Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HISTORISCHE ACHTERGROND VAN INDIA's MOSLEMS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HISTORISCHE ACHTERGROND VAN INDIA's MOSLEMS

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

De komst van de Mohammedanen in het grote land India, kan in twee fases worden verdeeld, n.l.: 1. aan het einde van de 7e eeuw na Christus kwamen Arabieren als handelslieden naar Zuid-India en in het begin van de Sste eeuw kwamen zij als veroveraars naar Sind, dat aan de westkust is gelegen. 2. In de 11de en 12de eeuw bezetten de Turken het noordwesten van India en regeerden over een deel hiervan. In 1206 stichtten zij het Sultanaat van Delhi en werden heersers over Noord en Centraal India en enige tijd later over het gehele land.
De eerste fase had een gunstige invloed zowel op de beschaving der Hindoes als der Mohammedanen. De tweede fase bracht een samensmelting van deze twee beschavingen in de nationale cultuur van India. Dit had tot gevolg, dat vanaf die tijd de Indiase Mohammedanen zich Indiërs voelden en als zodanig beschouwd werden, iets wat hen onderscheid van de
andere Mohammedanen in het overige deel van de wereld, met wie zij toch weer één zijn door de overtuiging en religieuze traditie.
De eerste Mohammedaanse Arabieren vestigden zich eerst in grote getale in Zuid-India en werden zeer gerespecteerd door de Hindoes. Hen werd niet alleen vrijheid van godsdienstoefening gegeven, maar ze mochten deze ook verder prediken, iets waarvan zij ten volle gebruik maakten.
Het is zeer goed mogelijk, dat de Bhaktien Vedanta-bewegingen (die in de 8ste en 9de eeuw in Zuid India nieuw leven gaven aan het Hindoeisme) het gevolg waren van een algemeen opleven op religieus gebied dat de Islam had gebracht. De invloed van cle Mohammedaans Arabische heersers op het religieuze en culturele leven van de Hindoes in Sind was zo groot, dat zij de Mohammedaanse leiders als hun geestelijke leiders eerden en het Arabisch schrift met enkele wijzigingen, als het hunne aanvaardden. Op hun beurt hadden de Hindoes een grote invloed op de Mohammedaanse beschaving ten tijde van de eerste Kalifs van Banu Abbas.
De tweede fase van de immigratie van de Mohammedanen in India begon met de invallen van de Turkse heersers van Ghazana, Subuktagin en zijn zoon Sultan Mahmud. Gedurende vijfhonderd jaren was er een voortdurende uitwisseling tussen de godsdienst en beschaving van Mohammedaanse immigranten en de Hindoes van India en hieruit groeide een Hindoe-Mohammedaans of Hindustanibeschaving. Deze was niet gebaseerd op een gemeenschappelijk geloof, maar op een grote religieuze verdraagzaamheid, die zowel cloor de Mohammedaanse leiders (sufi's) als de Hindoeheiligen gepredikt werd.
Twee grote religieuze leiders Kabir en Guru Nanak trachtten in de tweede helft van de 15de en in het begin van de 16de eeuw om „godsdienst te ontdoen van alle uiterlijkheden en te komen tot één grote religieuze beweging, die heel India door één God in liefde en vroomheid zou verenigen. Dit streven is mislukt, maar in deze gunstige atmosfeer was er vrije omgang tussen Hindoes en Mohammedanen en hun beschavingen oefenden wederzijds grote invloed op elkaar uit.
Tegen het eind van de 16e eeuw trachtte de grote Mongoolse keizer Akbar op deze basis een politieke eenheid te bouwen door aan Hindoes en Mohammedanen in India gelijke staatsburgerlijke rechten te geven. In Akbars nationale staat werden de contacten tussen Hindoes en Mohammedanen zo innig, dat cle twee beschavingen samenvloeiden tot een harmonisch geheel. Perzisch werd hun gemeenschappelijke taal. In cle tijd van Rahar leefden en dachten Hindoes en Mohammedanen zó gelijk, dat het moeilijk was het verschil op te merken.
Uit alles blijkt dat de Moslems in India (ondanks enkele punten van gemeenschap) veel verschillen met de Mohammedanen in andere delen van de wereld.
Hoe het ook zij. Het zijn heidenen die leven in de nacht van het heidendom.

G.   A. E.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juli 1960

Daniel | 8 Pagina's

HISTORISCHE ACHTERGROND VAN INDIA's MOSLEMS

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 juli 1960

Daniel | 8 Pagina's