Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vaderlandse Geschiedenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vaderlandse Geschiedenis

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hertog Karei van Gelre, door een geschiedschrijver genoemd „type van de europese despoot in zakformaat" was, wat moed en volharding betreft wel een geschikt aanvoerder van het noordnederlands bloc in de strijd tegen de Habsburger (Karei V) maar zijn despotisme speelde hem parten.

Een tijdlang beheerste hij het N., het O. en het midden van ons land. Al spoedig kwam echter zijn ware aard voor de dag. Het was hem er niet om te doen met behulp van de bondgenoten een heldenkamp te voeren, maar „despotieke heerschappij van een kleine dyliast" (Blok). In Friesland hielden zijn benden vreselijk huis. Zware lasten legde hij de Friezen op. Dit alles moest de bondgenoot vanzelf in de richting van de vijand drijven.

Grote Pier onttrok zich en keerde terug naar zijn boerderij te Kimswerd. In 1524 onderwierpen de Friezen zich aan de keizer.

In 1528 stond de bisschop zijn wereldlijke macht af. De gilden in Utrecht mochten niet meer deelnemen aan het stadsbestuur en een kasteel, het bekende Vredenburg, werd gebouwd, teneinde de roerigen in toom te houden.

In 1536 onderwierp zich ook Groningen.

Het langst heeft Gelre tegenstand geboden. Reeds in 1518 had de hertog, bij het verdrag van Gorkum moeten beloven, dat bij ev. kinderloos overlijden het hertogdom aan Karei V zou komen. Maar hetzelfde had hij aan de franse koning, Frans I, die hem zo vaak met troepen en geld had gesteund, beloofd!

In 1538 stierf de hertog. Maar de Geldersen begeerden noch de keizer, noch de koning, doch hertog Willem van Gulik en Kleef.

Het werd een ingewikkelde en gevaarlijke historie. De zuster van de nieuwe hertog was namelijk getrouwd met de koning van Engeland en hij zelf verloofd met een nicht van Frans I.

De keizer greep nu in en in 1543 was bet pleit be 1 - slecht. Hij kon zich in dit jaar heer der 17 nederlandse gewesten noemen. Alleen het bisdom Luik bleef zelfstandig.

Er had echter nog meer bij gekund: Oost-Friesland, Munster, Gulik en Kleef. Maar zover kwam het niet.

Karei V was echter nog niet aan 't eind met zijn plannen. Te beter kon hij deze ten uitvoer brengen nu hij keizer van Duitsland was en in 1547 in de slag bij Miihlberg het Smalkaldisch Verbond onder dc knie kreeg.

Allereerst regelde hij de verhouding der nedcrlandse gewesten tot het duitse Rijk. Dit geschiedde bij het verdrag van Augsburg (1548). De nederlandse gewesten zouden samen een kreits (kringdistrict) in het Rijk vormen: de 10e of bourgondische kreits. Voorheen was de toestand zo, dat Friesland, Gelre, Utrecht, Luik tot de westfaalse kreits behoorden, de eigenlijke bourgondische landen buiten het Rijk stonden.

Nu werd alles zo geregeld, dat alle gewesten naar Duitsland werden gericht, met dien verstande, dat zij in 't bezit bleven van hun vrijheden op 't gebied van bestuur, wetgeving en rechtspraak. Zij zouden de bescherming van het Rijk genieten en als vergoeding in troepen en geld zoveel opbrengen als twee keurvorsten.

Een jaar later (1549) werd bij de Pragmatieke Sanctie de erfopvolging voor de nederlandse gewesten geregeld. Het was te begrijpen, dat Karei V deze rijke gewesten voor zijn Huis wilde behouden.

Nu was de erfopvolging in alle niet gelijk. Er waren er, waar geen vrouw mocht opvolgen, althans de zaak stond niet zeker.

Ergo bestond de mogelijkheid, dat bij ontbreken van een mannelijk opvolger, enkele gewesten uit het familiebezit zouden wegdrijven, de eenheid verbroken zou worden, rijke gewesten misschien voorgoed verloren raakten voor het regerend Huis.

Vastgesteld werd nu bij opgemelde Sanctie, dat de erfopvolging in alle gewesten dezelfde zou zijn in do mannelijke en vrouwelijke lijn des keizers.

Karei V heeft niet kunnen bevroeden, dat zijn eigen zoon een 30-tal jaren later zelf zou meewerken aan een definitieve scheuring, waarvan dc oorzaak een gans andere was.

Wat het bestuur der Nederlanden betreft, liet Karei deze regeren door een landvoogdes.

Bij zijn ambtsaanvaarding in 1515 liet hij zijn tante, de alleszins bekwame Margaretha van Savoye dit ambt behouden, omdat er uitzicht was op de spaanse kroon en er dan toch een landvoogdes nodig zou zijn.

Bij haar dood in 1530 benoemde hij zijn zuster Maria, weduwe van de in de strijd met de Turken gesneuvelde koning van Hongarije, als haar opvolgster.

Er kwam bij haar optreden een nieuwe bestuursinrichting. Zij kreeg naast zich 3 Raden: de Raad van State (dezelfde als de Hoge Raad van Filips dc Goede), de Raad van Financiën en de Geheime Raad.

Eerstgenoemde Raad bestond uit hoge edelen: Vliesridders, de stadhouders der gewesten, ook hoge geestelijken. Haar taak was het voeren der binnen-en buitenlandse politiek, o.m. de aanstelling van ambtenaren. De Raad van Financiën bestond, evenals de Geheime Raad uit rechtsgeleerden, bestuurde de domeinen en had het toezicht op de ambtenaren, die de inkomsten van de vorst beheerden.

Dc Geheime Raad vergaderde dagelijks, ontwierp wetten en privilegiën en had het oppertoezicht op de rechtspleging.

De afzonderlijke gewesten werden bestuurd door stadhouders, die meestal meer dan een gewest onder hun regiem hadden; zo bv. de stadhouder van Holland, Zeeland en Utrecht.

Karei V heeft de Staten-Generaal tijdens zijn regering meer clan 50 maal samengeroepen. Zijn zoon Filips hield er niet van, omdat er altijd een oppositiewind waaide.

Alleen bij plechtige gelegenheden kwamen alle leden ter vergadering op. Bij minder plechtige waren Friesland, Groningen, Gelre, Overijssel en Luxemburg niet aanwezig; wel weer de steden Doornik en Valenciennes.

In de Statenvergadering was een jurist, advocaat van den lande, syndicus of secretaris geheten, die voorzat en de correspondentie voerde. Uiteraard was hij de vraagbaak der heren.

In de vroedschappen der steden heetten zulke ambtenaren pensionarissen.

P-J. LAMORé.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 september 1950

Daniel | 12 Pagina's

Vaderlandse Geschiedenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 september 1950

Daniel | 12 Pagina's