Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WILLEM BILDERDIJK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WILLEM BILDERDIJK

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

't Is jammer dat onder de 200.000 versregels, die Bilderdijk heeft nagelaten, er zo'n groot percentage is, dat zinloos gerijmel genoemd moet worden. De dichter Bastiaane schrijft:

Slotbeschouwing

„In sommige verzen is Bilderdijk een dichter geweest, die poëzie maakte op ogenblikken, dat de zinnelijkheid hem dreef of het godsdienstige geval zijns harten hem bracht tot een ootmoedig gebed of menselijke klacht; in vele momenten een niet-onbedreven versificator; zeer vaak een slordig rijmer, wien het ten allen tijde aan de nodige zelfcritiek heeft ontbroken."

Dr Kollewijn zegt:

„Als men zijn dichtwerken op goed geluk opslaat is de kans om verzen onder de ogen te krijgen, zó middelmatig, dat ze in geen dichter hadden mogen opkomen, hinderlijk groot."

Vele mensen vinden een gedicht mooi, wanneer het aardig rijmt, en letten helemaal niet op gezwollen taal, valse beeldspraak en afgesleten uitdrukkingen.

„Bilderdijk schreef er maar op los, ook zonder inspiratie en rijmde maar raak op de meest platte manier" (Bastiaanse.)

Enkele voorbeelden: Wij weten hoe fel Bilderdijk was tegen de Franse overheersing in die dagen. Ook, dat hij zeker dacht, dat cle Heere uitkomst zou geven en dat Holland weer rvrij zou worden.

In „Wilhelmus van Nassouwen" luidt het:

„Het bloed van onze vaderen Is niet in ons verfranst: Het huppelt door onze aderen Waar 't. blijd Oranje glanst."

Let hier eens op de beeldspraak „huppelt". Huppelen doet een kind, dat levenslustig voor moeder een boodschap gaat doen. Hoe kan het bloed „verfransen? " Bilderdijk bedoelt het wel goed, maar de woorden zijn ongelukkig gekozen. Hendrik Tollens schrijft later van het Nederlandse bloed, dat door de aderen vloeit ('t Is toch geen rivier!)

In „Zomer" schrijft Bilderdijk:

„Door de middag uitgebraden In zijn tapplend zweet te baden Ligt de maaier, mat en flauw."

Stel u zo'n maaier eventjes voor: uitgebraden zwemmend in zijn zweet! en

Op een andere plaats staat er:

„Het antwoord borrelde uit dat hart, bleef smorende op haar tong."

In „Olinde en Theodoor" staat dit gedeelte:

„Haar oog voedt feller gloed dan eerst, Maar minder teer, maar woest, En 't zuchtje, dat haar hart beheerst, Schijnt in haar borst verroest."

Merken we niet, dat B. er maar op los heeft gerijmd ? Hoe kan nu een zuchtje verroest zijn!

Dezelfde onzin lees ik in „Afscheid":

, , 'k Zocht voor zesmaal negen jaar De moederlijke borst, en, van die borst, de baar." In „De Geestenwereld" staat letterlijk: , , En de uitgeholde wang, van de opgezette woede, De schrikbren grimlach droeg waarin de zelfmoord broedde."

Wie ziet kans zoiets te parafraseren? De zelfmoord broedde in de schrikbre grimlach op de uitgeholde weg (toch geen appel? ) van de opgezette woede!

Ik zal niet verder gaan hiermee. Nog veel meer van dat soort is te vinden in B.'s werk.

Verder staan zijn verzen vol van gorgels, die rijmen moeten op orgels; ingewanden komen veelvuldig voor; voorts longen, aderen, gal, ribben, ja haast het hele menselijk lichaam wordt er in zijn verzen bijgesleept.

Wie B. critisch leest, stuit telkens op wonderlijke constructies, malle beeldspraak, bombast en verdere onzinnigheden. Voor vele dingen was het beter geweest dat Bilderdijk proza had geschreven. Hij is als dichter veel nagevolgd, bv. door Ter Haar, Alberdingh Thijm, Schaepman. Kortom, tal van dichters der 19e eeuw zijn bij Bilderdijk in de leer geweest.

Men begrijpe nu goed: We kunnen over Bilderdijk oordelen op velerhande manieren, zoals ik al eerder heb opgemerkt. Speciaal in deze rubriek gaat het over hem als literator.

In het bundeltje „Voortrekkers van den Nederlandschen stam" 1 ) staat ook een levensbeschrijving over hem, waar Dr J. v. d. Valk Bilderdijk meer belicht als vaderlander bij uitnemendheid: ..Bilderdijk is een van die universele geesten geweest, zoals er slechts weinig voorkomen. Zijn geschiedenisonderricht richtte zich tegen de geest der Revolutie. Het herstel van Hollands oude glorietijd was het, waarnaar zijn ziel zuchtte, van dat Holland, eens een handvol zeewier aan de uitloop van de Rijn, "

En hij eindigt zijn opstel:

„Bedenken we, hoeveel Nederland aan zijn grote zonen verplicht is, maar ook hoe het voorkomen van die velen een bewijs is van de ongemene aanleg, die God ons volk in Zijn genade geschonken heeft.

Tot die mannen van ongemene aanleg en onverzettelijke karaktersterkte, waar het geldt de diepste overtuiging, mannen die in onze herinnering blijven leven als een voorbeeld voor het nageslacht, mannen waar het volk zijn eigen stempel van maakt, behoort niet in cie laatste rij: Willem Bilderdijk.


1 ) Uitgave: Wereldbibliotheek, 1925.

INDEX.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 april 1952

Daniel | 8 Pagina's

WILLEM BILDERDIJK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 april 1952

Daniel | 8 Pagina's