Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Persoon des Middelaars

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Persoon des Middelaars

11

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zijn Priesterlijk Ambt

Hij was als Priester beloofd Ps. 110 : 4. en is als Priester, Bedienaar van het heiligdom. 
Een priester is een ambtsdrager, die van God de taak en het recht ontving om «voor de mensen bij God te handelen Hebr. 5:1. 
Als Priester was Hij afgeschaduwd door de priester van het O.T. 
Bedienaar van het heiligdom en des waren tabernakels, welke de Heere heeft opgericht en geen mens; Voorspraak bij de Vader. 1 Joh. 2 : 1, Hebr. 7 : 25.
Ons Pascha 1 Cor. 5 : 7. 
Het geslachte Lam Joh. 9 : 25. 
Van de grondlegging der wereld Openb. 13 : 8. 
De Verzoening Rom. 3 : 25. 
Het Schuldoffer Jes. 53 : 10. 
Afgeschaduwd in 't bijzonder door Melchizedek. Melchizedek was mens, was naar de beschrijving van Gen. 14 koning van Salem, en priester des Allerhoogsten Gods. 
Zijn Priesterlijke bediening wordt op Christus overgebracht in Hebr. 7. 
Als een bediening, die souverein, enig en eeuwig is. Christus is alleen en eeuwig Priester. Al de priesters waren schaduwen van Christus. De Soc. ontkennen dit, zij stellen alleen de H. P. als schaduw van Christus, dewijl zij de offerande loochenen die Christus ter voldoening van de schuld der zijnen bracht. Het werk van Christus als Priester is drievoudig. Offeren, bidden en zegenen. Offeren en bidden zijn beide een handeling voor de mensen bij God teneinde daardoor voor de mensen van God genade en gunst te verwerven.

Zegenen, is de aankondiging van Gods wege van de Goddelijke genade en gunst, die zijn offer en gebed van God mocht verwerven. Het uitspreken van de zegen was in het O.T. uitdrukkelijk aan het priesterambt verbonden.

Een dienaar des Woords treedt dus in de openbare godsdienst als profeet op in de verkondiging des Woords en als priester in het voorgaan in den gebede en in het uitspreken van de zegen.

Christus is een Priester omdat Hij zo genoemd wordt. Hebr. 7 : 26. Want zodanig een Hogepriester betaamde ons, heilig, onnozel onbesmet, afgescheiden van de zondaren en hoger dan de hemelen geworden. 
Hij heeft alles gedaan wat tot het werk van een priester behoort.

Christus is Priester als God en mens en brengt als zodanig 't offer, dat eeuwig waardij heeft. Hij heeft Zichzelf Gode or.straffelijk geofferd Hebr. 9 : 14. „Hoeveel te meer zal het bloed Christi, die door de eeuwige Geest Hemzelven Gode onstraffelijk opgeofferd heeft, uwe conscientie reinigen van dode werken, om de levende God te dienen."

Hij bidt voor Zijn volk. Lucas 22 : 31, 33, 32. En de Heere zeide „Simon, Simon, ziet de satan heeft ulieden zeer begeerd, om te ziften als de tarwe, maar Ik heb voor u gebeden, dat uw geloof niet ophoude, en gij als gij eens bekeerd zult zijn, zo versterkt uwe broeders Rom 8 : 34b. Die ook ter rechterhand Gods is, die ook voor ons bidt.

Hij zegent Zijn uitverkorenen Lucas 24 : 50. En Hij leidde haar buiten tot aan Bethanië en Zijn handen opheffende, zegende Hij hen. Efeze 4 : 8. Daarom zegt Hij: ls Hij opgevaren is in de hoogte heeft Hij de gevangenis gevangen genomen, en heeft de mensen gaven gegeven. Hij bracht het offer in Zijn menselijke natuur, daar de Godheid noch lijden noch sterven kan. In zijn lichaam. In zijn ziel, Met zijn Bloed. Het altaar, waarop Hij dit offer heeft gebracht, en een eeuwige waardij aanbracht.

Het doel van de offerande van Christus is de voldoening voor de zonden der uitverkorenen. Hij heeft dat offer niet voor Zichzelf, maar voor Zijn volk gebracht. De Socinianen beweren, dat Christus geofferd heeft voor de zwakheden van Zijn eigen vlees. Hoewel zij erkennen, dat Hij geen zonden had, moest Hij nochtans de offerande brengen voor de sterfelijkheid Zijns vleses. De sterfelijkheid in Christus zonder zonde behoefde echter geen offer.

Het offer is geëist om de zonde. Lev. 7 : 11, Hebr. 5 : 3.

En dewijl Christus geen zonde had, zo behoefde Hij voor Zichzelf het offer niet te brengen.

De noodzakelijkheid van de offerande van Christus ligt in de toerekening van de zonde der uitverkorenen aan Hem. Deze offerande is éénmaal door Christus gebracht en die ene offerande bracht een volkomen voldoening Hebr. 10 : 14. Rome wil echter dat Christus dagelijks nog door de Mispriesters geofferd wordt voor de levenden en de doden en beroept zich daartoe op Mal. 1 : 11. 
De Mis is echter een vervloekte afgoderij en een miskenning van de enige offerande van Christus.

Gouda Ds. A. Verhagen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 november 1957

Daniel | 8 Pagina's

De Persoon des Middelaars

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 november 1957

Daniel | 8 Pagina's