Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van het Zendingsveld

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van het Zendingsveld

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

(33.)

Carey eindelek in Indië.

Carey was dus vast besloten naar Voor-Indië te gaan, nu hij in John Thomas een metgezel had gevonden. Zijn vrouw bleef achter. Niets kon haar bewegen haar man te vergezellen. Maar nu zaten ze met de moeilijkheid: een schip. Schepen naar het Verre Oosten voeren wel uit, maar de beide mannen kregen geen vergunning. Wat een moeilijkheden toch'. Telkens kwam er iets om de plannen te verijdelen. Eindelijk, na veel zoeken langs de haven, vonden ze een schip, waarvan de kapitein wel te overhalen was de mannen zonder vergunning mee te nemen. De zaak werd beklonken en Carey stapte, vergezeld van Thomas, aan boord. Gelukkig, nu konden ze tenslotte dan toch weggaan. Wat waren de mannen verheugd!

Morgen zouden de zeilen worden gehesen, 't Was echter niet nodig en raadzaam. Een zware storm was 's nachts opgestoken en de ganse dag daarop gierde hij door de touwen en langs de masten. De golven werden hoog opgezweept. Van uitvaren was geen sprake. Welk een ontmoediging! Maar wie kon er iets aan veranderen? Die stormen kwamen niet vanzelf. De Heere bestuurt de natuurkrachten zoals Hij het belieft.

Daar komt de kapitein naar Carey. Zijn gezicht staat ernstig. Wat is er aan de hand? Kijk, daar vouwt hij een brief open ei\l leest voor de twee passagiers wat er in geschreven staat. „Ja mannen, het kan niet. Hoe gaarne ik jullie ook meenam, ik durf het nu niet meer. Het kost zeker mijn betrekking. Er zal beslist werk van gemaakt worden als ik geen gehoor geef aan dit schrijven".

Daar staan de mannen nu. Ze zijn verraden, 't Was uitgelekt dat er passagiers zonder pas meevoeren. Ze kunnen er niets op zeggen. Ze willen de kapitein niet in moeilijkheden brengen.

Zie ze daar de loopplank over gaan, met neergeslagen ogen. Zullen dan de teleurstellingen nooit ophouden?

Daar staan ze weer aan land. Ze zijn ook nog een groot deel van hun overtochtsgeld kwijt. Wat heeft de Heere toch met hen voor? Is Carey's plan tegen Gods wil? Slaat de moedige man een verkeerde weg in, dat God hem zo tegenkomt?

Verre van daar. „Mijne wegen zijn niet uwe wegen, " spreekt de Heere. Kijk eens bij de haven enkele dagen later. Wie stappen daar aan boord van de Deense Oost-Indië-vaarder? Zien we wel goed? Drie bekende personen: Thomas, Carey, maar wie is de derde? Carey's vrouw!

Wat een blijdschap! De vrouw van Carey was gewillig gemaakt om haar man te volgen. Hoe verstaan we van achteren pas de wijze wegen des Heeren. Eén wenk van Gods Alvermogen en een storm steekt op. De scheepslieden van het schip, waarop Jona voer, wisten tenslotte om wiens wil de storm was gekomen. Maar ook hier werd Carey er bijgebracht, dat alle dingen moeten meewerken ten goede.

Half Juni 1793 voer het schip weg en in November bereikte het Calcutta, de hoofdstad van Brits-Indië.

Gewichtig ogenblik! Drie eenvoudige mensen zetten voet aan de wal om arbeid te gaan verrichten, waarvan de resultaten geweldig zullen zijn. Toch scheen in den beginne niets van het zendingswerk terecht te zullen komen. Door handenarbeid probeerde Carey aan de kost te komen. Nou, zijn handen stonden niet verkeerd om te werken, 't Was niet de eerste keer dat hij werken moest. Toch was er een groot verschil: in Engeland of hier in het ongezonde, hete klimaat van Voor-Indië te moeten werken, 't Ging dan ook niet naar wens. Er werd honger geleden. In een hut van een inboorling werden ze liefderijk opgenomen. Door landbouw in de moerassige streken ten oosten van Calcutta probeerde Carey in zijn onderhoud te voorzien. Een half jaar hield hij vol, maar alles liep op teleurstelling uit. Zou hij onder deze omstandigheden de moed niet opgeven? Neen, hoor Carey uitroepen: „Ik heb God, en Zijn Woord is zeker. De zaak des Heeren zal triomferen. Door al deze beproevingen zal ik als goud gelouterd worden."

Na de vergeefse arbeid op het land, kreeg Carey werk op een indigofabriek, waar hij een goed loon verdiende. Nu zou alles beter gaan en nu zou ook de deur worden geopend voor de zendingsarbeid. Dat moest ook het uiteindelijke doel zijn.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 maart 1950

Daniel | 8 Pagina's

Van het Zendingsveld

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 maart 1950

Daniel | 8 Pagina's