Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ons Vereenigingsleven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ons Vereenigingsleven

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Vanzelfsprekend is U lid van de Jongelings-Vereeniging. Mogelijk al op de Knapen-Vereeniging geweest en op 16-jarigen leeftijd overgestapt naar de J.V.

Nu valt het steeds op hoeveel verschillende soorten leden als er zijn. Ik zou ze als volgt willen onderbrengen:

Trouwe leden met activiteit. Trouwe leden zonder activiteit. Minder trouwe leden. Ontrouwe leden.

Een lid met activiteit is een trouw lid. Hij gevoelt iets voor de J.V. Hij werkt ervoor en hij werft ervoor.

Hij voelt zeer veel voor het Vereenigingsleven. Hij bestudeert de te behandelen onderwerpen thuis en wanneer hij zelf aan de beurt is, komt hij beslagen ten ijs. Hij mengt zich in de bespreking die op de onderwerpen volgt en leeft mede. Met één woord, er gaat kracht van uit.

Nu zijn er ook trouwe leden zonder activiteit. Zij verzuimen nooit, of het sneeuwt of stormt, geen bezwaar, hun plaats is steeds bezet.

Zij zijn altijd aanwezig, maar bij de onderlinge bespreking zijn zij figuurlijk afwezig. Men hoort ze niet. En op den duur zal de Vereeniging hen ook niet bevredigen. Zij leven teveel bezijden.

Hier bevindt zich een mooi arbeidsterrein voor de „actieven", voor de „stoottroepen" zou men ze kunnen noemen. Laten zij deze zwijgende leden in de bespreking betrekken. Laat ze voelen dat zij er bij hooren. Zij willen wel meeleven, maar durven niet goed. En nu komt het voor dat deze jongens soms teveel over het hoofd worden gezien. Er wordt te weinig aandacht aan hen besteed. Zij moeten uit den hoek gehaald worden. Het mag vooral niet voorkomen dat op een J.V. 1ste, 2de of 3de klassen zijn. Samen één Vereeniging. Samen de bespreking, waardoor een band wordt gesmeed en een ieder zich thuisgevoelt. Laat de „praters" en de geregelde „vragenstellers" maar eens een avond zwijgen, het zal ze heusch geen kwaad doen. Zij halen de schade wel weer in.

Minder trouwe en ontrouwe leden zijn er helaas ook. Veel kans is er dat de Vereeniging ze kwijt raakt, want zij leven zich in het Vereenigingsleven niet in. Weinig aan verloren zult U mogelijk zeggen. Mis!, veel aan verloren. Want waar blijven de jongens nu? Zijn ze thuis, gaan ze de straat op? We weten het niet.

Weer een geval voor de „actieven". Bemoei je met deze leden. Als je ze tegen kom bij den weg, praat eens even, informeer eens waar de haper ligt. En is het veelal het bezwaar, ik kan geen onderwerpen maken, gaat dan die vrienden eens opzoeken, helpt een handje. Dan heb je tevens een mooie gelegenheid te wijzen op het nut der Vereeniging voor de toekomst, voor ons later leven. Zoo kunnen ook deze ontrouwe leden overgehaald worden hun krachten te geven aan de Vereeniging.

Zoo moeten wij ook spreken met jongens van onze Kerk, die nog geen lid zijn. Zij hebben allerlei bezwaren. Maar in den regel is het zoo, dat zij het vereenigingsleven niet kennen en er een verkeerde gedachte over hebben. Tracht ze over te halen eens een keertje mee te gaan. En als zij dan zien, dat zïj welkom zijn, dat het er heel gemoedelijk naar toe gaat, dat men als doodgewone jongens bij elkander is, wel, in 9 van de 10 keer wordt zulk een bezoeker lid en en een ijverig lid. Daarom moeten wij er voor waken boven onzen stand te leven. Een onzer predikanten zou zeggen, neemt toch niet de houding aan van een miniatuurpredikantje. Toch vooral niet dat pedante, b.v. met het leveren van een onderwerp. Een gewichtig gezicht, eens door de haren strijken en dan beginnen. Sla gewoon je cahier open en begin te lezen. Niets dat meer afstoot bij jonge menschen dan dat opgesmukte, dat wijs doen. Dat gewone moet ook uitkomen in de bespreking.

Dan is het vooral de taak van den voorzitter de vrienden aan het praten te krijgen. Juist die bespreking is van het grootste belang. De meeste jongens hebben toch hun moeilijkheden ook op Godsdienstig gebied. Een jongen zonder moeilijkheden is een jongen zonder gedachten. Zij zien er vaak tegen op er thuis over te praten. Nu op de J.V. is er gelegenheid voor. En een voorzitter die met zijn jongens meeleeft, brengt ook zelf wel ter sprake wat er leeft in de harten van de leden. Ongemerkt opent zich dan soms de gelegenheid eens met de jongens te spreken over het geluk van Gods volk. Te wijzen op de groote voorrechten waaronder wij leven, daar wij mogen leven onder de aanbiedingen van Genade, maar ook op onze verantwoordelijkheid, wanneer wij blijven voortleven naar het goeddunken van ons eigen hart. Dan kan er op gewezen worden dat ondanks alle afval en verval, de Heere toch doorgaat Zijn Kerk te bouwen, en dat er ook voor jonge menschen zulke rijke aanbiedingen van genade staan in Gods Woord. Dan is het merkbaar dat er beslag gelegd wordt, ja dan kan er onder den zegen des Heeren kracht uitgaan, ook van een Jongelings-Vereeniging.

In het algemeen staat men in de Geref. Gemeente nog wat huiverig tegenover het Vereenigingsleven. Men ziet zooveel bezwaren, het zullen zulke wijze jongens worden, echte farizeërs. En heusch er is een schaduwzijde aan de J.V., maar de lichtzijde is grooter en is het Vereenigingsleven als hierboven geschetst, dan twijfelen wij niet of de antipathie zal wijken en zal men meer sympathiek gaan staan tegenover de J.V. Daarbij staan alle Vereenigingen onder Kerkelijk toezicht. Regelmatig worden de vergaderingen door 1 of 2 ouderlingen bezocht en dit wordt altijd zeer op prijs gesteld, daar de jongens dan zien dat met hen wordt meegeleefd. Er is mij een geval bekend van een J.V., die bezoek kreeg van 2 ouderlingen. Het waren menschen op leeftijd, met veel vóóroordeelen tegen een J.V. Na afloop der vergadering spraken zij er hun voldoening over uit een avond in het midden der jongens geweest te zijn en moest een der br. tot de erkentenis komen: wat hebben wij in onze jeugd toch veel gemist, in het vervolg komt ook mijn zoon op de vereeniging.

Jonge menschen, wij leven in een tijd van groote verwarring en onrust, niet het minst op Godsdienstig gebied. De geest van het Humanisme dringt ook de Kerk der Geref. Gemeente binnen. Wat is het dan noodig, Bijbelvast te zijn, in staat te zijn den vijand met Gods Woord te wederstaan. Daartoe hebben wij noodig elkander te onderwijzen en op te scherpen. Gods Woord zegt het ons en de Geschiedenis der Kerk leert het ons, dat de Heere Zich menigmaal van eenvoudige middelen wil bedienen tot uitbreiding van Zijn Kerk. Wat zou het groot zijn als de Heere ook het werk van de J.V. daartoe dienstbaar stelde. Dat uit de J.V. mannen mochten voortkomen die de Heere wilde gebruiken tot welzijn van Zijne Gemeente.

Daarom is het ook ons tot blijdschap dat er een ontwaken komt in de Gereformeerde Gemeenten, en dat het wordt ingezien dat men de jeugd niet aan zichzelf mag overlaten.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 november 1946

Daniel | 8 Pagina's

Ons Vereenigingsleven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 november 1946

Daniel | 8 Pagina's