefiguur en cultuurdrager bij het gepersonaliseerd leren? Ik vind dat de positie van de docent om verdere doordenking vraagt.

2. We zien in “Onderwijs2032” een ernstige vorm van utilitarisme: het moet functioneel zijn voor het hier en nu. Het moet nuttig zijn en het geluk van mensen in het hier en nu verhogen. Mijn persoonlijke mening is echter dat de leerstof niet perse alleen maar nuttig hoeft te zijn. Sommige kennis moet je gewoon hebben, zoals bijvoorbeeld het lezen van boeken uit de literatuurlijst.

3. Ook wil ik graag aandacht voor de levensbeschouwelijke vorm van onderwijs. Onderwijs is méér dan alleen het overdragen van kennis en aanleren van vaardigheden. Het vormt het hart en de mens. Onderwijs kan nooit neutraal zijn. Tot nu toe heeft het Reformatorisch Onderwijs gelukkig ook altijd gelegenheid gekregen om de eigen identiteit uit en over te dragen. Morele vorming is namelijk van essentieel belang. Er moet gewetensvorming in ons onderwijs aanwezig zijn. Dat zijn wij ons bewust, maar tegelijkertijd zou dat nog meer accent kunnen krijgen.


Waar blijft de vorming van de docent als identificatiefiguur en cultuurdrager bij het gepersonaliseerd leren?


Naast de kaders, die de overheid stelt, zullen scholen ook allerlei eigen keuzes maken. Ik roep op om daarin ook heel open en transparant te zijn richting onze overheid. We kunnen daarin leren van de vier jongelingen, over wie de voorzitter deze avond opende. Zij waren open, eerlijk en transparant. Dat moet ook onze houding zijn: Kom maar kijken bij ons. Zo doen wij het. Bisschop rekende af met de opvatting van dr. Van Schie dat alle openbare scholen bekostigd zouden moeten worden. “Alsof je onderwijs kunt geven zonder levensbeschouwelijke grondslag”.

De tweede bijdrage van de avond was van drs. K.C.J. Straus , kamerlid voor de VVD. Artikel 23 van de Grondwet bestaat bijna 100 jaar. Bijna 100 jaar hebben we in ons land vrijheid van onderwijs. Binnen de partij van de liberalen was en is nog steeds veel discussie over artikel 23. Een deel van de liberalen vindt dat godsdienst een privézaak is en dus geen publieke zaak. Volgens hen is het dan ook niet terecht dat godsdienstig onderwijs van overheidswege wordt bekostigd. Zij zien dan ook het liefst dat artikel 23 wordt afgeschaft. Dit is onder andere de opvatting van dr. Patrick van Schie, directeur van de TeldersStichting (de wetenschappelijke denktank van de VVD). We hoeven artikel 23 van de Grondwet echter niet af te schaffen. Nee, juist dit artikel van de Grondwet heeft veel goeds gebracht. Afschaffing van artikel 23 zou kunnen betekenen dat we staatsonderwijs krijgen. Die kant moeten we zeker niet op.

Niet alleen de verschillende religies waren destijds gelukkig met artikel 23, ook allerlei verschillende pedagogische stromingen hebben hun kans waargenomen om aan invloed te winnen. We hebben aan dit artikel van de Grondwet een kleurrijk pallet van verschillende pedagogische aspecten te danken. Voor ieder wat wils, zo is het nu. Dat is iets wat een liberaal graag wil.

We zien binnen de religieuze stromingen echter ook grote verschillen. Met zorg volgen we de ontwikkelingen rondom de Islamitische scholen. Ook zij kunnen bestaan dankzij artikel 23. Straus bekende nog geen oplossing te hebben voor “kwalijke zaken”, die zich in het onderwijs voordoen. “Ik ben ervan overtuigd dat reformatorische scholen hun leerlingen goed willen voorbereiden op de samenleving, maar ik weet niet of alle levensbeschouwelijke scholen dat willen”. Religieuze scholen, waaronder Reformatorische scholen, worden opgeroepen om mee te denken in deze problematiek.

Er is momenteel een vernieuwing nodig. Daarom hoeft artikel 23 niet afgeschaft te worden, maar we moeten het onderwijs wel moderniseren, omdat pluriformiteit in de samenleving nu anders is dan 100 jaar geleden. Anno 2015 staat artikel 23 namelijk in een heel ander daglicht dan 100 jaar geleden. We moeten oppassen voor versnippering of nieuwe uitwas in ons onderwijs. Pluriformiteit mag, maar het moet wel aan bepaalde voorwaarden voldoen. De roep om onderwijs te professionaliseren is groot. Werkgevers vinden onderwijs onvoldoende aansluiten op arbeidsmarkt, ouders klagen over wat de kinderen moeten leren en kinderen worden volgens henzelf te weinig uitgedaagd op school. Bij de huidige onderwijsvernieuwingen gaat het om het creëren van draagvlak en herkenning. Dan spreken we over 100 jaar nog steeds positief over artikel 23 van de Nederlandse Grondwet.

De forumdiscussie werd geleid door dr. B.J. Spruyt. We laten enkele opvallende uitspraken van de beide politici uit de forumbespreking volgen.

Straus: Door genoemde onderwijsvernieuwing zal ongetwijfeld de rol van de leraar wel veranderen, maar niet verdwijnen. De leraar is en blijft onverminderd belangrijk. De leerkracht blijft zorg dragen voor de vorming van de leerlingen.

Bisschop: Ook feitenkennis blijft belangrijk, hoewel tegen het licht moet worden gehouden welke feiten belangrijk zijn.

Straus: Momenteel hebben we nog een handjevol zwakke scholen. Dat moeten we zo houden. Echter, op veel scholen ligt het schoolplan in de la van het bureau van de directeur. Het schoolplan zou als een Bijbel moeten zijn voor de school. Daarin staat namelijk wat de school goed onderwijs vindt. Daarin staat ook hoe dat onderwijs verantwoord kan worden richting overheid en de inspectie.

Straus: Te vaak wordt er gezegd: we volgen de methode, dat is veilig. Daardoor herkennen leraren zich na verloop van tijd niet meer in hun eigen lessen. Ze zijn het lijdend voorwerp van hun methoden geworden, bij gebrek aan een goede visie over onderwijs. We hopen dat door deze onderwijsvernieuwing leraren met meer overtuiging les gaan geven.

Bisschop: We moeten van opbrengstgericht onderwijs naar visiegedreven onderwijs.

Dit artikel werd u aangeboden door: KOC Visie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 februari 2016

Criterium | 36 Pagina's

‘Onderwijs 2032’ en ruimte voor identiteitsgebonden onderwijs

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 februari 2016

Criterium | 36 Pagina's