WILLEM BILDERDIJK

IETS UIT ZIJN LEVEN

Willem Bilderdijk werd in 1756 te Amsterdam geboren. In de Patriottentijd groeide hij dus op. Zijn vader. Izaak Bilderdijk, was eerst geneesheer en later inspecteur van de belastingen. Hij was een vurig Oranjeman en vijand van de revolutie. De Oranjeliefde was Willem dus met de paplepel ingegeven. Tussen de zoon en de moeder (Sibilla Duyzenddaalders) schijnt geen beste verstandhouding geweest te zijn. Vandaar was Willem» jeugd niet bepaald zonnig. Daar kwam nog bij, dat hij tien jaren lang, van zijn zesde tot zijn zestiende jaar, de kamer moest houden, omdat hij een ontsteking in zijn been had, als gevolg van een schop, door een makker op straat hem gegeven. Dit huisarrest benutte Willem door flink te studeren. Er wordt verteld, dat hij al kon lezen toen'hij twee jaren oud was, en zeer jong de werken van Cats al had gelezen en zelfs verstaan!

Op zijn veertiende jaar begon hij al te rijmen. Dr Verschuur had bij hem de leeslust aangewakkerd. In 1775 schreef hij een vers „Invloed der dichtkunst op het staatsbestuur, " dat bekroond werd door het Leidse genootschap „Kunst wordt door arbeid verkregen."

Later deed hij mee aan een prijsvraag: „Verband tussen dichtkunst en welsprekendheid." Hij en de bekende Van Alphen moesten kampen om de eerste prijs. De stemmen staakten en na loting werd Bilderdijk de gelukkige winnaar.

Ondertussen was hij gaan werken op het kantoor van zijn vader, maar 't ging tegen zijn zin. Hij wilde rechten studeren aan de Leidse hogeschool. Dit gebeur-

V. de, en in 1782 kon hij zich als advocaat in Den Haag vestigen. In de Oude Kerk te Amsterdam huwde hij (21 Juni 1785) met Catharina Rebecca Woesthoven, een dochter van Jan Woesthoven, die „plaatsmajoor te Wageningen" was.

Dit huwelijk is niet gelukkig te noemen. Vijf kinderen werdén geboren, waarvan er drie jong stierven. Het vierde, een zoon, stierf op 22-jarige leeftijd te Landau als soldaat. De oudste dochter, Louise Sibilla, overleed te Haarlem (bijna 47 jaar.) Wat dit huwelijk zeker ongelukkig maakte was wel, dat Bilderdijk in 1797 te Londen een tweede echtgenote aannam. In 1795 was Bilderdijk verbannen, omdat hij de revolutiebeginselen niet wou goedkeuren. In Bilderdijks Bijbel stond in het Latijn geschreven: „Anno 1797, 18 Mei te Londen heb J ik als vrouw aangenomen de edele maagd C. G. S„ die mij de Almachtige God ongedeerd behoude." Die C. G. S. was Catharina Wilhelmina Schweickhardt, de later bekende dichteres Vrouwe K. W. Bilderdijk.

We zullen hier niet verder op die zaken ingaan. Een tipje opgelicht van de sluier vertoont wel, dat het huwelijksleven van Bilderdijk niet bepaald benijdenswaardig was, maar hoogst zondig.

Engeland wordt later verwisseld met Brunswijk. In de jaren van ballingschap moest Bilderdijk hard werken om aan de kost te komen. Hij gaf lessen, vertaalde processtukken, oefende medische praktijk uit en tekende portretten. Het is een geluk als men (in zulke omstandigheden) een manusje-van-alles is.

Uit zijn Londense tijd dateert zijn bekend gedicht:

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen