Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GEWIJDE GESCHIEDENIS O.T.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEWIJDE GESCHIEDENIS O.T.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

(Num. 22—25—31.)

Bileam.

1. de persoon van Bileam. 2. het verzoek aan Bileam. 3. de reis van Bileam. 4. de woorden van Bileam. 5. de raad van Bileam.

Israëls vijanden hebben op allerlei wijze gepoogd het volk uit het beloofde land te houden.

Niet alleen met geweld maar ook met boze listen hebben zij getracht de toorn Gods op te wekken over zijn volk.

Dit komt in de geschiedenis van Bileam duidelijk uit. Bileam woonde te Mesopotamië en was een zoon van Beor.

Sommigen houden hem voor een profeet des Heeren, maar hij was een leugen-profeet en tovenaar.

Ieder volk had naar de voorstelling der heidenen zijn eigen godheid.

Daarom zoekt Bileam contact met de God van Israël om daardoor zijn doel te bereiken.

De Heere geeft soms met een kromme stok rechte klap.

Hij heeft ook Bileam gebruikt om Zijn volk te zegenen in plaats van te vloeken.

Hij was een waarzegger die zich goed liet belonen. Zijn naam betekent „verderver".

Hoewel hij niet onbekend is met de God van Israël en gehoord heeft van Zijn wondervolle daden, staat hij toch in dienst van de duivel.

In Jozua 13 ':22 wordt hij waarzegger genoemd.

Hij heeft het loon der ongerechtigheid lief. (2 Petr. 2 : 15). Hij treedt in gemeenschap met de vijanden van Gods volk. Hij geeft aan de vorsten van Midean een voor Israël verderfelijke raad.

Toen Israël zich in de nabijheid van Moab legerde werd Balak de koning der Moabieten bevreesd.

In bondgenootschap met de Mideanieten werden er boden gezonden naar Bileam met het verzoek om spoedig te komen en Israël met zijn toverspreuken te verlammen.

Belust op het loon vraagt hij toch voorzichtigheidshalve toestemming aan Israëls God.

Als hij Israëls God aan zijn zijde heeft zal het hem gelukken Israël te benadelen.

Van Gods trouw heeft hij niet het minste besef. De Heere verschijnt aan Bileam en verbiedt hem met de gezanten mee te gaan.

Andere gezanten met rijkere geschenken komen spoedig bij Bileam omdat Balak het niet opgeeft.

Bileam ontvangt toestemming om mee te gaan, maar hij mag slechts spreken wat God hem in de mond legt. Menende dat hij nu toch zijn verderfelijk doel zal kunnen bereiken trekt hij op.

Op de weg komt de Heere hem tegen.

Een engel des Heeren met uitgetrokken zwaard stelt zich in de weg.

Beschamend voor Bileam is dat een redeloos dier meer voor God huivert dan een redelijk schepsel. Het onwillige dier wordt door Bileam geslagen. De ezelin begint tegen Bileam te spreken, waarop hij de engel ziet met het zwaard.

Bileam wil nu terugkeren, maar het is de wil des Heeren dat hij verder zal gaan en zijn last zal volbrengen.

Van een drietal hoogtepunten laat Balak aan Bileam het leger van Israël zien.

God verandert in de mond van Bileam gedurig een vloek in een zegen.

Kostelijke woorden heeft deze leugenaar gesproken van Gods volk en van hun verwachting.

De ondergang van hun vijanden heeft hij aangekondigd.

Het is de moeite waard de spreuken van Bileam rustig te lezen.

Onder de toorn van Balak keert Bileam huiswaarts. Hij is in zijn hoop en gewin bedrogen.

Hij heeft Israël niet kunnen vloeken.

Nu zal hij Midean en Moab een raad geven, waardoor Israël een vloek over zichzelf zal brengen.

Volgens Num. 31 : 8 en Jozua 13 : 22 heeft hij de raad gegeven Israël over te halen tot de zinnelijke dienst van Baal-Peor.

De Midianietische en Moabietische vrouwen vermengen zich met de Israëlieten en verlokken hen tot zonde.

Gods toorn ontsteekt tegen Israël en door een plaag stierven er vierentwintig duizend.

Door de ijver van Pinehas hield de plaag op. Met een leger van twaalfduizend man trekt Pinehas op en verdelgt allen die zich aan het misdrijf hadden schuldig gemaakt.

Ook Bileam wordt gedood.

Zijn uitgesproken begeerte „mijn ziel sterve de dood des oprechten en mijn uiterste zij gelijk het zijne" werd niet vervuld.

Als een grote vijand van God en zijn volk ging hij de eeuwigheid in.

1. Waarom wilde de Heere Moab niet uitroeien? 2. Hoe moeten wij het verklaren, dat God Bileam verbood mee te gaan, en toch later toestemming gaf?

Bronnen: Sillevis Smit. Dachsel. Matthew Henry.

Ds A. DE BLOIS.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 februari 1949

Daniel | 8 Pagina's

GEWIJDE GESCHIEDENIS O.T.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 februari 1949

Daniel | 8 Pagina's