Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

WERK EN LOON

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

WERK EN LOON

5 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het loonzakje

Onlangs vroeg iemand me: „heeft de Bijbel iets te maken met m'n loonzakje? " Moet ik m.a.w. naar het Woord van God luisteren om te weten te komen hoe ik mijn loon besteden moet en mag?

Wat denk jij hiervan? Zou het woord „geld" in het O.T. 67 maal en in het N.T. 23 keer „zomaar" gebruikt worden? Heeft onze portemonnee alléén op zondag met Gods dienst te maken? Kunnen we daarmee op de andere dagen naar éigen inzicht omspringen?

Ja, velen denken en doen helaas zó! Maar lijken we zo niet op de rijke jongeling?

Immers, tussen Christus en hem stond z'n geld als 'n levensgrote afgod, van wie hij geen afscheid wilde nemen. Gods dienst en geld (bezit) waren voor hem twee aparte zaken. Dat blijkt wel uit z'n antwoord: „al deze dingen heb ik onderhouden van mijn jonkheid af". En nu de christengemeente in jeruzalem: „niemand zeide, dat iets van hetgeen hij had, zijn eigen (d.w.z. zijn persoonlijk eigendom) ware...."

De leden van deze gemeente spraken niet meer over „mijn" huis, „mijn" grond en „mijn" geld. Nee, ze wisten door Gods genade dat huis, grond en geld aan Christus, en daarom aan Zijn lichaam (de gemeente), toebehoren.

Helaas niet allen! Ananias en Saffira beschouwden een deel van de opbrengst van 'n verkocht eigendom als 'n strikt persóónlijk bezit, en bedrogen daarmee de Geest, Die in de gemeente woont. Hetzelfde gebeurt in 1964 als wij ons loonzakje etc. geheel of gedeeltelijk als 'n strikt persoonlijk bezit zien, m.a.w. „zoveel procent voor de kerk en de rest voor mezelf!" Deze „rest" (? ) staat dus tussen Christus en ons in, is m.a.w. een afgod geworden!

Helaas kijken veel kerkleden tegen de kerk aan, zoals aandeelhouders hun n.v. zien. Ze verlangen een vaste (eigen) zitplaats, een goede tegenprestatie (preek) voor het „geofferde", enz. enz.; „en anders zoeken we 'n andere kerk op!"

Voel je 't: we zijn dan lid van een gemeente om te ontvangen, om te krijgen, „om de heb". En niet om te geven, om te brengen.

De socioloog ziet dit verschijnsel als „verburgerlijking", de Bijbel veroordeelt dit alles als „wereldgelijkvormigheid". Want de „wereld" weet — in diepste zin! — alléén van „nemen" en niet van „geven". Omdat ze Hem niet kent. Die „om uwentwil is arm geworden, daar Hij rijk was, opdat gij door Zijn armoede zoudt rijk worden".

Nu zijn er véél armen in de wereldkerk; denk aan de chr. kerk in nigeria, Pakistan, enz. De kerk van jeruzalem leefde in 'n samenleving, waarin vrijwel niets aan armenzorg gedaan wordt. Tóch getuigt de Schrift: „was ook niemand onder hen, die gebrek had".

Waaraan moet dit schrijnende verschil

tussen de armoede in de huidige wereldkerk en die in de christengemeente in Jeruzalem worden toegeschreven?

Aan ónze „loQnzakje"-verering? Aan ónze heb-zucht?

Geld is macht!

Een poosje geleden zei iemand: „Zonder geld ben je een nul in onze maatschappij, als je geld hebt gaan ze voor je door 't vuur!"

Geld is m.a.w. voor velen een zéér belangrijk machtsmiddel: „geld dat stom is, maakt recht wat krom is", „voor geld kan je alles kopen, zelfs liefde!"

En toch spreekt Jezus over de „onrechtvaardige Mammon", omdat veel geldbezit door onrecht (aan de naasten!) verworven is én wordt. Jezus ziet terdege de macht van geld, bezit en goed. Hij noemt deze macht „de Mammon".

Maar Hij zegt ons niet: „gebruik die macht voor jezelf!" of „negeer dat aardse slijk!" Nee, Hij gelast ons: „maak uzelf vrienden uit de onrechtvaardige Mammon". D.w.z. besteed je geld zó dat je hierdoor vrienden krijgt onder de.... behoeftigen.

Zó is de Mammon geen onrechtvaardige macht meer, maar een macht der liefde die voor behoeftigen door het vuur gaat!

Wat betekent dit alles in 1964? Wel, ons loonzakje is niet langer een middel om macht te krijgen. Macht over onze naasten door hen te overtroeven met luxe-artikelen (auto, ijskast enz.) en luxe-uitgaven (lange buitenlandsie va-> ' kantiereizen, veelvuldig cafétariabezoek e.d.) Nee, ons loonzakje wordt een middel om macht te geven aan hen die machteloos zijn: de vertrapten en de berooiden. Zijn die er in jouw omgeving niét?

Let op!: dit is geen hobby van enkele welwillende mensen. Nee, dit is de roeping der gehele gemeente, dus ook van jou en mij.

Pas op!: deze roeping mag en moet alléén uit dankbaarheid voor het Offer van Christus vervuld worden. Alle andere barmhartigheid is — in diepste zin — verkapte ik-zucht.

En als we zo onze macht van harte aan machtelozen mogen geven, huichelen we niet als we zingen: „geen aardse macht begeren wij, die gaat welras verloren! Ons staat de sterke Held terzij', dien God ons heeft verkoren!" Dan bezitten we alsof we niet bezitten, en zingen we verder met Luther:

„Neem goed en bloed ons af, het brengt u geen gewin: Wij gaan ten hemel in en erven koninkrijken!"

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 december 1964

Daniel | 16 Pagina's

WERK EN LOON

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 december 1964

Daniel | 16 Pagina's