Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GEWIJDE GESCHIEDENIS N.T.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEWIJDE GESCHIEDENIS N.T.

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

2 Samuël 5—10

DAVID, KONING TE JERUZALEM

1. Het verzoek van al de stammen Israëls.

2. Jeruzalem tot hoofdstad des Rijks.

3. De opvoering van de Arks des Verbonds.

4. Davids voornemen om een tempel te bouwen.

Na de dood van Isboseth was er feitelijk niemand meer in Sauls huis, die de regering kon overnemen.

Mefiboseth was jong en door zijn kreupelheid ongeschikt voor het koningschap.

Het volk besloot eenparig David, die nu zeven jaren had geregeerd over Juda, tot Koning uit te roepen over l9raëi.

De afgevaardigden van alle stammen komen tot David te Hebron om hem de heerschappij over te dragen.

Zij voeren daarvoor drie gronden aan.

1. Wij zijn Uw gebeente en vlees, m.a.w. gij zijt onzer één.

2. Gij waart onder de regering van Koning Saul de aanvoerder in de krijg.

3. Gij zijt van de Heere tot onze koning aangewezen en gezalfd.

De koning sluit een verbond en wordt tot koning over gans Israël gezalfd.

De eerste daad van David was nu om Jeruzalem tot hoofdstad te verheffen.

Deze stad was bij de verdeling van het Joodse land tijdens Jozua, aan Benjamin toegewezen.

Zij hadden echter de Jebusieten niet geheel uit deze sterke vesting kunnen verdrijven.

David duldde niet langer, dat deze stad in handen van mensen was, die volgens het Goddelijk bevel al lang moesten zijn uitgeroeid.

De Jebusieten meenden dat hun vesting niet kon worden ingenomen.

Spottend zeiden zij, dat kreupelen en blinden wel in staat waren om die vesting te verdedigen.

Toch heeft David deze burcht ingenomen.

Van cederen hout, dat op de Libanon groeide, heeft David een paleis gebouwd.

De belangen van het godsdienstig leven wogen David zwaar op het hart.

Daarom besloot hij aan de Ark een vaste verblijfplaats binnen Jeruzalem te geven.

> Zij was thans te Kirjath-Jearim in het huis van Abinadab.

Helaas, werden bij de opvoering der Ark, op zichzelf een prijzenswaardige daad, 's Heeren ordinantiën niet stipt nageleefd.

Inplaats dat de Ark gedragen werd door cle Levieten, werd zij op een nieuwe wagen vervoerd.

Toen de runderen struikelden en de ark dreigde om te vallen strekte Uzza zijn hand uit om de ark tegen te houden.

De Heere toonde Zijn misnoegen en Uzza stierf.

Davids plan om de ark naar de stad op te brengen werd uit vrees niet uitgevoerd.

Zij werd nu gebracht in het huis van Obed-Edom.

Toen David zag, dat de Heere het huis van Obed-Edom zegende, liet hij de ark naar Jeruzalem brengen en nam cle voorschriften nauwkeurig in acht.

In een linnen lijfrok huppelde David voor de ark.

Michal vond dat in strijd met de koninklijke waardigheid en verachtte haar man, waarvoor de Heere haar heeft gestraft.

Nu de ark naar Sion was gebracht en daar in een tent geplaatst, kwam de gedachte bij David op om een tempel te bouwen.

Een tempel is een vaste woonplaats meer dan een tent of tabernakel.

Met de profeet Nathan heeft David over zijn plan gesproken.

De profeet moedigde hem aan het uit te voeren.

De Heere oordeelde anders.

Niet David, maar zijn zoon Salomo was daartoe aangewezen.

Salomo zou een koning des vredes zijn.

De diepere zin is echter, dat Davids Zoon en Davids Heere, de meerdere Salomo een tempel zou bouwen van levende stenen naar een van eeuwigheid gemaakt bestek.

Nadat David de woorden van Nathan gehoord had, ging hij in voor het aangezicht des Heeren in cle tent en stortte zijn hart voor de Heere uit en dankte Hem voor Zijn belofte en bad om vervulling daarvan.

Zijn belofte aan Jonathan gedaan heft hij trouwelijk vervuld aan Mefiboseth.

Vele vijanden heeft David verslagen, diepe wegen heeft hij moeten doorwandelen.

< Het geloof was de zenuw van zijn kracht.

Dat geloof heeft de Heere gedurig versterkt en daarom kon hij zingen:

„Zo ik niet had geloofd, dat in dit leven Mijn ziel Gods gunst en hulp genieten zou, Mijn God waar was mijn hoop, mijn moed gebleven, Ik was vergaan in al mijn smax-t en rouw."

Vragen:

1. Is dansen geoorloofd, omdat David voor de ark huppelde ?

2. Welke Psalmen werden gezongen bij de opvoering van de ark?

3. Waarom was Mefiboseth zo bevreesd toen hij bij David moest komen?

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 oktober 1950

Daniel | 12 Pagina's

GEWIJDE GESCHIEDENIS N.T.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 6 oktober 1950

Daniel | 12 Pagina's