Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

GEWIJDE GESCHIEDENIS O.T.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

GEWIJDE GESCHIEDENIS O.T.

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

DANIEL 6

BABELS VAL EX DAKIUS DE MEDER (II.)

1. Darius en Daniël. 2. Daniëls vijanden. 3. Daniëls verlossing. 4. Bevel van Darius.

De beantwoording van de vraag wie Darius was, is niet zo moeilijk.

Met behulp van de Meden had Cyrus, ook w r el Kores genoemd. Babel ingenomen en het gehele Chaldese rijk veroverd.

Hij werd dus de koning van Babel.

Om evenwel zijn veroveringen te kunnen voortzetten, droeg hij het bestuur van het land op aan de Medische Koning Darius.

Dit is dezelfde persoon, die bij de ongewijde schrijvers Cijaxares II wordt genoemd.

Deze vorst regeerde clus in de plaats van Cyrus. Hij heeft slechts korte tijd geregeerd.

Darius verdeelde zijn rijk in 120 landschappen en over ieder landschap stelde hij een stadhouder aan.

Deze 120 stadhouders waren verantwoording schuldig aan drie vorsten, en van deze drie vorsten was Daniël de voornaamste.

Daniël was de eerste minister des konings, aan wie * de zorg voor de schatkist, de belastingen dés rijks was opgedragen.

Hoew r el Daniël al 90 jaren telde, heeft hij met grote toewijding tot genoegen van Darius zijn taak vervuld. Wanneer het iemand welgaat, zijn er maar weinig mensen, die zich in zijn voorspoed verblijden.

Het brengt afgunst en nijd mede.

De nijd is de wortel van de doodslag.

De stadhouders beraamden plannen om Daniël cle weg te ruimen. uit

Zij konden echter niets vinden om hem bij de koning aan te klagen.

Daniël is een godvruchtig man en hij heeft een opperzaal met open vensters tegen Jeruzalem.

Die opperzaal is een symbool van de verwachtingen, die hij koestert voor Gods volk.

Zij willen Daniël plaatsen voor een botsing van plichten.

Hij zal een keuze moeten doen tussen de gehoorzaamheid aan God of de gehoorzaamheid aan Darius.

Met vleiende woorden halen ze de koning over om een wet uit te vaardigen, dat niemand aan enige god of mens een verzoek mag doen dan aan de koning alleen, met de bedreiging dat elke overtreder in de kuil der leeuwen zal worden geworpen.

De koning heeft geen vermoeden, dat men daarmede Daniël wil treffen.

Hij tekent de Wet en een wet der Meden en Perzen mocht niet worden herroemen.

Men moet Gode meer gehoorzamen dan de mensen, ook al zijn de mensen koningen.

Daniël aarzelt geen ogenblik voor Zijn God te kiezen en daarmede de koning ongehoorzaam te zijn.

Ai zouden de leeuwen zijn lichaam verslinden, ziel zou behouden zijn. zijn

Hoevelen bezwijken er reeds bij een lichte beproeving. Daniël blijft voortgaan cm driemalen des daags zijn knieën te buigen en zijn zonden te belijden met het aangezicht naar de Godsstad.

Zijn vijanden juichen, hun plan is gelukt.

Aanstonds wordt hij bij de koning" aangeklaagd.

Nu doorziet Darius de bedoeling der vorsten.

Hij doet pogingen om Daniël te redden, maar als de vorsten hem onder het oog brengen dat hij daarmede zijn gezag zal verliezen, dan beveelt hij, dat men Daniël i; i de leeuwenkuil zal werpen.

Een stille hoop leeft er nog in 's Konings ziel, dat Daniël zal gered worden.

Het zal echter niet door hem zijn.

Wat een verschil, Darius had geen ogenblik rust, hij at en sliep niet, maar Daniël verkeerde te midden van de leeuwen vol geloofsvertrouwen.

Pa.ulus zegt dan ook in Hebreeën 11, dat door het geloof, leeuwenmuilen worden toegesloten.

Het ware geloof heeft niet alleen een wereldoverwinnende, maar ook een leeuwenoverwinnende kracht. Het kan zelfs de kracht des vuurs uitblussen.

Darius gaat vroeg in de morgen naar de leeuwenkuil, roept Daniël en vraagt, of Zijn God hem heeft kunnen verlossen.

Met grote vreugde hoort de koning, dat Daniël nog in leven is.

Aanstonds wordt hij uit de kuil opgetrokken en nu ziet de koning, dat zijn trouwe knecht in 't geheel geen nadeel heeft ondervonden.

God zorgt voor Zijn volk en rekent op Zijn tijd met Zijn vijanden af.

Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in, en wee als die kuil een leeuwenkuil is.

Darius beveelt, dat de vijanden van Daniël in de kuil zouden geworpen worden, met hun vrouwen en kinderen.

Omdat die vijanden verstoken zijn van het ware geloof, vallen de hongerige leeuwen aanstonds op hen aan, verscheuren ze en vermorzelen zelfs hun beenderen.

Darius prijst de God van Daniël en beveelt, dat alle, hem onderworpen volken, voor die God zullen beven en sidderen.

Helaas ging met dit erkennen van Gods macht, niet een verklaring van de machteloosheid der heidense goden gepaard.

Een slaafse vreze is nog geen kinderlijke vreze. Alleen een indruk van Gods deugden en een afdruk van de beminnelijkheid van Zijn Wezen gewekt door Zijn Geest, leert ons God lief te hebben boven alles en zo het God behaagt liever benijd dan beklaagt.

V r a g e n:

1. Is het goed om op geregelde tijden te bidden?

2. Ware het niet beter geweest dat Daniël in dit geval niet voor open vensters had gebeden ?

3. Waarom bad Daniël met het aangezicht naar Jeruzalem ?

4. Wie hebben er nog meer driemaal gebeden ?

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 oktober 1953

Daniel | 8 Pagina's

GEWIJDE GESCHIEDENIS O.T.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 oktober 1953

Daniel | 8 Pagina's