Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Verzekeren.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Verzekeren.

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hazersiooude antwoordt Nieuwer Ter Aa („Daniël" van 31 januari): „Ik ben het met u eens, dat het louter genade is als wij gespaard blijven bij het leven als wij met de auto op pad moeten en door alles heen op Gods tijd mogen leren bukken en buigen onder God. In den Heere eindigen wordt alleen uit eeuwige vrije ontferming geleerd.

Maar ik heb niet gezegd: Niet de weg op vanwege de verantwoordelijkheid, maar dat een mens, zoals hij van nature leeft zonder God, dus zonder rustpunt, niet op het pad durft zonder verzekerd te wezen. Tevens is dan ook beantwoord de vriend uit Zoetermeer, dat men dan de man is, als men zo op pad durft. Wij zijn eerrovers van God geworden; het is een wonder als wij er zelf niet tussen zitten. Daarom is het loutere genade als wij Gods eer een ogenblik mogen bedoelen en dat wordt alleen geleerd in Godskennis en zelfkennis. Als de Heere zich uit vrije ontferming aan een alles verbeurd hebbend schepsel komt te schenken, krijgt hij uit genade de Heere lief en leert op Zijn tijd bukken en buigen onder God. Maar dan zijn wij er niet mee klaar, dat wij onbekeerd zijn, want de Heere eist ons op en heeft recht op ons. Dus wij dienen naar Gods Woord te leven. Als het maar oprecht mag wezen, zal de Heere hier ook nog een zegen over geven. Dat zien we in Achab en in Ninevé."

Een Daniëllezer uit Goes bestrijdt een ergens gemaakte opmerking, dat verzekering in onze kringen radicaal afgewezen wordt. Het is hem bekend, dat reeds velen uit onze kringen aan vrijwillige verzekering doen. „Er zijn zelfs mensen van de Ger. Gem., die in het geheim verzekerd zijn, " zodat de vrouw des huizes ervan onwetend was. De kwitantie van de betaalde premie werd verscheurd om te voorkomen, dat de huisgenoten zouden bemerken, dat hun man of vader toch verzekerd was. „Huichelachtig, nietwaar, maar het gebeurt!" Schrijver acht het zeer wel mogelijk, dat iemand die genade bezit, wel verzekerd kan zijn, maar hij is er tevens van overtuigd, dat zo iemand (geestelijk) dan niet op zijn plaats is. Wanneer een door God bekeerd mens Zondag 10 over de Voorzienigheid Gods recht verstaat, zal hij of zij zich eenvoudig niet kunnen verzekeren, daar vrijwillige verzekering daar duidelijk mee in strijd is.

Tussen materiële en financiële voorzorgsmaatregelen zit wel degelijk verschil. „De schrijver uit Zoetermeer haalt beide zaken geheel door elkaar en komt derhalve noodwendig tot verkeerde conclusies. Natuurlijk moet men een dijk ophogen als deze te laag is. Het gaat bij deze kwestie volstrekt niet over „middellijk" of „onmiddellijk", zoals de briefschrijver het stelt. God werkt thans niet meer onmiddellijk zoals in oude tijden, hoewel Hij nog dezelfde God is en dit ook in onze tijd nog evengoed zou kunnen doen. Daarom is de mens aan de middelen gebonden en verplicht deze waar te nemen. Zo is een huisvader verplicht zijn huisgezin te verzorgen. Hij mag daarbij gerust iets sparen voor kwade dagen. Ook dient men bij ziekte gebruik te maken van de middelen ter genezing. Dit alles heeft met verzekering niets te maken. Het gaat dus niet over „middellijk" of „onmiddellijk", maar het kardinale punt bij verzekeren is: uit welke oorzaak verzekert men zich? In de eerste plaats komt hier een gebrek aan Godsvertrouwen naar voren en een niet willen aanvaarden, dat alle dingen, dus ook armoede en tegenslag enz. ons van Zijn Vaderlijke hand toekomen. In de tweede plaats wil men zich tegen risico's dekken, omdat het hoogmoedig hart niet kan verdragen, dat men zelf zijn zaken niet kan beredderen. Men wil niet afhankelijk zijn en meent in dwaze trots God niet nodig te hebben. Daaruit vloeit ook voort, dat wij niet graag bij de diaconie aankloppen om hulp."

Briefschrijver maakt dan onderscheid tussen verplichte en vrijwillige verzekering. „De eerste wordt ons door de overheid opgelegd en die draagt hier de verantwoordelijkheid. Door gewetensbezwaarden kan de premie in de vorm van een aanslag in de inkomstenbelasting betaald worden, maar in wezen blijft dit m.i. hetzelfde. Alleen kan men natuurlijk weigeren een uitkering krachtens een sociale wet te aanvaarden. Bij de vrijwillige verzekering draagt de verzekerde de volle verantwoordelijkheid en deze dient op Schriftuurlijke gronden afgewezen te worden als zijnde in strijd met de Voorzienigheid Gods.

Het wordt hen die krachtens beginsel tegenstanders van verzekering zijn, tegenwoordig wel zeer moeilijk gemaakt. Neem b.v. de verplichte autoverzekering. Het is natuurlijk heel goedkoop om te zeggen: als men principiëel tegen verzekering is, dan rijdt men maar niet in een eigen auto. Maar zo eenvoudig liggen de zaken toch niet, zoals b.v. voor zakenmensen, die voor hun zaak beslist een auto nodig hebben, " aldus de mening van onze vriend uit Goes.

Een lezer uit Andijk schrijft: „Hoewel ik persoonlijk tegen verzekeren ben, wordt men gedwongen, deze richting uit te gaan. Zelf rijd ik bromfiets en ben in de W.A. gegaan om de volgende reden: Indien ik (zelfs buiten mijn schuld) iemand enig letsel toebreng, ben ik volgens de wet aansprakelijk."

Dan noemt de schrijver twee gevallen uit de praktijk, de ene waarbij een dame, die met haar auto geslipt was, werd veroordeeld een W.A. verzekering af te sluiten of geen auto meer te rijden. Het andere geval betreft een bromfietser, waarbij eenzelfde uitspraak werd gedaan. Hij vervolgt dan: „Ik heb een W.A. verzekering afgesloten, omdat ik het risiko niet kan dragen, indien ik iemand levenslang letsel toe zou brengen. Een ander geval vind ik een Allrisk verzekering, waardoor men uiteindelijk zichzelf verzekert tegen ongevallen en niet tegen derden."

Verder kocht hij een huis met een zware hypotheek erop. Hij kon alleen geld krijgen, als hij in de brandverzekering ging. Briefschrijver was eerst arbeider, dus verplicht verzekerd. Nu is hij een kleine zelfstandige. „Ben ik nu fout, door mij nu vrijwillig te verzekeren? Neem b.v. een Begrafenisvereniging, waar men voor gemiddeld ƒ 5, — per jaar lid van is. Is dit dan ook geen verzekering? Men krijgt dan bij overlijden een bepaald bedrag vergoed.

Men komt zo gauw dan in meer moeilijkheden. Tussen verzekeren en verzekeren ligt een oneindig verschil", zo schrijft de Andijker.

Welke lezer wil de vragen, die deze brief oproept, beantwoorden? Verder hartelijk dank voor uw krantenknipsel.

ft ft ft Tenslotte nog een schrijven uit Middelburg.

Deze vriend is het van harte eens met de Zoetermeerder wat betreft de visie over verzekeren.

„Het is m.i. buitengewoon arrogant iemand als „genadeloos" te kwalificeren, omdat hij verzekerd is. „Oordeelt niet opdat gij niet geoordeeld wordt." Wat betreft „eenzelfde strekking als de diaconie, " dan meen ik, dat dit toch wel anders is. Het doel van de diaconie is: „Christelijke handreiking doen."

Als we een verzekering aangaan, bedoelen we eerst onszelf. Dit wil nog niet zeggen, dat dit niet goed is. Want alles wat de mens heeft, dat geeft hij voor zijn leven. De Bijbel spreekt over „zorgen" en „bezorgd" zijn. We moeten wel zorgen, maar behoeven niet bezorgd te zijn. Nu moeten we vooral niet te eigenwijs willen uitmaken, waar de grens ligt. Wanneer ik een ziekteverzekering sluit, dan hoop ik van harte, dat ik mijn leven lang voor een ander mijn premie mag betalen.

In onze huidige samenleving meen ik, dat verzekeren een plicht in kan houden tegenover onze naaste. Calvijn zegt in de Institutie: „De onheilige mens, dwaselijk hemel en aarde met elkaar vermengende, zegt: Indien God de minuut van onze dood bepaald heeft, dan is het tevergeefs, dat wij waken en op onze hoede zijn enz. en verder: Zo zal men voor de toekomst, onder de zegen Gods, wel menselijke hulp mogen gebruiken tot eigen welzijn." In 2 Sam. 10 vers 6—12 treft Job voorzorgsmaatregelen voor de strijd aan het front. Wie vandaag op de grote wegen verkeert, zit ook aan het front."

Alle briefschrijvers hartelijk dank. Voor ditmaal is het weer voldoende.

Gesprekleider

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 maart 1964

Daniel | 8 Pagina's

Verzekeren.

Bekijk de hele uitgave van donderdag 12 maart 1964

Daniel | 8 Pagina's