Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Zijner handen werk (32)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Zijner handen werk (32)

DE GRANAATAPPEL

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nu we achtereenvolgens artikeltjes geschreven hebben over wijndruif, olijf en vijg en thans de granaatappel willen behandelen, moet ons eerst een opmerking uit de pen en wel deze, dat de boomgaarden in Palestina een heel ander karakter dragen dan bij ons. Wanneer wij aan boomgaarden denken, denken we aan kersen, pruimen, peren en appels. In Bijbelse tijden kwamen de meeste van deze vruchtbomen niet voor. Klimaat en bodem zijn niet geschikt. Hebreeuwse namen voor kers, pruim en peer zijn dan ook onbekend.

De granaatappel was echter vanouds bekend. Het is een struik of kleine boom, die meestal de hoogte van 4 m niet haalt.

De bloemen zijn fel rood van kleur, de bloembladen purper, de kelkbladen scharlakenrood. Prachtig: mooi steken deze rode bloemen af tegen de smalle, groene bladeren.

De vrucht heeft ongeveer de grootte van een flinke appel. Verder heeft de granaatappel met onze appels niets uit te staan. Het is een geheel ander soort vrucht. Buitenom zit een taaie, dunne schil, bij rijpheid evenals de bloemen rood van kleur. Inwendig is de vrucht door vele schotten verdeeld in verschillende delen, ongeveer zoals bij een sinaasappel, maar de schotjes bij de granaatappel zijn veel sterker. In deze verschillende delen zitten de zaden, ongeveer zo groot als tarwekorrels. De appel is a.h.w. volgepakt met vlezige cellen, die ieder een zaadje in zich hebben. Door de vele pitten is het minder aangenaam de vrucht uit de hand te eten. Daarom perst men ze meestal uit. Men verkrijgt dan een heerlijke drank, fris-zuur van smaak, verkwikkend voor degenen, die honger of dorst hebben. Dit maakt deze vrucht in het warme Oosten zo zeer begeerd.

De schil is hard en wrang, de mond samentrekkend. Deze gebruikt men tot het verven van kleren.

Daar de granaatappel een plant is, die bijzondere zorg en veel water verlangt, vindt men hem vaak bij bronnen en in boomgaarden.

Perzië is waarschijnlijk het vaderland geweest, maar in oude tijden kwam hij ook reeds in Egypte voor, zoals bij vondsten in de pyramiden gebleken is.

Telkens komen we in de Bijbel de granaatappel tegen, waaruit blijkt, dat hij toen algemeen voorkwam: Daarna kwamen zij tot het dal Eskol, en sneden van daar een rank af, met een tros wijndruiven, die zij droegen met tweeën, op een draagstok; ook van de granaatappelen en van de vijgen." (Num. 13 : 23.) Tijdens de veertigjarige omzwerving in de woestijn klagen de Israëlieten: , En waarom hebt gijlieden ons doen optrekken uit Egypte, om ons te brengen in deze kwade plaats? Het is geen plaats van zaad, noch van vijgen, noch van wijnstokken, noch van granaatappelen; ook is er geen water om te drinken." (Num. 20 : 5). En wanneer Mozes het land Kanaan schildert, zegt hij: Een land van tarwe en gerst en wijnstokken en vijgebomen en granaatappelen; een land van olierijke olijfbomen, en van honing enz. (Deut. 8:8), De belangrijkheid blijkt wel hieruit, dat hij steeds onmiddellijk na vijg en wijnstok genoemd wordt.

Dat de boom een prachtig gezicht oplevert, wanneer

hij bloeit, lezen we in Hoogl. 7 : 12: Laat ons vroeg ons opmaken naar de wijnbergen, laat ons zien of de wijnstok bloeit, de jonge druifjes zich opendoen, de granaatappelbomen uitbotten; daar zal ik U mijn uitnemende liefde geven."

„Uw lippen zijn als scharlaken snoer, en uw spraak is liefelijk; de slaap uws hoofds is als een stuk van een granaatappel tussen uw vlechten." (Hoogl. 4:3.)

„Uw wangen zijn als een stuk van een granaatappel tussen uw vlechten" (Hoogl. 6:7). Tot tweemaal toe dient de prachtige granaatboom hier als beeld van de liefelijkheid der bruid.

In Hoogl. 8 : 2 gaat het over het heerlijke, verfrissende granaatappelsap: Ik zou U leiden; ik zou U brengen in mijnen moeders huis. Gij zoudt mij leren; ik zou U van specerijen te drinken geven, en van het sap van mijn granaatappelen."

De granaatappelboom was verder een bijzondere zegen des Heeren. De vruchten komen voor als tabernakel-en tempelversiering en aan het gewaad van de hogepriester: En aan deszelfs zomen zult gij granaatappelen maken van hemelsblauw, en van purper en van scharlaken, aan zijn zomen rondom, en gouden schelletjes, rondom tussen dezelve. Dat er een gouden schelletje, daarna een granaatappel zij; wederom een gouden schelletje, en een granaatappel; aan de zomen des mantels rondom." (Ex. 38 : 33, 34.)

tels rondom." (Ex. 38 : 33, 34.) „Zo maakte hij de pilaren, mitsgaders twee rijen rondom over het ene net, om de kapitelen, die boven het hoofd der granaatappelen waren, te bedekken; alzo deed hij ook aan het andere kapiteel." (1 Kon. 7 : 18.)

Werd land en volk gezegend, dan deelde ook de granaatappel in de zegen, werd daarentegen land en volk gestraft om de zonden, deze straf strekte zich ook uit over de granaatappel: Is er nog zaad in de schuur? Zelfs tot de wijnstok en de vijgeboom en de granaatappelboom en de olijfboom, die niet gedragen heeft, die zal Ik van deze dag af zegenen" (Hagg. 2 : 20.) „De wijnstok is verdord, de vijgeboom is flauw, de granaatappelboom, ook de palmboom en appelboom; alle bomen des velds zijn verdord; ja, de vrolijkheid is verdord van de mensenkinderen" (Joël 1 : 12.)

Soms kreeg een boom of bomen om de een of andere reden een bijzondere bekendheid. Wij wijzen slechts op de „eikenbossen van Mamre, " „de palmboom van Debora." Zo stond er ook een beroemde granaatappelboom te Migron. In de geschiedenis van koning Saul wordt hij met name genoemd in 1 Sam. 14 : 2: Saul nu zat aan het uiterste van Gibea onder de granatenboom, die te Migron was; en het volk dat bij hem was, was omtrent zeshonderd man.

Het oud-Hebreeuwse woord voor granaatappelboom is rimmon. In verscheidene plaatsnamen treffen we dit woord in de Bijbel aan als evenzovele herinneringen aan deze prachtige versiering des lands. We noemen slechts: immon in het stamgebied van Simeon (Joz. 19 : 5) Gath-Rimmon in het gebied van Dan (Joz. 19 : 45) en de Levietenstad Gath-Rimmon in Manasse (Joz. 21 : 25)

N.B. Het nieuw-Hebreeuwse woord „rimmon" betekent „handgranaat."

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 december 1951

Daniel | 12 Pagina's

Zijner handen werk (32)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 december 1951

Daniel | 12 Pagina's