Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerkgeschiedenis

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerkgeschiedenis

CALVIJN

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zijn jeugd (vervolg). t)c onderwijskosten kon vader Calvijn bestrijden, omdat hij op zulk een goede voet stond met de geestelijken.

Er heersten toentertijd in de roomse kerk heel wat ongezonde toestanden. Eén dier kwalen was het verkopen en vergeven van ambten.

Ook voor de jonge Calvijn werd zo'n prebrende verkregen. Nog maar 12 jaar oud, ontving hij de tonsuur, de bekende kruinschering der roomse geestelijken. Let wel, hij was nog geen geestelijke, maar kon dat later, als hij tenminste wilde, worden.

En nu kreeg hij voor dit gevalletje % van de inkomsten van een kapelaansplaats. Een geestelijke moest een altaar bedienen in de kathedraal van Noyon en Gérard Cauvin kreeg een deel van het geld.

Johannes had in Parijs een goed pension, n.1. bij zijn oom Richard, een slotenmaker.

De man had zeer veel met zijn neefje op; ook hierom, omdat hij zo goed voor zijn geloof was en geen enkele plicht verzuimde.

De school voor voorbereidend hoger onderwijs, die hij nu bezocht, telde, als naar gewoonte 4 klassen. Maar, wat wij de Je klas zouden noemen, heette toen de 4e klas. De hoogste klas was dus de eerste klas.

De jonge Calvijn had het grote voorrecht, onderwijs te ontvangen van een beroemd paedagoog, Mathurin Cordier, de rector der school, een man, die niet alleen een zeer bekwaam onderwijsman, maar ook een degelijk opvoeder was.

Cordier heeft een onuitwisbaar stempel op zijn begaafde leerling gezet en de band tussen beiden is onverbrekelijk geweest. Cordier moest later om zijn reformatorische beginselen vluchten. Leermeester en leerling waren toen reeds van elkaar gescheiden.

En toch: jaren later vinden wij beiden weer verenigd te Gencve, waar Cordier onderwijs geeft aan.... de school van Calvijn!

De in het vorig nummer genoemde gouverneur van de kinderen-Montmor was de bewerker van de scheiding. Hij bracht de knapen naar het college Montaigu.

Het verschil met de school van Cordier was groot. Ook Erasmus kende Montaigu: hij had er een hevige afkeer van. Op die school heersten nog middeleeuwse toestanden. Het was er op en top kerkelijk. De tucht was er verschrikkelijk: er kwamen zelfs zweepslagen bij te pas. Vooral de bursalen (dat waren de leerlingen, die met een beurs begiftigd waren) hadden het zwaar.

Onnatuurlijkheid, Erasmus zou zeggen geestledigheid en vuilheid, kenmerkte er onderwijs en tucht.

Wat een overgang voor de jonge Calvijn. Maar erger was, dat hij in een sfeer kwam van bittere vijandschap tegen al wat „ketter" was. Zo kreeg hij een leraar, die er speciaal werk van maakte de leer van Wyclif, Huss en Luther te bestrijden.

Twee dingen heeft Calvijn te Montaigu opgedaan, die hem later uitnemend te pas kwamen bij zijn hervormingswerk: een buitengewone kennis van de kerkvaders (vooral Chrysostomus) en de disputeerkunst.

Ook te Parijs werden belangrijke contacten afgelegd, die voor later van betekenis waren.

Zo kwam hij na de lessen veel ten huize van Guillaume Cop, lijfarts van de franse koning en vriend van de humanisten Erasmus en Reuchlin. Deze arts had namelijk vier zonen op school. Natuurlijk werd daar ten huize gesproken over de problemen van die dagen en zo werd ook Calvijn zachtjesaan ingewijd in wat hem later te wachten stond: het doen van een keuze.

Tegenstellingen geven aanleiding tot nadenken; en onze jonge Calvijn zat er al midden in, en.... dacht na.

De sombere geest van Montaigu schijnt de jongeman nog al niet geïnfecteerd te hebben. Dat blijkt uit zijn brieven van die tijd. En het verkeer in de vriendenkring zal zeker heilzaam gewerkt hebben.

Bij zijn leermeesters stond hij goed aangeschreven. Voor zijn medeleerlingen was de ernstige jongeman wel de „accusativus" (= beschuldiger), maar die hen toch weer innam door zijn vriendelijkheid, zodat er geen verwijdering ontstond.

Calvijn student. Begin 1528 verliet Calvijn de school, om te Orléans rechten te gaan studeren. Zo was het de wil van zijn vader.

Vader Calvijn had het met de kapittelheren van Noyon lievig aan de stok gekregen over financiële aangelegenheden. Bovendien achtte hij de studie der rechtsgeleerdheid een zekerder trap tot eer en roem dan die der theologie.

Weer merken wij de wonderlijke wegen der Goddelijke Voorzienigheid op.

Hier te Orléans studeerde toen een necl van zijn vader, Pierre Robert Olivier, meestal genoemd Olivétan.

Een nieuw contact volgde en wel een zeer belangrijk. Deze Olivétan was n.1. in 't geheim een aanhanger van de Reformatie en liet niet na daarvan te spreken, al was het maar door hem de gebreken der kerk aan te wijzen op grond van de Heilige Schrift.

Het botste aanvankelijk wel, wat men begrijpen kan, als men van jongaf zijn kerk als heilig heeft vereerd (denk aan de opvoeding door zijn moeder), ja, als de middelares der zaligheid.

En toch, ook hier werden weer enkele vezels losgetornd. Nog in hetzelfde jaar moest Olivétan om des geloofs wille vluchten naar Straatsburg.

Reeds een jaar later (1529) verliet Calvijn met een vriend Orléans om zich naar Bourges te begeven.

Daar was een nieuwe professor opgetreden van wie een grote roep uitging. Hij stelde echter zeer teleur.

Beter ging het met de Duitse Lutheraan Melchior Wolmar, die Grieks doceerde. Vriendschap is gesloten en — gebleven. Dertig jaar later gaat Wolmar zijn oudleerling in Genève nog eens bezoeken. Tijdens zijn verblijf in Bourges heeft Calvijn in de omgeving ook gepreekt! Wat bewoog hem, de juridische student, hiertoe? Sommigen nemen aan, dat hij dacht aan een hervorming in de kerk. Beza, later Calvijn's medewerker en opvolger schrijft over dat prediken: „Hij preekte somtijds in het land van Bourges, in het stadje Lignières, met groot genoegen van deszelfs heer, die somtijds zeide, dewijl hij de zaken niet anders begreep, dat hij van oordeel was, dat Calvijn beter preekte dan de monniken en dat hij rechtuit preekte." (aangehaald bij Praamsma.)

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juli 1954

Daniel | 8 Pagina's

Kerkgeschiedenis

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juli 1954

Daniel | 8 Pagina's