Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GEWIJDE GESCHIEDENIS N.T.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEWIJDE GESCHIEDENIS N.T.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Handel. 15 : 36—41; 16 en 17; 18 : 1—22

PAULUS' TWEEDE ZENDINGSREIS

1. Zijn reis door Syrië en Klein-Azië

2. Paulus te Filippi

3. Paulus te Thessalonica en Berea

4. Paulus te Athene

5. Paulus te Corinthe

6. De terugkeer van Paulus.

Nadat Paulus een tijd lang in Antiotehië vertoefd had, werd de begeerte bij hem levendig, de Zendingsgemeenten weer te bezoeken.

Hij deed het voorstel aan Barnabas om het samen te doen.

Er kwam echter onenigheid over de vraag wtfe men zou meenemen.

Barnabas wilde Johannes Marcus medenemen. Paulus wilde dat niet.

Toen is Barnabas met Johannes Marcus vertrokken en Paulus heeft Silas medegenomen.

Deze beiden hebben eerst de gemeenten in Syrië en Cilicië bezocht en kwamen toen te Derbe en Lystre.

Waarschijnlijk te Lystre vond Paulus een jonge man, Timatheus genaamd, die een getrouw metgezel van hem zou worden op zijn reizen.

Hij was de zoon van een gelovSge Joodse Euniee genaamd, maar van een Griekse vader. vrouw,

Vreemd vinden wij het misschien, dat Paulus deze jeugdige discipel voordat hij hem meenam, besneed.

Schijnbaar volgt Paulus hier een andere gedragslijn dan met Titus, die hij niet wilde besnijden.

Toch was Paulus niet tweeslachtig.

Titus was nl. een gelovige uit de heidenen.

Timotheus daarentegen zoon van een Joodse vrouw. Omdat de kinderen bij tweeërlei godsdienst gerekend werden tot de godsdienst der moeder, zou het bij de Joden ergernis geven, zo Timotheus niet besneden was.

Dit zou de voortgang van het Evangelie Joden belemmeren. onder de

Bij dit drietal voegde zich in Troas bovendien Lucas, de schrijver van de Handelingen der apostelen.

Zij gaan door Frygië en Galatië en willen in de provincie Azië het Evangelie prediken, maar de Geest belette dit.

Te Troas ontving Paulus een Goddelijke openbaring om de oude wereldzee over te steken en in Europa het Evangelie te brengen.

Een schip is spoedig gevonden.

Na een voorspoedige reis kwamen zij te Neapcüis, een havenstad van Filippi.

Deze stad, gesticht door Filippus van Macedonië, vader van Frederik de Groote, door Augustus, nadat hij als Octavianus Brutus en Cassius aldaar verslagen had, tot een Romeinse Kolonie gemaakt, zou het arbeidsveld van de apostel worden.

Er was geen Synagoge, zodat de Joden bij de rivier op de Sabbat tot Jehova baden.

Van de hoorders wordt ons met name genoemd: Lydia, een vrouw die afkomstig was van Thyatira en daar in purperen stoffen handelde.

Van haar staat geschreven dat zij God diende, hetwelk betekent, dat zij een proseliete was.

Door middel van de prediking van Paulus opent de Heere haar hart en dan gaat ze acht geven op de Goddelijke boodschap.

Als ons hart open gaat, gaan ook onze oren open en ook ons huis.

Lydia is de eerstelinge van Europa en achter haar komt een grote schare.

Gelukkig als wij er ook bij mogen behoren.

De propaganda van het rijk der duisternis door middel van een dienstmaagd wijst Paulus af.

Dat weid oorzaak, dat zij in de gevangenis terecht kwamen.

In de gevangenis zongen zij Gods lof.

Door een aardbeving werd de gevangenis geopend en de stokbewaarder; -die meent, dat al de gevangenen ontvlucht zijn, wil zichzelf van het leven beroven.

Die gebeurtenis werd de stokbewaarder tot een eeuwige zegen.

Dan gaan de vijanden van Gods knechten hun striemen wassen en verzachten en zorgt de Heere dat zij tenvolle in hun rechten worden hersteld.

Van Filippi is Paulus naar Thessalonica gereisd. Zijn prediking wierp gezegende vruchten af.

De Joden konden dat niet verdragen en hun hittere vijandschap komt openbaar.

Dat gebeurt heden ten dage nog.

Het kruisevangelie is de vrome Jood een ergernis.

Als een prediker de mensen maar bouwt in hetgeen ze bezitten of menen te bezitten, dan roept men: „Hosanna!"

sanna!" Maar als een bevinding wordt gepredikt naar de Schrift en niet naast de Schrift, dan komt de vijandschap openbaar en worden Gods getrouwe knechten gegeseld met striemende woorden.

Van Thessalonica ging men naar Berea.

Daar waren de mensen edeler dan de Thessalonica. Onbevangen mochten ze luisteren.

Die edele geest wordt helaas bij vele hoorders gemist.

Niet met ledige vaten, maar met een woordenzeef gaan ze naar de kerk.

Ook in Berea wordt tegen de leer van souvereine genade gestookt, zodat Paulus vertrok met enkele broeders naar Athene.

Hier werd zijn geest ontstoken vanwege de afgodendienst.

Bij het altaar gewijd aan de onbekende God kreeg Paidus gelegenheid om te spreken van de ene ware God.

Al begonnen de wijze Grieken te spotten met de opstanding der doden, de prediking was niet ongezegend.

Dionisius de Areopagiet en zijn vrouw Dainaris en nog anderen kwamen tot het geloof.

Van Athene is Paulus naar Corinthe gegaan, de Griekse handelsstad bij uitnemendheid.

Hier voegden zich 'Silas en Timotheus weer bij hem.

In een nachtgezicht versterkte de Heere Zijn knecht, om met moed voort te arbeiden en niet bevreesd te zijn.

In Corinthe bleef Paulus achttien maanden. Met grote zegen heeft hij daar gearbeid.

De Man op het witte paard gaat steeds uit, overwinnende, opdat Hij overwon.

Van Corinthe is Paulus weer teruggekeerd.

Hij is met Aquila en Priscilla scheep gegaan naar Efeze.

Hier laat hij beiden achter en belooft later terug te komen.

Toen is Paulus naar Cesarea gereisd en vandaar naar Jeruzalem, waar hij een der grote feesten heeft meegevierd.

Van Jeruzalem is hij naar Antiochië gegaan.

Zo gebruikt de Heere nog steeds Zijne knechten om het kostelijke zaad uit te strooien.

De uitkomst laten we aan de Heere over, maar we weten dat Gods Woord nooit ledig wederkeert.

Die met tranen zaaien zullen met gejuich maaien.

Ds A. de Blois.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 augustus 1951

Daniel | 12 Pagina's

GEWIJDE GESCHIEDENIS N.T.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 augustus 1951

Daniel | 12 Pagina's