Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

SCRIPTIES

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

SCRIPTIES

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

A. KUYPER

G. J. Mink, 'De visie van Abraham Kuyper op de Theologische faculteit. Een beschrijving vanuit zijn bemoeienis met die faculteit' (doctoraalscriptie nederlandse kerkgeschiedenis Vrije Universiteit Amsterdam).

In 1876 kwam een nieuwe wet op het hoger onderwijs tot stand, waartegen Kuyper grote bezwaren had en wat hem aanspoorde zijn gedachten over de Theologische faculteit te ontwikkelen. De Vrije Universiteit kan als vrucht hiervan gezien worden.

In hoofdstuk I van deze scriptie wordt nagegaan welke mogelijkheden de wet bood en hoe daarvan gebruik gemaakt is. De Theologische faculteiten aan de drie Rijksuniversiteiten, de Universiteit van Amsterdam en de Vrije Universiteit passeren de revue. In een aparte paragraaf wordt op het 'aanvullingsplan' ingegaan. Vooral Kuypers commentaar krijgt een grote plaats. Naar mijn mening moet de Theologische faculteit een eenheid zijn en één lichaam vormen met de overige faculteiten.

In hoofdstuk II komt de grondslag van de Vrije Universiteit en in het bijzonder van haar Theologische faculteit aan de orde. Hoe luidde deze, wat was Kuypers ideaal en hoe kon de handhaving van de grondslag geschieden - dit zijn de onderwerpen die hier besproken worden.

In het derde hoofdstuk wordt het verband tussen de Theologische faculteit en de kerk(en) behandeld, eerst hoe het volgens Kuyper in de theorie moest zijn, vervolgens hoe het in de praktijk werd tussen de faculteit en de Gereformeerde Kerken in Nederland. In een slotbeschouwing wordt het gevondene samengevat en gewaardeerd.

In deze scriptie is met name veel materiaal afkomstig uit het door Kuyper geredigeerde weekblad 'De Heraut' verwerkt.

Het adres van drs. G. J. Mink is: Van Slingelandtlanen 44, 3445 EK Woerden

KINOERBOEKEN

Marjoke Rietveld-van Wingerden, Gedenk aan uwen Schepper in de dagen uwer jongelingschap . . ., het kind in het protestantschristelijk kinderboek uit de periode 1845-1920, doctoraal-scriptie Historische Pedagogiek, Amsterdam, augustus 1982, 146 pag.

De eerste drie hoofdstukken vormen de inleiding tot het eigenlijke onderzoek. In deze hoofdstukken wordt de betekenis van het Reveil voor de protestants-christelijke kinderliteratuur belicht, een methodologische verantwoording gegeven van de werkwijze en worden de vraagstellingen van het onderzoek gemotiveerd en toegelicht.

De vraagstellingen luiden:

1. Welke waarden en normen wilden de schrijvers op de kinderen overbrengen?

2. Welke kindbeelden hanteerden de schrijvers?

Voor beide vragen is bekeken of er in de loop van de tijd verschuivingen zijn opgetreden.

Aan de hand van een vragenlijst zijn 200 verhalen en gedichten voor kinderen onderzocht. De resultaten van deze globale analyse en de interpretatie ervan vormen met een aantal illustratieve citaten uit de kinderliteratuur het zwaartepunt van de scriptie.

Het adres van mw. drs. M. Rietveld-van Wingerden is: caruslaan 42, 1185 JN Amstelveen. Telefoon:020-4145 83

DOLEANTIE

De Doleantie in de stad Groningen. M.O.-Geschiedenis scriptie, Noordelijke Leergangen, Leeuwarden. 80 blz. incl. bijlagen en noten.

De orthodox-hervormde 'Vereniging van Vrienden der Waarheid' heeft ook in Groningen een zekere rol gespeeld in de tot standkoming van de Doleantie.

Het door Kuyper gedomineerde Kerkelijk Congres is echter van doorslaggevende betekenis geweest voor het verloop van de Doleantie in Groningen, aangezien een groot aantal adviezen en instructies in de meeste gevallen letterlijk zijn opgevolgd.

De Dolerenden in Groningen behoorden tot de sociaal-zwakke milieus, afgezien van de leidinggevenden (waaronder L. de Vries Hzn en F. Z. Posthumus Meyjes) die we tot de gegoede burgerij mogen rekenen.

De Doleantie in Groningen heeft geen hoge vlucht genomen (± VA % van de Hervormden, terwijl het landelijk percentage zo'n 9 % bedroeg), o.a. omdat in 1834 al veel orthodox-hervormden waren meegegaan met de Afscheiding.

W. Plas, Van Starkenborghstraat 9, 9721 EA Groningen

Dit artikel werd u aangeboden door: Archief en Documentatiecentrum van de Gereformeerde kerken in Nederland

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 december 1982

DNK | 46 Pagina's

SCRIPTIES

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 december 1982

DNK | 46 Pagina's