Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Briefwisseling

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Briefwisseling

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Beste lieden,

Op 9 Aug. 1863 deed Dr A. Knijper, Abraham de Geweldige, zijn intrede te Beesd. Hij was toen nog op en d' op modern en stak dat niet onder stoelen of banken. Zo preekte hij er 18 Dec. 1864 nog over Jes. 7. „Zie een maagd zal zwanger worden en een zoon baren" en hij legde uit, dat daarmede een jonge vrouw bedoeld werd, zoals Prof. Kuonen hem ook geleerd had. De „Leidse Vertaling" heeft dat nog zo. Er ivaren maar enkele eenvoudige vromen in Beesd, die daar niets van wilden weten, omdat dit een der grondzuilen der gereformeerde leer omverstoot, zoals ge uit uw Catechismus Zondag 14, ook wel zult bemerken. Een eenvoudige vrouw, Pietje Baltus, bestreed hem als hij op huisbezoek kivam en dit bracht Kuijper tot nadenken en nadere studie van de Calvinistische Ier. Dr Knijper noemt dit de aanvang van zijn bekering. Later, in 1876, toen hij lid van de Tweede Kamer geworden was, overwerkte hij zich en ging in Nico een rustkuur doen; en daar, zegt hij, „is mijn ziel overgezet naar de beslistheid van de besliste en doortastende religie onzer vaderen te Nice ging ik met beslistheid over." En op 20 Mei 1876, slapende op de top van de Simplon, droomde hij dat Groen van Prinsterer door de Engelen naar zaliger gewesten werd weggedragen. Inderdaad is in die nacht Groen gestorven.

Kuyrper was niet alleen machtig met zijn woord maar ook geweldig met de pen. Formidabel is wat deze man al niet naar de drukker zond. Hij werkte zich in de gereformeerde theologie in en begon die verder te ontwikkelen. Geen enkel stuk der leer scheen hem te diep; hij schreef zeer begrijpbaar, zodat het volk zijn preken en boekwerken ook las. Groen van Prinsterer had deze gave om voor het volk te schrijven beslist niet.

28 Juni 1867 vertrok Dr Kuyper naar Utrecht, daar Dr Beets, die zelf weinig hoorders trok, hem aanbevolen had. In Utrecht begon Kuyper zijn strijd tegen de Hervormde Synode die al ivat gereformeerd was, heftig tegenstond en brutaal ten ontder hield. Met deze Synode verklaarde Dr Kuyper geen gemeenschap des geloofs en der belijdenis meer te bezitten. In de ontwikkeling der leer gaf hij een nadere uiteenzetting van de Verbondsleer der oude Gereformeerde Vaderen en dit leidde hem tot de zo bekende stelling der veronderstelde wedergeboorte. Het „oude volkjede mensen van 1834, (van de Afscheiding) en wie er verder nog waren, „nam" dit niet en zie daar: tot heden, 1051, beroert dit gevoelen heel de Gereformeerde Kerken, de „doleantie" zowel als „art. 31" Van Prof. Dr Schilder. Ja, daar is al wat over te koop geweest. Kuijper's dogmatiek had een stcrk-intellectuële inslag; zijn systeem sloot als een bus en appelleerde direct aan het verstand, dat er voor in vuur geraakte, maar haar „voorwerpelijkheid" sprak niet tot het hart dat met schuld torste. Door heel het land gingen zijn discipelen later uit, men ijverde op de kansel en de ouderlingen deden trouw huisbezoek om velen te dwingen in te gaan. En ik behoef maar te noemen Kuyper's: Distel en Mirt, dat druk ivcrd uitgedeeld, om bij de oudere (mede)-lezers herinnering aan heftige discussies uit de dagen 1886 en later, op te roepen. Voor een distel zal een mirt opgaan zegt Jesaia, en wie maar even meende een distel te zijn, werd door Kuyper tot een mirt gepromoveerd. En toch waren er arme tobbers die deze troost afwezen.

En nu ivat anders.

En nu ivat anders. Toen Ds Hendrik de Cock in 1834 te UIr urn stond en daar met zijn gemeente de acte van „Afscheiding en Wederkering" opstelde (14 October 1834) was er al heel ivai gebeurd. Ds de Cock kwam ook van de Rijks-Universiteit en voor 1829 had hij nog nooit de Dordt.se Leerregels gezien en voor 1831 niets van Calvijn gelezen. Zo mooi zag het er toen met de jonge dominé's uit. En toen, was daar een man, K. P. Kuipinga, een man op leeftijd, die nog belijdenis zou doen. Ds de Cock onderwees hem, maar die man bleef maar zeggen: „Als ik nog één zucht tot mijn zaligheid moest toebrengen, was ik voor eeuwig verlorenEn daar begon Ds de Cock over na te denken en werd argwanend over zichzelf, hij begon de oude schrijvers te onderzoeken en de Heere riep hem kennelijk uit zijn geleerd bolwerk om het Koninkrijk Gods tc ontvangen als een kindeke.

En zo is het nu maar. De Heere verlicht de duistere ogen, een mens moet bekeerd worden. Dat is een hemelswerk, maar ook weer zeer eenvoudig: al wat God ah eis stelt, dat brengt Hij Zelve jnede: alle dingen zijn gereed. En het is zoals de oude juffrouw tot haar zoon zeide: „Kind, het is maar een uitgewerkte zaligheid, die aan ons moet ivorden toegepast." Daar heb je voorwerpelijkheid en onderwerpelijkheid.

O. dierbaar Kind, o stof van Vreugd, Geschenk van 't Alvermogen! Ere zij God in de hoogste Hemelen. Vrede op aarde. In de mensen een welbehagen! — Dit is een onuitsprekelijke vreugde, Worde die U en mij geschonken of weer bevestigd!

Hartelijk gegroet,

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 december 1951

Daniel | 12 Pagina's

Briefwisseling

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 december 1951

Daniel | 12 Pagina's