Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Leer en Leven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leer en Leven

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

(28.)

I. Het Woord Gods. (y, toelichting.)

Van bevriende zijde vernemen wij, dat „men" het niet eens was met het door ons geschrevene over Openbaring 20 in „Daniël" van 12 Jan. jl. .Deze mondelinge mededeling bracht ons er toe, om dit onderwerp nog eens grondig te bestuderen, om na te gaan, waarin wij mis zouden zijn geweest. „Men" heeft ons hier niet over geschreven, zodat we niet precies weten, wat het bezwaar is. Toch vinden we het feit te belangrijk, om het niet onder de aandacht van onze lezers te brengen. Mogelijk zijn er meerderen, die hier moeilijkheden zien, doch dit niet direct onder woorden kunnen brengen en ook niet altijd dadelijk naar de pen grijpen. Vandaar dit extra artikel, dat u dus als een toelichting op het reeds geplaatste over de visionnaire spreekwijze moet beschouwen. We hopen, dat het tot verduidelijking van het door ons geschrevene dienstbaar mag zijn.

Het is niet onze bedoeling u een exegese (tekstverklaring) van Openbaring 20 te geven, doch slechts te spreken over de binding des Satans. Voor ons is het van groot belang, wat we onder deze binding hebben te verstaan. Is die binding reeds geschied of zal die nog geschieden?

Bij de bestudering van deze vragen sluiten we ons gaarne aan bij de verklaringen, die Dr S. Greydanus geeft in zijn: „De Openbaring des Heeren aan Johannes, " en wat Dr J. C. de Moor zegt in zijn boek: „De hemel geopend", deel II. Ook Dr K. Dijk staat in dit opzicht geheel aan onze zijde in zijn verhandeling over: „Het Rijk der Duizend Jaren." Vader Brakel laat ons in zijn „Redelijke Godsdienst" op dit punt met de moeilijkheden zitten. Alleen de Kanttekenaren geven nog enige nadere verklaring, wat ons nog van nut kan zijn. Ziedaar de bronnen, die we ter hand genomen hebben.

In Openb. 20 : 3 lezen we: En (HIJ) greep de draak en bond hem duizend jaren." Wie die „hij (HIJ)" is, kunt ge licht vatten. Het is de Heere Jezus Christus, Die de strijd met Satan heeft gestreden en hem overwonnen heeft. Let wel: EEFT! De slangenkop is verpletterd, de hel is overwonnen! Daar moeten we vooral de nadruk op leggen. En al is het waar, dat de duivel al zijn krachten inspant om zijn verloren macht te herwinnen, hij ligt verslagen aan Christus' voeten, Wien alle macht gegeven is in hemel en op aarde. Hij zwaait zijn scepter ook over hem!

En vraagt ge, wanneer die overwinning bevochten is? Die strijd is gestreden tijdens Christus' omwandeling op aarde, dus gedurende Zijn eerste komst. Hij was gekomen, om de werken des duivels te verbreken. Dat bleek reeds bij de verzoeking in de woestijn, toen Hij als die Tweede Adam tot driemaal toe de verleiding van satan weerstond en hem versloeg met het majestueuze: „Daar staat geschreven!" Dan moet de duivel als overwonnen wijken. Hier kunnen we reeds spreken van een binding des satans, want als Christus zegt: Ga weg, satan!, dan moet hij wijken en de engelen dienen Jezus en eren Hem als Overwinnaar. Hoevele duivelen worden later door Hem uitgeworpen, zodat van Hem gezegd kan worden: Zelfs de duivelen zijn Hem gehoorzaam! De grootste zegepraal behaalt de Heere Jezus echter als de Borg en Middelaar in Zijn lijden en sterven, in Zijn bloed en opstanding. Dan worstelt de duivel met Hem in al zijn haat en vijandschap, als de ganse hellemacht op Hem aanstormt in de Hof van Gethsémané, als Zijn ziel bedroefd is ter dood toe. En eindelijk als Hij daar hangt aan het vloekhout des kruises en satan in de drie uren van verlating alle angsten der hel op Christus' ziel werpt. Maar het is alles tevergeefs. Christus overwint en gehoorzaamt de Vader tot in de dood. En in Zijn sterven ontwringt Hij aan Satan het geweld der hel. Satan ligt aan Zijn voeten, ligt in de boeien en kan niets meer doen zonder de wil van Christus.

Met de overwinning van Christus is dus de perióöê van duizend jaren, waarvan in het visioen sprake is, begonnen. Naar de aard van de Openbaring moeten we ook thans het getal 1000 symbolisch nemen, zoals het de volle ontwikkeling beduidt. Het is 10 x 10 x 10, het grondtal van ons rekenkundig stelsel tot de derde macht verheven. Tijdens deze tijdruimte kan de boze slechts beperkte macht uitoefenen. Hij ligt a.h.w. aan de ketting en kan slechts doen, wat de Heere Jezus hem vergunt

Waaruit blijkt echter zijn beperkte macht? zult ge wellicht vragen. Door alle eeuwen heen laat satan toch zijn invloed gelden? Het is w r aar, maar er is verschil. Let maar op! Er staat zo uitdrukkelijk bij, waarom de duivel gebonden werd, nl.: „Opdat hij de volkeren niet meer verleiden zou!" Met deze volkeren worden de volkeren der wereld bedoeld in onderscheiding met het volk Gods, dat in het licht van Zijn Openbaring wandelt. In de tijden voor Christus' geboorte wandelden de heidenen in het nachtelijk duister van de leugen, als trouwe volgelingen van de vader der leugenen. De wereld ligt verzonken in wellust en afgodendienst. Alle volken voert de verleider der mensen als zijn buit mee. Slechts één klein volk, het volk Israël, kent de vrees des Heeren, hoewel ook dat volk nog menigmaal van de Heere afwijkt. Zo zijn er temidden van die millioenen slechts weinigen, die wandelen in het licht van Gods vriendelijk aangezicht. Was er dan toen niet een bijna onbeperkte macht van de draak en verleide hij dan niet de volkeren?

Maar nu na Christus' machtige overwinning, na Zijn Kruistriumf! Dón wordt het anders. Al dadelijk na de Pinksterdag verliest de vorst der duisternis zoveel terrein, dat het ons verbazen moet. Paulus behaalt overwinning op overwinning. Hij, de heidenapostel, verbreidt het Christendom ver buiten Jeruzalem. Het heidendom moet terugwijken, zodat zelfs een Julianus de afvallige stervend uitroept: „En toch hebt Gij, Gallileër, overwonnen!"

Dit alles predikt ons de gebondenheid van de vorst der duisternis. Het christelijk geloof zegeviert. Tijdens Constantijn de Grote wordt de christelijke religie officieel erkend. En zo gaat het Evangelie van volk tot volk. Satan heeft dus zijn terrein verloren, en welk een ontzaglijk verschil met de toestand vóór Christus. En is zelfs na de zogenaamde „donkere" Middeleeuwen in de gezegende Reformatie de Kandelaar van Gods Woord niet in al haar luister te midden van vele volkeren geplaatst? En al heeft de duivel gepoogd om zijn verloren terrein te herwinnen, het is hem in de gangen dereeuwen niet gelukt de volkeren, n.1. de volkeren, die buiten het licht der openbaring leven, te verzamelen tot een machtige eenheid om het Christendom te verpletteren. En toch is het Christendom het kleinste deel der mensheid!

Zo zien we hier de binding van de draak! Wie dus een vergelijking maakt tussen de eeuwen vóór en nó, Christus moet het grote onderscheid wel opmerken. Was de duivel niet gebonden, dan zou er nimmer van zulk een zegepraal van het Evangelie sprake zijn geweest.

Dr de Moor zegt: „En als Satan niet op het ogenblik gebonden was en wij niet in de duizend jaren verkeerden, gedurende welke het koninkrijk Gods tot volle ontwikkeling komt, zouden dan de millioenen heidenen onder de invloed des Bozen niet in staat zijn om de duizenden Christenen te verdelgen en alle prediking des Woords te verhinderen? Ongetwijfeld zal dat eens geschieden, in die allervreselijkste laatste dagen, waar de Heere Jezus reeds voor waarschuwde en waarvan ook onze tekst spreekt. Eens komt er een ure, dat de beperking van Satan weer ophoudt. Dan wordt hij voor een kleine tijd ontbonden, en zal zijn volle kracht kunnen aanwenden om Christus en de Zijnen tegen te staan. Met zijn trawanten zal hij zich buitengewoon verblijden omdat hij meent nu toch zijn doel te zullen bereiken. Hij begrijpt niet, dat dit onbelemmerd werken

slechts voor een kleine tijd is, door God bepaald, en vooral niet, dat dit zo moet, naar de wijze raad des Heeren, opdat nu de wereld haar voleinding en haar oordeel vinde, mede door zijn dienst, opdat aldus de Christus volkomen verheerlijkt worde en God almachtig weder alle eer ontvange." („De hemel geopend", II, blz. 142/143.)

De toestand van ongebondenheid duurt dus kort, vooral in vergelijking met de door de Schrift genoemde „duizend jaren", en om der uitverkorenen wil zullen deze dagen vol ontzetting verkort worden. Het lijden van 's Heeren Kerk is dan spoedig voorbij. En met Satan's macht en glorie is het ook gebeurd. Hij moge er zich over verblijden, dat hij nu eindelijk tóch nog zijn doel bereiken zal, eer hij het weet verschijnt Jezus op de wolken des hemels en zal hem als de Overwinnaar van dood, graf en hel werpen in de poel, die eeuwig brandt van vuur en sulfer. Op dit korte glorietijdperk volgt een eeuwige verderfenis. Maar ook voor Gods volk volgt op die kleine tijd van ontzaglijke verdrukking een eeuwigheid van zaligheid en heerlijkheid.

Dat moge ons tot troost zijn op onze reis door dit Mesech der ellende, waarin satan nog zovele pijlen op ons afschiet, wanneer wij door genade hem de dienst hebben mogen opzeggen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 1951

Daniel | 12 Pagina's

Leer en Leven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 9 maart 1951

Daniel | 12 Pagina's