Ten geleide

In het voor u liggende nummer van DNK blijven wij vrijwel geheel in de sfeer van het gereformeerd protestantisme. Uiteraard is dat niet de bedoeling van de redactie, en wij beloven u dan ook dat we dit in 2017 goed zullen maken. Het nummer is er echter niet minder gevarieerd door.

Het opent met een bijdrage van de emeritus hoogleraar Margaretha Schenkeveld, die zich met kennelijk plezier heeft verdiept in het recent online geplaatste dagboek van Willem de Clercq (1795-1844), dat hij van 1811 tot zijn dood bijhield. Het dagboek is door het Instituut voor Nederlandse Geschiedenis helemaal digitaal én getranscribeerd gepubliceerd en te vinden via de website historici. nl. Uit deze omvangrijke dagboeken heeft de auteur haar aandacht gevestigd op De Clercqs ‘Haagse jaren’ (1824-1831, en m.n. 1828-1829), toen hij secretaris was van de Nederlandsche Handel-Maatschappij. De auteur volgt zijn ontwikkeling onder invloed van Isaac da Costa tot één van de voormannen van het Réveil.

Een tweede bijdrage beschrijft de geschiedenis van de Vereeniging voor Vlaamsch Protestantsch-Christelijk Onderwijs in België (VPCO). Tom-Eric Krijger analyseerde daartoe het verenigingsblad De Torenwachter over alle jaren van verschijnen, 1927-1947. De vpco slaagde er in om met steun uit Nederland enkele scholen te stichten, die echter vooral de in Vlaanderen woonachtige Nederlandse gereformeerden bedienden.

Gert van Klinken laat aan de hand van de briefwisseling tussen de Groningse boekbinder F.J. Albracht en de eveneens in Groningen opgegroeide K. Schoolland, die naar Amerika vertrok en daar docent klassieke talen werd aan het in oprichting zijnde Calvin College, zien dat afgescheiden gereformeerden niet noodzakelijk afwijzend stonden tegenover de moderne wetenschappen. Beiden waren zeer geïnteresseerd in de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen, met name de medische en de natuurwetenschappen.

In het laatste artikel vraagt Berthold Bloemendal zich af, waarom er in de geschiedschrijving van de Theologische Hogeschool/Universiteit wel aandacht wordt besteed aan de buitenlandse studenten, maar nauwelijks of niet aan de Duitse studenten aldaar. Deze studenten waren vooral afkomstig uit de oorspronkelijk Nederlandstalige Altreformierte Kirche in Bentheim en Oost-Friesland. Maar alvorens een poging te doen om deze vraag te beantwoorden, verschaft de auteur ons een buitengewoon informatief overzicht van de positie van dit kerkgenootschap ten opzichte van de Gereformeerde Kerken in Nederland.

In de rubriek Mengelwerk vindt de lezer twee recensie-achtige bijdragen over drie onlangs verschenen biografieën. De bespreking van de twee biografieën van de kardinalen Ad Simonis en Godfried Danneels werd door de kerkhistoricus Ton van Schaik gehouden om de discussie af te trappen met de auteurs tijdens een studiemiddag van de Faculteit Katholieke Theologie van de Universiteit van Tilburg op 19 april. Dirk van Keulen bespreekt de lang verwachte biografie van de theoloog Cornelis Veenhof – belangrijk omdat hij maar liefst drie gereformeerde kerksplitsingen meemaakte: in 1926, 1944 en 1967. Het boek heeft Van Keulen onthutst achtergelaten.

Met een zestal recensies besluit deze nieuwe aflevering van DNK. De redactie wenst u veel leesplezier.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen