Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van „Bonte Kater"  tot „Reformatorisch Boek".

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van „Bonte Kater" tot „Reformatorisch Boek".

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Geschriften van Caspar Olevianus. Verklaring van: De Apostolische Geloofsbelijdenis. Het wezen van het Genadeverbond. De getuigenissen van het Genadeverbond." Uitgave van „Het Reformatorische Boek", Den Haag, 1963. 416 bladzijs, geb. f 22, 50.

„Het Reformatorische Boek" — het adres is Vliegwielstraat 52, 's Gravenhage, wat op verzoek wordt meegedeeld — dient de „Geschriften van Caspar Olevianus" aan als „herdruk in hedendaagse spelling van de in 1868 bij J. C. van Schenk Brill te Doesburg verschenen tweede druk van deze geschriften." Zonder meer! Het lijkt ons daarom van belang de voorgeschiedenis van deze teksten te vertellen. Die voorgeschiedenis laat zien hoe deze uitgave tot stand gekomen is.

Olevianus' „Verklaring van de Apostolische Geloofsbelijdenis" is uit zijn katechismuspreken saamgesteld en als afzonderlijk geschrift in 1576 in 't licht gegeven. De twee boeken over het verbond zijn evenwel ontleend aan schrijvers lessen en gepubliceerd in 1585. Beide werken zijn pas saamgevoegd bij de vertaling in het Nederlands door Obbo Copinga, „Bedienaar des Heiligen Evangeliums in Jesus Gemeente op Midwolda en de Leek", die door Pieter Bandsma, „Boekverkoper in de Bruggestraat, in de Bonte Kater", te Groningen in 1739 uitgegeven werd. Copinga was ervan overtuigd dat deze boeken in het Nederlands behoorden te verschijnen, daar ze „waerlyk een treffelyke verhandelinge (vormden), waer by geen gout en is op te wegen." Bovendien mocht „het gehele werk.... met recht als een Sleutel van onse Heidelbergsche Catechismus aengemerkt worden", en aangezien Ursinus' „Schatboek" pas opnieuw was uitgegeven — in 1736 namelijk — was het niet meer dan billijk dat Olevianus' sleutel tot de Heidelberger naast dit boek zou staan. De vertaler had dan ook voor zijn vertaling een formaat op 't oog gelijk aan dat van 't „Schatboek", maar de uitgever vond het niet nodig deze wens te honoreren. De uitgave kwam echter wel tot stand.

De lof door Copinga aan de geschriften van Olevianus meegegeven, kwam er ook aan toe. Samen vormen deze boeken een verhandeling waarvan de lezing een zeer groot genoegen is: een ernstig werk, dat waarlijk inleidt in de Schrift! Opvallend en biezonder te waarderen is hoe hier de Schrift de Schrift verklaart. Kortom, dit is een kostelijke publikatie, die iemand enkel tot zijn schade ongelezen laten kan.

Copinga's vertaling vormt uiteindelijk de grondslag van de nieuwste druk. Zijn werk werd in de negentiende eeuw opnieuw gepubliceerd, waarbij het Nederlands wat werd gefatsoeneerd. De nieuwste uitgave heeft deze laatste tekst weer aan de hedendaagse spelling aangepast. We hebben dus te doen met een bewerking van wat ook al een bewerking was, wat werkelijk niet ongevaarlijk is. Een kleine vijftig steekproeven bewezen echter dat de tekst niet al te zeer geleden heeft. Niet al te zeer, dus toch wel enigszins. Wie thuis is in geschriften van een eeuw of wat geleden, weet dat daarin veelal zinnen staan die nogal lang en ingewikkeld zijn. Zo was het ook bij Copinga. Vele van die lange zinnen zijn bij de bewerkingen verknipt of omgezet, en vaak niet erg gelukkig. Het zou niet moeilijk vallen, vele bladzijden te vullen met de plaatsen waar dit omzetten geleid heeft tot een niet verantwoord Nederlands. Er zijn woorden weggelaten, er zijn zinnen uitgevallen, enzovoort. Het wezenlijke van de tekst bleef echter wel behouden, zodat het boek van nu toch bruikbaar is.

Wat de uitgave in 't algemeen betreft, wij vinden het biezonder jammer dat de voorgeschiedenis van deze teksten aan de lezers ervan niet is meegedeeld en dat er ook over Olevianus' leven niet het een en ander wordt verteld. Olevianus toch is voor de meeste lezers maar een naam, en boeken worden niet geschreven door een naam, maar door een mens. Die mens te kennen is belangrijk voor wie leest. De lezer zou er dus een dienst mee zijn bewezen als de mens, de schrijver, die zich nu verbergt, naar voren was gehaald en bovendien zijn werk geplaatst was in het kader van zijn tijd. Copinga begreep dit beter. Zijn „Voorreden" bevat een, zij het dan beknopte, schets van 't leven van Olevianus. Bovendien werd er bij zijn vertaling een portret van de door hem bewonderde auteur gevoegd. Dit had ook hier gekund.

We vergelijken verder. De indeling is overal gelijk, behalve waar er slordigheden in de nieuwe uitgaaf zijn. Zo is op pagina 275 het nummer van de nieuwe paragraaf vergeten — het is nummer 9. Op pagina 282 vinden we het nummer van de nieuwe paragraaf al evenmin — nu moet het 18 zijn. Op pagina 292 moet „Tweede afdeling" van boven staan. Op pagina 315, op 't midden van de bladzij, bij „Genoeg", is niet alleen het nummer van de nieuwe paragraaf vergeten, maar zelfs is er niet aangegeven dat er een nieuwe paragraaf — het is de 35ste — begint. Op pagina 343, bij de eerste regel, ontbreekt alweer het nummer van de nieuwe paragraaf — de 58ste. Drie bladzijs verder staat een nummer 64 dat vervallen moet: hier begint geen nieuwe paragraaf! Intussen doet dit alles aan de inhoud nog niets af. Erger is wat pagina 391 te zien geeft. Daar staat een nummer 102 dat 103 moet zijn, terwijl de eigenlijke 102de paragraaf is uitgevallen, dus in het hele boek niet aangetroffen wordt: belangrijk tekstverlies!

De dubbele modernizering van de tekst heeft met zich meegebracht dat het geheel niet meer zo erg typerend is voor de ontstaanstijd der geschriften. Voor de gemiddelde gebruiker is dit zeker geen bezwaar. Toch zullen vele lezers met gevoel voor de historie het betreuren dat er in regel 13 onderaan van bladzij 105 van „geen der vele vijanden" gesproken wordt— terwijl die vijanden in het oorspronkelijke — meer konkreet en zeer begrijpelijk — zijn aangeduid als „noch de Turken noch den Antichrist".

Dogmatisch zouden er belangrijke beschouwingen zijn vast te knopen aan 't verschil in woordkeus van de oude en de nieuwe tekst. Een enkel voorbeeld maar. Op bladzij 30, regel 11 van onderen, staat dat de schepselen niets kunnen doen „zonder of tegen Zijn (dat is des Scheppers) toelating." De oude uitgaaf echter zegt dat ze niets „konnen doen, als gedreven van den Schepper". Iets dergelijks kan worden opgemerkt bij bladzij 35, regel 16 en de volgende. Hier wordt gesteld dat zich geen schepsel roeren noch bewegen kan „zonder de toelating van de Zoon van God". Oorspronkelijk was dit: „zonder de tegenwoordige werkinge des Zoons Godts." Er zijn meer van die gevallen. Het verschil is duidelijk.

Lastige fouten zijn de volgende. Bladzij 30, regel 11, staat „staan", wat een onmogelijke zin oplevert. Het moet „hebben" zijn. Bladzij 84, regel 5 van onderen, is „Goedheid" te veranderen in „Godheid". Bladzij 140, regel 8, staat „zouden", maar moet „zoude" staan (het onderwerp, te weten: de beloftenis, is enkelvoud). Biezonder storend is op bladzij 143, regel 15 onderaan, „het geleden ongeluk" — wat zinloos is — in plaats van „het geleden ongelijk". Op bladzij 153, regel 20, missen we een onderwerp. We zouden kunnen lezen: „Zo heeft Hij openlijk bewezen". Deze fout is door verandering van de oorspronkelijke zin ontstaan. Ook op bladzij 169, regel 5 van onderen, ontbreekt het onderwerp. Er dient te staan: „maar zij alleen". Op bladzij 189, regel 6 en 7, vinden we: „opdat de versierselen des Hoofds het gehele lichaam aangenaam zou maken". Dit „zou" moet „zouden" zijn. Hetzelfde geldt elf bladzijs verder, regel 20 en de volgende. Tenslotte is in regel 5 van onderen van bladzij 389 na „die zich tot in de hemel" „uitstrekt" uitgevallen, waardoor de lange zin volkomen onverstaanbaar werd.

Technisch is dit boek verzorgd: een nette band en goed papier en in het algemeen een fraaie druk. Op die druk valt echter hier en daar iets aan te merken, doordat niet overal dezelfde letter is gebruikt. Het ergste is dit vanaf bladzij 68 tot aan bladzij 73, waar massa's vette letters het geheel der bladzijs zeer onrustig maken. En waarom?

Het korrektiewerk moet tamelijk zorgvuldig zijn geweest. Toch zijn er nog wel enkele gewone drukfouten. Op pagina 254, regel 16, moet het eerste „het" in „heb" veranderd worden. „Durvan", pagina 258, laatste regel, moet natuurlijk „durven" zijn, zoals „werworpenen", pagina 338, regel 19, „verworpenen" behoort te zijn. Op pagina 347, regel 15 onderaan, staat „zichbare" voor „zichtbare", en bij „dat is Mijn lichaam", pagina 355, regel 10, zijn de „twee komma's" aan 't begin en 't eind vergeten. Stilistisch ontoelaatbaar is „omrede", pagina 44, regel 4 van onderen. Allereerst zou dit nog moeten zijn „om reden", maar aangezien dit niet meer kan gerekend worden tot het meer officiële Nederlands, had het vervangen moeten worden door „omdat".

Het is een lange lijst, de lijst van de belangrijkste gebreken. En toch moet ze getuigen van belangstelling. Het heeft ons werkelijk verheugd dat dit voortreffelijke boek opnieuw verschijnen kon. We lazen het ten tweeden male met plezier. Ondanks de gebreken die we moesten signaleren, bevelen we de bestudering van dit boek van harte aan. Met Cooinga zijn we van oordeel dat het onbetaalbaar is. Predikanten, ouderlingen, onderwijzers en verenigingen die niet in 't bezit zijn van de oude uitgave en toch de nieuwe druk niet kopen, doen zichzelf te kort!

J. Kwekkeboom.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 augustus 1963

Daniel | 8 Pagina's

Van „Bonte Kater

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 30 augustus 1963

Daniel | 8 Pagina's