Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een bladzijde voor en van onze jeugd

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een bladzijde voor en van onze jeugd

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Een praatje vooraf.

Laat ik maar gelijk met de deur in huis vallen en jullie vertellen hoeveel nieuwe abonnees ik deze veertien dagen ontving. Nu, ik heb niet lang behoeven te tellen, beter gezegd, ik heb helemaal niet behoeven te tellen, want de oogst was zeer slecht, niet één nieuwe abonnee werd aangebracht door jullie. Neen vrienden, dat had ik niet verwacht en ik ga ook niet opnieuw vragen of jullie je best voor jullie eigen blad willen doen. Ik hoop dat de oudere lezers van ons blad beter hun best doen en dat de duizend nieuwe abonnees er toch komen, want dan kan ons blad blijven bestaan.

Op onze bladzijde kom ik op deze zaak niet meer terug, tenzij er nog enkelen zijn die me willen verrassen. Maar daar reken ik al niet meer op. We gaan met onze bladzijde echter rustig door en ik vertrouw, dat we daar toch wel allemaal ons best voor zullen blijven doen. Als eerste krijgt vandaag een Rijssense het woord over:

Het wrede omkomen van Johannes de Doper

Zie, daar zit een man in de gevangenis. Zijn hoofd steunt in zijn handen. Wie is die man? Dat is Johannes de Doper. Hij zit al een paar weken in de gevangenis. Hij is door Herodes gevangen genomen, omdat Johannes hem bestrafte en zei, dat hij Herodias terug moest sturen, maar Herodias wilde niet terug en stookte Herodus op om Johannes te doden. Herodus echter durfde hem niet te doden omdat hij bang was voor oproer. Hij had hem alleen maar gevangen laten nemen.

Op zekere dag is er feest in de stad, want de koning is jarig. Herodus heeft een grote feestmaaltijd aangericht en nu zal Salome, de dochter van Herodias dansen voor de gasten in de feestzaal. Daar treedt ze de zaal binnen. Even wordt het stil en allen kijken naar de jonge Salome, die voor hen danst. Als ze klaar is zegt de koning: „Salome, jij hebt zo mooi gedanst en nu wil ik je wat geven; eis van mij wat je hebben wilt en ik zal het jou geven." Ja, hij zweert het en zegt erbij: „al is het de helft van mijn koninkrijk." Salome denkt na. Wat zal ze zeggen? Een gouden ketting of een gouden armband of een jurk met goud bestikt. Ze weet het niet. Wacht ze zal het aan haar moeder vragen. Ze zegt: , , Ik mag iets kiezen omdat ik zo mooi gedanst heb. Wat zal ik nemen? " Haar moeder grijnslacht even en zegt: „Vraagt om het hoofd van Johannes de Doper. Wil je dat? " Daar gaat Salome naar de koning terug en zegt: „Geef mij terstond het hoofd van Johannes de Doper." Daar schrikt de koning van, want daar heeft hij geen enkel ogenblik aan gedacht. Kon hij maar een paar dagen wachten, dan kon hij erover nadenken, maar dat kan niet, want Salome zei „terstond", dat betekent dadelijk en wat zullen al die mannen wel niet denken, als hij zijn belofte niet nakomt. Dan neemt hij maar vlug het besluit, dat hij het hoofd van Johannes geven zal. Hij beveelt een dienstknecht het hoofd te halen. Johannes zit nog steeds in de gevangenis. Hij heeft wel gehoord dat er feest is, want zijn vrienden hebben het hem verteld. Ineens komt er iemand van het koninklijk paleis de cel binnen. Johannes kijkt op. De man treedt op hem toe en onthoofd hem. Zo kwam Johannes de Doper om het leven. Voor Johannes was het niet erg, want zijn ziel voer op tot voor Gods troon. Zullen wij ook zo gelukkig zijn als we sterven?

Dieneke Voortman

Deze vreselijke geschiedenis heb je keurig naverteld, Dieneke. Voor ons allen zit er ook een ernstige les in. Wij moeten ook niet lichtvaardig iets en veel beloven.

Hoe men geven moet

Reeds tweemaal heeft er op onze bladzijde een gedeelte van dit gedicht gestaan. Voor de nieuwe lezers zal ik het even in 't kort navertellen. Op een eiland in West-Indië is door het werk van zendelingen onder de negers een christengemeente ontstaan. Deze mensen hebben nu het besluit genomen om blijmoedig, vrijwillig en naar vermogen te geven voor de zending. Eén van de rijksten wilde een zilverstukje geven, maar dit werd niet aangenomen. Hij gaf immers niet naar vermogen. Later wilde hij een goudstuk geven, maar dit werd ook niet aangenomen omdat hij niet blijmoedig gaf. Nu volgt het slot.

En hij nam ten tweede male d' Aangeboden gave mee. Neemt zijn zitplaats in van vroeger Maar niet blijde en tevree. Peinzend zat de grijsaard neder.

En nadat hij lange tijd Nagedacht had bij zich zelve Onder veel gebed en strijd, Richt zich eind'lijk en ten laatste d' Oude neger overeind. En de zware strijd daarbinnen Is geweken zo het schijnt. Hij legt nu ten tweede male Zijne gift op 't tafelblad, Groter geldsom, rijker gave Offert hij nu van zijn schat. In blijmoedigheid des harten En met vreugde op 't gelaat Wijdt hij deze gift de Heere Doet hij deze liefdedaad. En het hoofd der geldcommissie Zegt tot hem: Nu is het goed, Daar gij nu geheel ten volle Aan 't gemaakt besluit voldoet. Zalig is het zo te geven. En de Heer, die eeuwig leeft Heeft u lief, zo gij in waarheid Hart'lijk en blijmoedig geeft.

1882 A. Wabeke.

Zo jullie weten is Rienus de Witte de inzender van dit lange gedicht. Hartelijk dank Rienus en je mag die andere gedichten waarover je schreef ook opsturen hoor. Misschien plaats ik ze wel niet direkt, maar dan heb ik wat in reserve. Nu is een oude bekende aan de beurt, n.l. Gerrit Roos uit Moerkapelle. Hij vertelt nu over

Geert Groote

In 1340 werd Geert Groote, als zoon van een burgemeester, te Deventer geboren. Omdat hij een goed verstand had en zijn ouders rijk waren mocht hij gaan studeren. Achtereenvolgens studeerde hij in Aken, Keulen en Parijs. Te Parijs was hij op een universiteit en daar studeerde hij in de rechten, in de godgeleerdheid en in de geneeskunde. Toen hij klaar was keerde hij terug naar zijn geboorteplaats. Hij kreeg nu twee kerkelijke ambten, één te Utrecht en één te Aken, waar hij echter niets voor behoefde te doen, dan het geld wat hij er mee verdiende op te strijken; anderen deden het werk wel voor hem, zo was dat vaak in die tijd. Hij kon nu een weelderig leven leiden en dat deed hij dan ook. Eens, toen hij in Keulen naar een soort openbaar toneelstuk stond te kijken, werd hij aangesproken door een voor hem onbekende man, die zei: „Wat zoekt gij hier? Ge moet een ander mens worden." Dit bracht hem aan het denken. Door de gesprekken met een abt van een klooster in Arnhem kwam hij er toe in een klooster te gaan, echter zonder de kloostergelofte af te leggen, voor een tijd van drie jaar. Toen de drie jaren om waren vermaakte hij een groot deel van zijn bezit aan de armen en ging hij een eenvoudig leven leiden. Hij wilde nu gaan prediken. Priester wilde hij echter helemaal niet worden. „Welnu, " zei de bisschop van Utrecht, „dan wordt u diaken, dan kunt u ook prediken." In 1375 begon hij door het land te gaan als prediker. Wanneer hij van plan was in de een of andere stad te gaan spreken, liet hij dat altijd vooraf aankondigen. Hij was vooral een boetprediker. Hij zei tot de mensen dat ze zich bekeren moesten van al hun zware zonden. Ook de geestelijken, die een losbandig leven leidden, spaarde hij niet. Hij handelde zonder aanziens des persoons.

(Slot volgt)

Ja, Gerrit ik moet afbreken, want ik merk dat ik anders te veel krijg. Volgende keer hoop ik het af te maken. Is alles nog goed thuis? En natuurlijk veel orgel spelen. Jij en allemaal hartelijk gegroet.

O ja, ik heb bijna geen opstellen meer!!!

C. DE BODE, Pr. Bernhardstraat 27, Dirksland.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 april 1964

Daniel | 8 Pagina's

Een bladzijde voor en van onze jeugd

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 april 1964

Daniel | 8 Pagina's