Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

BOEK IN BEELD

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

BOEK IN BEELD

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

De kerkgeschiedenis in 100 verhalen deel 1, Gisette van Dalen; ISBN 9789402904123. Hardcover, 205 pagina’s, € 28,95

Over het strand van het Griekse eiland Patmos loopt een oude man. Alleen het geluid van de branding en het gekrijs van vogels is op het stille, rotsachtige eiland te horen. Wie is die man? Het is de apostel Johannes. Wat is er veel gebeurd in zijn leven! Op Patmos krijgt Johannes een huiveringwekkende blik in de grote verdrukking en het lijden dat de kerk van Christus op aarde te wachten staat.

Dit eerste deel van ‘De kerkgeschiedenis in 100 verhalen’ begint in de apostolische tijd. Het eerste verhaal gaat over de apostel Johannes op Patmos. De verhalen lopen in dit deel door tot in het tijdperk van de Reformatie. Het laatste verhaal in dit deel gaat over Jan Gerritszoon Versteegh. Veel verhalen zullen bij de lezer herkenning oproepen, maar er staan ook minder bekende verhalen in. De auteur beschrijft de indrukwekkende levensverhalen van martelaren, zendelingen, monniken en reformatoren. Elk hoofdstuk begint met een korte inleiding over het onderwerp. Het hoofdstuk is overzichtelijk opgebouwd en elk verhaal bestaat uit vier pagina’s. In elk hoofdstuk zijn kaders met achtergrondinformatie opgenomen. Daarnaast is er onderaan de pagina een tijdbalk, zodat goed te zien is wanneer het verhaal plaatsvindt. Ook bevat elk hoofdstuk één of meerdere illustraties. Het boek heeft een handzaam formaat en de verhalen hebben een goede lengte om (voor) te lezen. Het boek is geschikt voor zowel jonge als oudere kinderen. In de verhalen worden nog best wat moeilijke woorden gebruikt, met name voor jonge kinderen vraagt dit uitleg. Met de achtergrondinformatie is het voor volwassenen ook interessant om te lezen. Deze verhalen hebben eerder gestaan in het familieblad Terdege. De verhalen in het boek zijn uitgebreider, ze bevatten meer achtergrondinformatie in de vorm van kaders, illustraties en een tijdbalk.

Door al deze verhalen is de rode draad van Gods trouw! Hij houdt ondanks alle tegenwerking Zijn kerk in stand! En zoals de schrijfster het zelf ook zei in een interview in het RD (5-12): ‘De Heere zorgt voor Zijn kerk. In de geschiedenis zijn er momenten geweest dat de kerk bijna uitgeroeid was, maar steeds is te zien dat God voor Zijn kerk zorgt. Na zo veel duizend jaar is er nog steeds een kerk! Jezus Christus is gisteren en heden Dezelfde, tot in eeuwigheid.’

A.H. Geneugelijk

Jong & depressief , door dr. Joop Stolk; Uitg. De Banier, Apeldoorn; 143 pag., paperback; prijs € 14,95

Bijna vijf procent van de jongeren worstelt met (ernstige) depressiviteit. Omdat dit christelijke jongeren niet voorbijgaat, schreef dr. Stolk een boek waarmee hij ouders en andere betrokkenen de hand wil reiken om de jongere door de depressie heen te helpen. De eerste hoofdstukken bevatten vooral feitelijke informatie over depressie (zoals signalen en factoren die te maken hebben met het ontstaan), afgewisseld met herkenbare voorbeelden. Stolk onderstreept in dit boek hoe belangrijk het is dat ouders proberen hun depressieve zoon of dochter te begrijpen en aan te voelen met hun hart. Hij neemt hen als het ware bij de hand om na het herkennen van de eerste signalen contact op te nemen met de huisarts. Hij benoemt hoe belangrijk het is dat de ouders hun zoon of dochter met praktische hulp terzijde staan, maar heeft ook oog voor de grenzen die zij daarbij zullen ervaren. Stolk geeft verder een overzicht van therapieën die nodig kunnen zijn bij een depressie, maar geeft tevens aan dat, hoewel therapieën waardevol kunnen zijn, alleen de genade van Jezus Christus mensen herstelt en geneest. Over depressies zijn veel boeken verschenen, maar de meerwaarde van dit boekje is zeker het christelijke uitgangspunt. Vanuit dit oogpunt gaat Stolk ook gevoelige en moeilijke thema’s niet uit de weg. Op een warme, meelevende toon (kenmerkend voor het hele boek) gaat hij bijvoorbeeld in op vragen rond depressie en zelfdoding. Het boek eindigt met de vraag of een depressie en psychische problemen in bredere zin voorkomen kunnen worden. Hoewel dit volgens Stolk niet altijd mogelijk is, noemt hij ook een zestal kenmerken van een goede opvoeding (‘pedagogische hygiëne’) waar een belangrijke preventieve werking van uitgaat. Dit maakt het boek niet alleen van grote waarde voor ouders van depressieve jongeren, maar ook nuttig voor andere ouders of mensen die op een andere manier – in privé- of werksituaties – betrokken zijn bij jongeren.

A. Alderliesten MSc.

Jelly Bijlsma, Klasse(n)kracht: met respect voor de klas. In zeven stappen naar een veilig en sociaal groepsklimaat . Uitgeverij Leuker.nu 2005; 262 pag. € 24,95

Het boek klasse(n)kracht is van de boeken die tot nu toe verschenen zijn over groepsvorming op de basisschool een absolute topper. De auteur, Jelly Bijlsma, is coach en begeleidt moeilijke groepen. Ze heeft vanuit de praktijk een totaalaanpak ontwikkeld die ze samenvat in het woordje RESPECT. Ook al klinkt dit woordje misschien wat populistisch, de inhoud die Bijlsma eraan geeft, is zeer waardevol. In het eerste deel van haar boek bespreekt ze de theorie van de groepsvorming, met voortdurende verwijzingen naar de praktijk. In deel twee bespreekt ze haar RESPECT-aanpak. De R staat voor ‘Regels, routines en rituelen’. Weet je als leerkracht wel voldoende waar je naar toe wilt en waar jouw grenzen liggen? Bijlsma beschrijft hoe je zoveel mogelijk duidelijkheid kunt krijgen en hoe je de groep meekrijgt in het vaststellen de groepsregels. Onder het kopje ‘Erbij horen’ vestigt ze de aandacht op leerlingen die aan de rand van de groep of buiten de groep staan. Wat kun je als leerkracht doen om die erbij te halen? Dan hebben we ‘Samenwerken en samenspelen’. Je kunt de onderlinge band van de leerlingen beter maken door ze te laten samenwerken. En samenspelen moet je niet zomaar laten gebeuren; je moet regie voeren. ‘Persoonlijk meesterschap’ gaat geheel over de leerkracht zelf. Welke aspecten van je gedrag zijn effectief en welke zijn niet-effectief? Welke (onbewuste) overtuigingen over jezelf en anderen hanteer je? ‘Energie, aandacht en concentratie’ geeft handvatten om het leerklimaat en de sfeer in de klas optimaal te krijgen. Het geeft een prachtig inzicht in de verschillen tussen klassen en hoe je daarop in kunt haken.

‘Interactie’ legt de vinger bij de communicatie. Welke misverstanden kunnen er ontstaan door verkeerd opgevatte signalen? Middels welke zinnen kan de leerkracht het beste communiceren? De laatste letter van RESPECT staat voor Trainen van sociaal emotionele vaardigheden. Eerst komt het voorbeeldgedrag van de leerkracht aan de orde. Daarna het onderwijs in sociaal-emotionele vaardigheden voor de leerlingen. In het derde deel bespreekt ze concreet hoe de RESPECT- aanpak in de praktijk werkt.

Na een uitleg over de wijze waarop zij een moeilijke groep begeleidt, volgen er drie casussen. Dan is er ook nog het gratis E-book, dat gedownload kan worden via www.klassenkracht. nl. In dit boek staan allerlei oefeningen die gedaan kunnen worden om de groepsvorming in de klas te versterken. Sommige van die oefeningen zijn energizers, andere oefeningen sturen aan op kennismaking of samenwerking. Deze uiterst praktische boeken zijn goud in de handen van elke leerkracht.

Jan de Olde

B. Florijn, Opstellen over de Christelijke opvoeding , ISBN: 9789075164183. Uitgave: ADOS, Staphorst 2017, 561 blz., prijs € 25,00. Te bestellen via denoudenstaphorst@kliksafe.nl

De heer Florijn, oud-leraar pedagogiek van ‘’De Driestar’’, heeft in de jaren 1985 en 1986 een aantal lezingen gehouden in Leersum en Staphorst. Deze lezingen zijn aanvankelijk per onderwerp in de vorm van brochures verschenen en zijn nu in boekvorm uitgegeven. De opstellen handelen over de ontwikkeling en opvoeding van onze kinderen en over de levensgang van de mens.

De schrijver heeft een geheel eigen stijl. Hij schetst principiële grondlijnen waarbinnen de Christelijke opvoeding gestalte moet krijgen. De schrijver wil in zijn benadering dicht bij de Bijbel blijven, vanuit het besef dat alle kinderen een ziel hebben en op reis zijn naar de eeuwigheid. Er moet een wonder gebeuren in een mensenleven. Van dat besef is het boek doordesemd en deze ernstige boodschap is niet onterecht! De keerzijde hiervan is dat de schrijver een bepaalde eenzijdigheid niet ontzegd kan worden. De onmogelijkheid van de opvoeding krijgt veel nadruk. Dat kan ten koste van de verantwoordelijkheid van de opvoeders gaan, hoewel de schrijver dat zeker niet bedoelt. In dit kader valt ook op dat er over de betekenis van de doop niet wordt geschreven.

De stijl van de schrijver is filosofisch van aard. Niet iedereen zal dat waarderen. Daarnaast blijkt zijn grote belezenheid uit de vele anekdotes die hij vertelt. Dat komt de lijn van zijn betoog niet ten goede. Zijn anekdotes komen soms ook wat wonderlijk over. Ook haalt de schrijver allerlei uitspraken van o.a. puriteinen aan, die de schrijver stof geven om al filosoferend en mediterend zijn gedachten over de opvoeding door te geven. We willen echter niet de indruk wekken dat het filosofische en mediterende karakter van het boek praktische handreikingen achterwege laat. De schrijver geeft wel degelijk goede adviezen, waaruit ook zijn levenswijsheid blijkt. Zo wijst hij erop dat frustraties niet ontweken moeten worden door de kinderen maar toe te geven. De ouders moeten wrijfpaal zijn. Dat past in de ontwikkeling van kinderen. ‘Een te weke, toegeeflijke, tolerante opvoeding, is een liefdeloze opvoeding. Frustratie is een voorwaarde om tot zelfstandigheid te komen.’ In de puberleeftijd gaan kinderen zich afzetten tegen de bestaande regels. Dit wijst op de beginnende eigen vormgeving. De puber gaat in de oppositie, komt in verzet. Ouders kunnen er opvoedingsmoe van raken. Het is echter van belang dat ouders hier met autoriteit, niet autoritair, mee omgaan. Conflictmijding leidt tot grotere afstand tussen ouders en kind, terwijl men denkt het kind juist voor zich te behouden. Als ouders geen leiding geven, worden bijkans alle normen en waarden afgebroken. Hoewel de puber zich verzet, zal hij de leiding van zijn ouders ervaren als een zekere veiligheid. ‘En daarvan is geen sprake bij allesbegrijpende en goedvindende ouders. Een puber wenst niet eens begrepen te worden.’

Dit voorbeeld laat zien dat Florijn doorgaans niet de nuance zoekt. Dat kan weldadig aandoen in een tijd dat over van alles en nog wat genuanceerd gedacht moet worden. De schrijver drukt zich nogal eens heel sterk uit en spreekt graag in de overtreffende trap. Dat zorgt er voor dat menige lezer soms de wenkbrauwen zal fronsen, terwijl anderen er zich volledig in zullen kunnen vinden. De lezer oordele daarom zelf: Tolle lege!

Elk hoofdstuk eindigt met een zeer kort en duidelijk overzicht. In de kantlijn zijn ondersteunende Bijbelteksten en kernwoorden van het geschrevene ter verheldering opgenomen. Achterin het vuistdikke boek staan verschillende registers die het zoeken vergemakkelijken. Het boek is keurig ingebonden.

G.R. van Leeuwen

De pedagogiek van Jacobus Koelman . Inhoud en bronnen, grondslag en ambitie. Door dr. L.F. Groenenwijk, 304 pag., € 19,95. Een uitgave van Labarum Academic, Apeldoorn.

De emeritus hoogleraar dr. L.F. Groenendijk is een kenner van de pedagogiek van de Nadere Reformatie. In dat kader heeft hij ook onderzoek gedaan naar het onder ons bekende De plichten der ouders van Jacobus Koelman. Het resultaat daarvan verscheen onlangs bij Labarum Academic onder de titel De pedagogiek van Jacobus Koelman.

Het onderzoek is zeldzaam grondig uitgevoerd. De literatuurlijst telt alleen al 54 pagina’s en de tekst zelf wordt in niet minder dan 885 voetnoten nog eens nader toegelicht. Het getuigt van een grote belezenheid.

In het onderzoek van Groenendijk staat de vraag centraal welke bronnen Koelman gebruikt heeft bij het schrijven van zijn opvoedingstraktaat. De eind vorige eeuw teruggevonden veilingcatalogus van Koelmans boekerij was daarbij een belangrijk hulpmiddel, evenals een aantal databanken op internet.

Groenendijk komt tot de conclusie dat Koelman vooral gebruik gemaakt heeft van de werken van Engelse puriteinen, waarvan Thomas White en James Janeway de belangrijkste zijn.

Daarnaast leunt Koelman in zijn pedagogische adviezen nogal eens op de geschriften van Richard Baxter. Het is voor Groenendijk een van de verassingen van zijn onderzoek. In een voorwoord van een door Koelman vertaald werk van Thomas Hooker had de vertaler immers ernstig gewaarschuwd tegen de theologische opvattingen van Baxter. Blijkbaar was dit voor Koelman geen reden om geen gebruik te maken van Baxters godsdienstige opvoedkundige adviezen. Daarnaast heeft Koelman een keur van zowel buitenlandse als Nederlandse theologische werken geraadpleegd, zo toont Groenendijk aan. We komen namen tegen als Ridderus, Oomius, Borstius, Mather en Love om er maar een paar te noemen.

Uitvoerig gaat Groenendijk in op de inhoud van De plichten der ouders, dat overigens in zijn originele vorm uit drie delen bestaat. Naast het opvoedingstraktaat zijn er een catechismus en een twintigtal voorbeelden aan toegevoegd van jong godzalig gestorven kinderen. Ook deze heeft Groenendijk in zijn onderzoek betrokken.

Het boek is met distantie geschreven. Zo komt er in de door Koelman geschreven catechismus volgens Groenendijk nogal eens ‘zware doctrinaire kost’ aan de orde. Als Koelman de ouders adviseert om met hun kinderen ook over de hel te spreken dan vormt dit ‘macabere literatuur’. Het is een woordkeus die indiceert dat Groenendijk het gedachtegoed van Koelman inhoudelijk met de nodige reserves beoordeelt. Dit neemt niet weg dat Groenendijk probeert Koelman recht te doen in het kader van zijn tijd. In zijn slotbeschouwing komt hij tot de conclusie dat Koelman geen pedagoog was met originele ideeën. Wel schreef hij een ‘uniek handboek’ en was hij voor wat het Nederlands taalgebied betreft zijn tijd vooruit met zijn op de godsdienstige vorming toegespitste pedagogiek in de vorm van praktische adviezen.

Het onderzoek van Groenendijk draagt een wetenschappelijk karakter en het zal als zodanig een beperkte lezerskring aanspreken.

L.D. van Klinken

Dit artikel werd u aangeboden door: KOC Visie

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 2018

Criterium | 36 Pagina's

BOEK IN BEELD

Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 februari 2018

Criterium | 36 Pagina's