Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Puriteinen over vader en moeder in de opvoeding

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Puriteinen over vader en moeder in de opvoeding

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Passend bij het thema van dit nummer zijn twee fragmenten geselecteerd waarin oudvaders schrijven over de taak van de vader en de moeder in het gezin.

De vader en het gezinsgebed

door Mathew Henry

U moet niet alleen als profeet in uw gezin onderwijzen, maar hen ook als priester voorgaan in het doen van geestelijke offeranden, dat is gebed en lofprijzing. Ook hierin moet u gaan in de voetstappen van de gelovige Abraham. U zult tot zijn kinderen behoren, als u zó doet. U moet niet alleen, net als hij, uw huisgenoten onderwijzen, maar ook met hem ‘den Naam des HEEREN, des eeuwigen Gods’ aanroepen (Gen. 21:33). Overal waar hij zijn tent opzette, bouwde hij de Heere een altaar (Gen. 12:7,8; 13:4,18). Hij had zich nog nergens voorgoed gevestigd, maar was een vreemdeling en bijwoner. Hij had jaloerse en afgunstige buren, want de Kanaänieten en de Ferezieten woonden toen in dat land (Gen. 13:7). Maar waar Abraham een tent had, had God een altaar en hijzelf diende bij dat altaar. Hierin heeft hij ons een voorbeeld nagelaten.

Gezinnen hebben veel boodschappen aan de troon der genade, die hun elke dag aanleiding geven voor het huiselijk gebed. Boodschappen die beter niet in uw persoonlijk gebed of in het openbaar gebed overgebracht kunnen worden, maar het best door het gezin gezamenlijk, terwijl er geen andere gezinnen bij zijn. En het is goed als zij die de anderen voorgaan in het huiselijk gebed, gewoonlijk vooral ingaan op de zorgen van hen die als gezinsleden daaraan deelnemen. Dan is het inderdaad een ‘gezinsgebed’, dat niet alleen wordt opgezonden in en door het gezin, maar daarop ook betrekking heeft. Hierbij en bij andere godsdienstoefeningen zouden we moeten proberen om niet zomaar iets te zeggen, maar iets wat terzake doet.

U zou vooral vijf zaken op uw hart moeten hebben tijdens het huiselijk gebed. Probeer om elk daarvan, meer of minder, een plaats te geven in elk gebed met uw gezin.

1. Erken als gezin uw afhankelijkheid van God en Zijn voorzienigheid. Bij alle godsdienstoefeningen gaat het er vooral m dat we ‘de HEERE de eer Zijns Naams’ geven (Ps. 96:8). Dit moeten we ook doen in ons huiselijk gebed. (…)

2. Belijd uw zonden voor God, de zonden waaraan u zich als gezin schuldig hebt gemaakt. (…)

3. Dank God samen als gezin voor de zegeningen die u en uw gezin van God ontvangen. (…)

4. Bid samen met uw gezin om de barmhartigheid en genade die u als gezin nodig hebt.. (…)

5. Bid met uw gezin ook voor anderen. Er zijn andere gezinnen waaraan u verwant bent of gezinnen bij wie u als buren, vrienden of kennissen betrokken bent. Deze gezinnen moet u in uw gebeden aan de genade van God bevelen. (…)

Kort gezegd, laten we naar de volgende regel handelen bij onze huisgodsdienst: alles wat voor ons een bron van zorg is, moet ook stof voor ons gebed zijn. Laten we geen zorg toelaten, die we niet in het gebed voor God kunnen neerleggen. Alles wat stof tot vreugde is, moet ook de stof van ons dankgebed zijn. Laten we ons hart niet geven aan al die vreugden die ons niet bewegen tot de plicht om God te loven.

Dit gedeelte is genomen uit: Mathew Henry, Een huis voor de Heere, Huisgodsdienst in de praktijk, Uitgeverij de Banier, 2009.

De voornaamste verantwoordelijkheid van een moeder

door Thomas Boston

Wanneer ouders niet voor hun kinderen zorgen, dan zijn ze erger dan de beesten. Wanneer ouders hun kinderen geen burgerlijke fatsoensnormen bijbrengen, dan zijn ze erger dan de heidenen. Maar wanneer ouders geen godsdienstig onderwijs geven, wat doen ze dan meer aan de opvoeding als beschaafde heidenen? Wanneer God u een kind geeft, dan zegt Hij, zoals Farao's dochter tegen Mozes' moeder: ‘…Neem dit knechtje heen en zoog het mij…’ (Ex. 2: 9). Hoewel wij ouders zijn naar het vlees, moeten we uiterst zorgvuldig omgaan met de kinderzielen. Doen we dat niet, dan ruïneren we onze kinderen.

Moeders behoren hun kinderen te instrueren in de principes van het christelijk geloof. Ze moeten wanneer hun kinderen tot hun verstand zullen gekomen zijn en kunnen communiceren, zaden van godsvreze in hun harten zaaien (Deut. 6: 6 en 7). Aan deze vorm van vroeg godsdienstig onderwijs heeft God Zijn zegen willen verbinden (1 Kon. 18: 3 en 12). Dit onderwijzen is dus niet alleen een plicht van vaders (Spreuken 4: 3+4), maar ook van moeders, die veel in de nabijheid van het jonge kind verkeren en daardoor zaken van godsdienstig belang met de kinderen kunnen delen. Salomo had niet alleen onderwijs van zijn vader, maar werd ook onderwezen door de profetie1 van zijn moeder (Spreuken 31: 1 en 1: 8). De moeders moeten er werk van maken dat de kinderen bekend worden met de Schriften, met dat doel dat ze gelezen zullen worden (2 Tim. 3: 15). Laat het (voor)lezen van hoofdstukken uit Gods Woord een onderdeel van de dagelijkse taken zijn. Laat kinderen de Bijbel zo lezen dat ze bekend worden met de geboden en inzettingen des Heeren, maar ook met de geschiedenissen. Verplicht de kinderen hun catechismus te leren, onderwijs hen hierin naar uw vermogen. Het makkelijkst voor de kinderen is onderwijs middels vragen en antwoorden.

Wanneer de kinderen u vragen stellen over geestelijke zaken, ontmoedig hen daarin niet, maar neem de moeite om al hun vragen te beantwoorden (Deut. 6: 20 en 21). Hoe zwak uw antwoorden misschien ook zijn. Vaak bemerken we dat kinderen verkeerde voorstellingen hebben van geestelijke zaken. Wanneer ze echt aangemoedigd worden om hierover te spreken, dan zullen ze hun gedachten uiten. Dit geeft moeders de gelegenheid om de misvattingen te corrigeren.

Maak er werk van om de kinderen van de zonde af te houden. Het negeren hiervan was Eli's zonde, waarvoor God een oordeel over zijn huis uitsprak (1 Sam. 3: 13). Moedig de kinderen aan hun harten te bewaren voor de zonde, door een afschuw te hebben van en een vrees te hebben voor zondige praktijken. Probeer in alle liefde en voorzichtigheid een einde te maken aan hun liegen, zweren, vloeken en zondagsontheiliging. Wanneer ze dit jong leren doen, dan zal hen dat vergezellen tot in hun grijsheid toe. Zet hen aan tot de plichten van levensheiliging en de praktijk der godzaligheid. Prent ze regelmatig de leer van 's mensen ellendige staat en verdorven, zondige natuur in. Maar ook van de redding hieruit door Christus. Laat hen zien de noodzakelijkheid van heilig te leven, wijs hen Christus aan als de Fontein van heiligmaking! Prijs hen het christelijk geloof aan, beveel de studie hieromtrent aan als het hoofddoel van hun zijn in deze wereld (Spreuken 4: 4).

Laat het (voor)lezen van hoofdstukken uit Gods Woord een onderdeel van de dagelijkse taken zijn

Bid met hen en leer hen bidden. Laat om deze reden het openbare gebed tot God niet gemist worden in uw gezin en onderhoud dit bidden ten voordele van uw kinderen. Geen wonder dat er kinderen zijn die God niet zoeken, want ze zien hun moeders nooit hun knieën buigen voor God. U zult uw kinderen alleen moeten nemen en met hen bidden. Leer hen bidden en geef ze regelmatig basisprincipes voor het gebed mee. Leer ze het ‘Onze Vader’, laat hen dit gebed bidden totdat ze zelf een gebed geschoeid op deze leest kunnen bidden. Hoewel ik niet denk dat God ons gebonden heeft aan deze gebedsstructuur. Toch ken ik niemand die het bevestigen zal dat dit gebed of deze gebedsstructuur niet gebruikt mag worden. Het is duidelijk en in het bijzonder bedoeld als een aanwijzing voor het gebed (Matth. 6: 9).

Vermaan uw kinderen. Het Griekse grondwoord (Efeze 6:4) heeft zowel het woord vermaning of tuchtiging als wel het woord lering in zich. Deze beide moeten samengaan, want lering zonder vermaning of tuchtiging heeft nauwelijks kans van slagen. Moeders moeten hun kinderen onderdanig houden: want wanneer zij hun autoriteit over de kinderen verliezen, dan zullen deze de kinderen Belials gelijk worden, zonder een juk en het einde zal vreselijk zijn (Spreuken 29: 15). Ze moeten niet alleen vermaand worden middels een terechtwijzing, maar -indien nodig- ook met de roede (Spreuken 19: 18). Begin hiermee vroeg, dat is op het moment wanneer een kind ook werkelijk in staat is om het gedrag te beteren. Laat dit alles geschieden vanuit liefde tot uw kinderen. Laat overigens die liefde niet juist de weerhouder zijn om zodanig op te treden (Spreuken 13: 24). Wanneer u uw kinderen van de hel wilt redden, vermaan en tuchtig ze dan (Spreuken 23: 13 en 14).

Uit: ‘An Illustration of the Doctrines of the Christian Religion’ Vertaling: G.H. Koppelman

Noot

1. Zie voor een goed begrip van dit woord kantt. 2 van Spreuken 30.

Dit artikel werd u aangeboden door: KOC Visie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juni 2016

Criterium | 40 Pagina's

Puriteinen over vader en moeder in de opvoeding

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 juni 2016

Criterium | 40 Pagina's