Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

heRfst

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

heRfst

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

(J. C. Bloem)

Het kan zijn, dat de herfst komt met stormen en regenvlagen en dat we wanen zó in de winter te zitten, maar het kan ook voorkomen, dat de zon in de heldere hemel staat te glanzen alsof het zomer was. „Een echte nazomer, " zegt men dan.

Herfst kan het teken zijn van versterving, van vergankelijkheid, van het naderen van de dood. Herfst kan zijn een terugblik op het leven, dat of bevredigend of onbevredigend is verlopen naar menselijke maatstaf. Herfst leent zich om de rekening op te maken van het voorbijgesnelde leven. Het najaar zet aan tot zelfinkeer, tot mijmeren over vergane dingen. De zomer is dan het hoogtepunt in het leven en de herfst is het langzaamaan afscheid nemen van het leven, dat ons werd gegeven.

Zij, die veel van het leven hebben verwacht en dat op teleurstelling is uitgelopen, zullen komen te staan op een punt, dat aan een nederlaag doet denken: we hadden veel verwacht en het is niet gekomen.

In een gedicht van J. C. Bloem komt dit duidelijk naar voren. De titel van het gedicht is „Herfst" en het begint aldus:

Van 't najaar keeren weer de schoone dagen — Van het hoeveelste? en hoeveel malen nog? Tot het ontrijzen aan zijn nederlagen Lokt den verslagene zijn zoet bedrog.

Deze strofe is niet zo gemakkelijk op het eerste gezicht. Het is echt een nazomer: de schone dagen van de herfst. De dichter is zo jong niet meer, want hij spreekt over het hoeveelste; hoeveel keren is het najaar al aangebroken? Zijn er nog veel herfsten te wachten? Hoeveel malen nog? Het zal toch niet zo kunnen voortduren! De dichter voelt zich als een verslagene: de zomer, zijn leven, heeft hem niet gebracht wat hij er van verwacht had. Hij heeft veel nederlagen moeten lijden; veel teleurstellingen heeft hij moeten incasseren. En nu, nu is het alsof het nog eens zomer wordt; of er nog een kans komt. Maar het mooie herfstweer is bedrog, zoet bedrog, dat de verslagene zijn nederlagen zal doen vergeten; hij zal „ontrijzen aan zijn nederlagen" staat er. Dus kortweg: het zoete bedrog van de mooie herfst lokt de verslagene tot het ontrijzen aan zijn nederlagen. Wanneer we de aanhef van het gedicht nu nog eens lezen, begrijpen we ineens de bedoeling van de dichter. En dan gaat hij verder:

Dit is de tijd, dat men zou moeten lopen, Gerooide velden langs of door een laan, Aan 't eind waarvan een vergezicht gaat open op herfstland en een edeler bestaan.

Het is zulk schoon herfstweer, dat het uitlokt tot een lange wandeling, maar 't is een wandeling door lege velden (gerooid), want het is herfst. Op het eind van de laan ligt het open veld vóór ons; niets is in de weg, het veld is leeg. Dat vergezicht doet de dichter dromen, dat toch alles nog niet voorbij is: hij droomt van een edeler bestaan. Zou hij de kans noch krijgen om te ontvangen wat het leven toch wel kan geven?

Maar toch, het echte zomerse is er niet meer. Ondanks het schone van de herfst, merkt men, dat het onverwijld naar de winter gaat. Hoor maar:

En, thuisgekeerd, bij een vroeg vuur gezeten, Den avond rekken met een schaarschen kout, Een enkel woord over de diepst-geweten Bewogenheden, die het hart behoudt.

Er moet een vuur worden aangelegd: de avonden worden kil. De avond wordt gevuld met praten, maar de woorden zijn schaars; het zijn maar enkele woorden en die woorden gaan over dingen, die men nooit meer vergeet, dus leeft men in zijn herinneringen. Het zijn dingen, die het hart behoudt. Als het echt zomer geweest was, zou men er vol van zijn. Helaas, het is herfst, herfst in het leven, in de neergang van het bestaan.

Duidelijk komt dit uit in de volgende strofe:

Of in de stad, voor licht-beslagen ruiten, Terwijl een dunne mist de grijze gracht Befloerst, te zien, hoe 't schemerende buiten Geleidelijk te loor gaat in den nacht.

Ook in dit gedeelte komt sterk naar voren, dat het mooie herfstweer zoet bedrog was: de ruiten zijn beslagen, door het kouder worden buiten; de gracht wordt door mist aan het oog onttrokken en de schemer, die in de zomer heel lang kan duren, gaat al vroeg over in de nacht; het wordt zo gauw donker. Dus is alles een voorbode van de winter die komt; voor de dichter is het een teken, dat zijn leven ten einde spoedt.

Na deze 4 strofen komen er nog vier, die we niet zullen afschrijven. Liever laat ik van dezelfde dichter horen „De gelatene", dat eigenlijk zo treffend op „Herfst" volgt: de ontgoocheling, dat het geen ontrijzen werd aan de nederlagen; dat het zoet bedrog was, maakt de dichter een gelatene, iemand, die zich er bij neerlegt, omdat het toch anders niet kan: wat geweest is kan niet weer terug komen.

Ik open 't raam en laat het najaar binnen, Het onuitsprekelijke, het van weleer En van altijd. Als ik één ding begeer Is het: dit tot het laatste te beminnen.

Er was in 't leven niet heel veel te winnen. Het deert mij niet meer. Heen is elk verweer, Als men zich op het wereldoude zeer Van de milliarden voor ons gaat bezinnen.

Jeugd is onrustig zijn en een verdwaasd Ilunkren naar onverganklijke beminden, En eenzaamheid is dan gemis en pijn.

Dat is voorbij, zoals het leven haast. Maar in alleen zijn is nu de rust te vinden, En dan: 't had zooveel erger kunnen zijn.

Na hetgeen over het vorige gedicht is gezegd, zal wellicht dit sonnet voor zichzelf spreken. Dan zullen we ook bemerken, hoe treffend het opschrift „De gelatene" is gekozen.

Deze gedichten staan in de bundel „Quiet though sad", die in 1946 werd uitgegeven.

INDEX.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 november 1960

Daniel | 8 Pagina's

heRfst

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 november 1960

Daniel | 8 Pagina's