Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kerkmuziek in ontwikkeling

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kerkmuziek in ontwikkeling

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(7Ae ook Dr. G. D. J. Schotel: De Openbare Ecredienst der Nederl. Hervormde Kerk).

Alle gewoonten en gebruiken zijn aan een zekere mate van ontwikkeling onderhevig.

Dit geldt eveneens voor de gebruiken in de kerk, die door velen zo vaak als vanzelfsprekend worden aanvaard. Wanneer men voor de aanvang van de dienst' een willekeurig kerkgebouw binnenstapt, is het eerste wat men in de meeste gevallen zal horen de liefelijke tonen van het orgel.

En juist dit orgelspel is aanleiding geweest tot vele beroerten in onze Vaderlandse Kerk.

Gaan we eerst de ontwikkeling van de kerkmuziek na tot het moment waarop het orgel in algemeen gebruik komt. De kerk-of tempelmuziek stamt uit de tijd van het O.T. (zie Psalm 150). De jonge christelijke kerk is de muziek in de kerk niet goed gezind. De kerkleraar Chrvsostomos (347—407) was er zelfs een uitgesproken tegenstander van. Een andere bekende leraar uit deze dagen, Theodoretus, vat bekende teksten uit de Psalmen, die op de muziek betrekking hebben, geestelijk op en staat derhalve geen enkele muziek in de diensten toe. Tot heden toe heeft de (Roomse) Grieks-Orthodoxe Kerk dit standpunt in ere gehouden.

De afwijzende houding van de jonge ehirstelijke kerk wordt echter langzaam omgevormd. Uiteraard zijn er nog geen orgels beschikbaar, maar geen nood, hiervoor in de plaats wordt gebruik gemaakt van trompetten, pauken en fluiten. In de 8e eeuw kan men bij de vorsten en vooraanstaanden een instrument aantreffen, hetgeen inderdaad op een orgel begint te lijken. Het is waarschijnlijk ontwikkeld uit de Griekse Pans-fluit. De klank van deze orgels moet men laag waarderen, vergeleken met de klank van heden. De ontwikkeling van het instrument gaat zeer, zeer langzaam.

In de middeleeuwen zijn de kloosters de centra geworden van vele uitingen van kunst. Het orgel maakt dan ook dikwijls deel uit van liet interieur.

Iji de 11c en 12c eeuw komt het orgel nog bijna niet in de kerken voor, alleen bisschoppelijke kathedralen en abdijkerken bezitten een exemplaar. En niet eens de hoge aanschaffingskosten zijn de enige reden waarom, het gebruik niet algemeen wordt. Een gedeelte der geestelijken verzet zich ernstig tegen de invoering ervan. Met name de Orden der Karthuizers veroordelen „de lichtzinnige nieuwigheid." Zelfs het Concilie van Trente nog heeft overwogen het orgel voor de eredienst af te schaffen....

In de Nederlanden komen in de 14e eeuw orgels voor in de kerken te Utrecht, Arnhem, Deventer, Groningen en 's-Gravenhage. Een 100 jaar later komen ze al meer en meer voor en in de 16e eeuw worden veel oude orgels door nieuwe vervangen.

De Bijbelse humanist Agricola bouwde een orgel voor de St. Martini-kerk te O Groningen. Erasmus daarentegen pleitte alleen voor een gematigd en stichtelijk zingen in de kerken. De bekende Thomas a Kempis kon een goed kerkorgel wel waarderen. Zo waren dus de me-

ningen verdeeld. De Hervorming reageerde verschillend

ten aanzien van het orgel. Voor wat speciaal de Nederlanden betrof, de eerste Nationale Synode van Dordrecht in 1574 veroordeelde het orgelspel. Zeven jaar later nam de Synode van Middelburg geen vast besluit, maar was het wel eens met de vorige Synode, wat bleek uit de beantwoording van een particuliere vraag.

Zwegen de orgels inderdaad? De beslissing hierover lag toen niet bij de kerke-

raad, maar bij cle magistraat. Er heerste verwarring, in Dordrecht b.v. gingen vele stemmen op om zelfs het orgel helemaal weg te breken. De stadsregering daarentegen gaf aan de organisten opdracht om direct na cle predicatie aan te vangen met het spelen der Psalmen en andere „stichtelijke stucxkens".

De strijd over en weer bleef bestaan. De grote Synode van 1618/19 achtte het orgel als bestanddeel of hulpmiddel bij de Christelijke Eredienst afgeschaft. Dit

kwam geenszins overeen met de werkelijkheid en overal werd er rustig voor en na de diensten gespeeld.

De gemeentezang werd daarentegen nog steeds niet begeleid door het orgel. In 1634 ontstaat er nog een hevig conflict nadat de grote Voetius, in zijn inaugurale rede te Utrecht, zich kantte tegen het algemene orgelgebruik. Over en weer werden er geschriften uitgegeven, gekruid met toen ter tijd lang niet malse schimpscheuten.

Het is omstreeks deze tijd dat in verschillende kerken cle gemeentezang voor het eerst door orgels begeleid wordt.

De stad Leiden ging in deze voorop. waarna spoedig Delft, Dordrecht en andere steden volgden.

De Synode van Delft (juni 1638) besloot „dat het orgelspel een middelmatige zaak was en dus in de vrijheid der kerken kon gelaten worden".

Hiermede is de goede tijd voor het orgel ingeluid, alleen de zeer verdienstelijke Voetius (1588-1676) handhaaft zijn standpunt en is volgens Dr. Schotel cle laatste die cle bazuin tegen het orgel blaast.

In deze tijden van beroering voor het orgel leefde J. P. Sweelinck (1562-1621) cle grote orgelcomponist. Hij was de organist van de Oude Kerk te Amsterdam. Vóór J. S. Bacli was hij cle grootste meester der orgelfuga en grondlegger van de gewijde muziek die door laatstgenoemde werd uitgebreid.

Niet alleen een groot componist, maar ook uitmuntende orgelbouwers heeft Nederland in deze en volgende tijden gekend. Hiervan getuigen nog verschillende in volledige dienst zijnde orgels uit cle 17e en 18e eeuw.

Gelukkig heeft „de keizer aller instrumenten" gezegevierd in de strijd voor haar bestaan. In onze tijden is er echter een stroming waar te nemen clie de oude instrumenten als trompet wederom in de kerk willen invoeren.

Een goed bespeeld orgel zal echter zulke instrumenten immer overtreffen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 mei 1957

Daniel | 8 Pagina's

Kerkmuziek in ontwikkeling

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 mei 1957

Daniel | 8 Pagina's