Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Vaderlandse Geschiedenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Vaderlandse Geschiedenis

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het twaalfjarig Bestand

Alvorens met onze handelsgeschiedenis verder te gaan, komt nu het twaalfjarig Bestand in behandeling.

Wil men de gang van zaken tijdens dit Bestand echter goed begrijpen, dan dienen wij eerst de bestuursregeling van die dagen na te gaan.

I. Daartoe gaan wij uit van de Gewestelijke of Provinciale Staten.

Wij doen dat, omdat die gewesten voorheen een landsheer hadden bezeten, drager van het gezag. Ook toen waren er gewestelijke Staten geweest, die de onderdanen vertegenwoordigen bij de landsheer.

Echter niet individueel maar per stand. Aanvankelijk had men drie standen: de adel, de geestelijkheid en de steden. Tijdens de opstand viel de geestelijkheid uit en bleven er twee standen over. In de Republiek hadden wr nu geen landsheer meer en was het gezag van deze overgegaan op die standenvergadering.

Men zal begrijpen, dat bij zo'n standen indeling er heel wat mensen overbleven, die niets te zeggen hadden: zo bijv. de niet-stemhebbende steden, de plattelandsbevolking, in Friesland, zij die geen eigenerfde boeren waren. Hadden zij wat te verzoeken, dat konden zij doen; maar het wachten was op het Statencollege: wat de heren wijzen, moeten de gekken prijzen.

Wij gaan nu de zeven gewesten eens langs om de samenstelling van de Statencollege's te leren kennen.

Holland: Hier waren 18 stemhebbende steden. Elke stad bracht 1 stem uit; dan v/aren er 12 edelen, die echter geen 12 stemmen uitbrachten, maar met z'n allen — slechts 1 stem! Er waren hier dus 2 „leden" d.w.z. 2 standen (steden en ridderschap) die samen 13 stemmen uitbrachten. De steden hadden derhalve de meerderheid.

Eigenaardig was het met Den Haag. Dat was wel vergaderplaats, maar bracht geen stem uit. omdat het geen stadsrechten had. Het was dus een dorp!

Zeeland. Hier waren 6 stemhebbende steden (oorspronkelijk 7, maar Reimerswaal was in 1632 ondergegaan in de vloed.

Ook hier bracht de ridderschap maai' een stem uit bij monde van , , de Eerste edele." Sinds 1581 was dit Oranje (later Maurits en Frederik Hendrik) die ook de stemmen uitbracht voor Vere en Vlissingen, waarvan hij markies was. Van de 7 uit te brengen stemmen hadden de Oranjes er dus 3 ter beschikking.

Voorheen was er ook de Abt van Middelburg geweest, maar deze was uitgevallen.

Utrecht. Hier was de zaak wat ingewikkelder. Erwerden daar 3 stemmen uitgebracht, dus waren er 3 groepen. Eén door de ridderschap (om hiertoe te behoren moest men een riddermatig goed, een ridderhofstad bezitten); één door de steden met de stad Utrecht aan het hoofd; één door de „geëligeerden". Er waren indertijd in het Utrechtse veel geestelijke goederen in beslag genomen. Uit de beheerders van deze goederen kozen ridderschap en steden van het gewest Utrecht de genoemde „geëligeerden."

Gelderland. Deze provincie was verdeeld in 4 kwartieren. Maar één van deze bevond zich nog in 's' vijands handen, zodat overbleven: Arnhem met de Veluwe, Zutphen met de Achterhoek en Nijmegen met de Betuwe plus het Land van Maas en Waal.

De kwartieren vergaderden elk afzonderlijk in landdag 2 stemmen: ridderschap en steden). Maar ook hielden ze regelmatig een verenigde landdag.

Overijssel. De Staten van dit gewest bestonden uit de afgevaardigden van de 3 steden Zwolle, Kampen en •Deventer met ieder één stem. De edelen (een 70 tal) stemden hoofdelijk. Maar — het gewicht der stedenstemmen schijnt even veel geweest, te zijn als dat van de stemmen der edelen.

Drente. Dit vaardigde ridders en eigenerfden (bezitters van eigen gebied) af. De eigenerfden beschikten over 2 maal zoveel stemmen als de eerste groep.

Friesland. Hier waren 4 kwartieren. Eén der kwartieren werd gevormd dr.or de 11 steden, de overige 3 waren de goën, Westergo, Oostergo en Zevenwouden (go = gouw). De goën bestonden uit 30 grietenijen. In elke grietenij kozen de grondbezitters 2 afgevaardigden, een edelman en een eigenerfde. Men begrijpt, dat het hier wel op zijn „elfendertigst" toeging! Elk der kwartieren had één stem.

Groningen (Stad en Lande) bestond uit 2 leden: de stad Groningen en de Ommelanden. Ieder bracht één stem uit.

Als tegenwoordig hadden de Gewestelijke Staten een Dagelijks Bestuur. Men noemde dit college: Gecommiteerde Raden of Gedeputeerde Staten.

(ver volg op pag. 206)

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 juni 1954

Daniel | 8 Pagina's

Vaderlandse Geschiedenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 juni 1954

Daniel | 8 Pagina's