Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Ook naast de kerk

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ook naast de kerk

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het Leger des Heils

Hel Leger des Heils Jullie kennen ze wel: een groepje mensen onder een lantaarn - weer of geen weer. Zingen spelen en spreken. Van Jezus.
Ze getuigen van Hem en ze zingen: „Hij leeft - ook in mijn hart!"
Veel mensen lopen er haastig voorbij, vervuld van andere dingen.
Een enkele blijft staan en luistert even. „God heeft alle mensen lief, los van de vraag of ze Hèm liefhebben. God richt Zich tot alle mensen, óók tot u! Zelfs al bent u daar helemaal niet van gediend. God heeft alle mensen lief, Jezus stierf voor u! of u het wilt of niet". - Wat bezielt deze mensen om iedere zaterdagavond en zondag de straat op te gaan en al zingend en predikend „Strijdkreten" te verkopen? „Liefde is mijn beroep", wordt vaak door hen gezegd. Daarom doen ze ook zoveel maatschappelijk werk. Daardoor hebben ze veel contact met allerlei mensen, vooral in de binnenstad, want juist daar is zoveel ellende. En het is te bewonderen dat ze zoveel werk verzetten en dat geen mens voor hen minderwaardig is. In de bar, waar gelachen, gepraat en geswingd wordt onder het draaien van fel ritmische tophitten, kun je opeens een heilssoldate zien, die het evangelie brengen wil. En tegelijk wordt er een helpende hand geboden in zo mogelijk ieders persoonlijke nood.

Ze hebben dus twee dingen op het oog: het woord en de daad. Hoe de verhouding hiertussen ligt blijkt uit de uitspraak van een brigadier: „De sociale instanties doen een steeds groter beroep op ons. En", zei hij, „ons maatschappelijk werk breidt zich meer uit clan het geestelijke en wij zijn van oorsprong toch een geestelijke instelling. Daarom de kerk moeten we ons sterker concentreren op onze geestelijke roeping en plicht. Wc hebben immers een speciale zendingsopdracht: God lief te hebben boven al en de naaste als onzelf. Daarom mag de pastorale zorg niet worden verwaarloosd. En dat is wel eens moeilijk, want het contact met veel mensen heeft in de meeste gevallen een maatschappelijke achtergrond. Er is veel ellende en onvrede!"

Wat is hun oorsprong?

De stichter van het Leger, William Booth (geboren in 1829 en gestorven in 1912), kwam zelf uit een arm gezin in de Engelse stad Nottingham, en toen hij als jongen van 13 bediende werd in een pandjeshuis kreeg hij nog meer te maken met de ellende van de volksklasse, die in de vorige eeuw, vooral in Engeland, verbijsterend was. Zijn ouders hoorden bij de Kerk van Engeland, maar de dienst des Heeren was bij hen geen levende zaak. Toen William eens bij de Methodisten (die zich in 1739 al van de Engelse staatskerk hadden afgescheiden) in de kerk kwam, werd hij gegrepen door één zin van de predikant (iemand die vroeger een dronkaard was geweest): „Elke seconde sterft er een ziel!" Toen dit gebeurde was William pas 14 jaar. Hij werd lid bij de Methodisten en onder de indruk van een bezielende opwekkingsprediker ging hij al zijn vrije tijd gebruiken om in de achterbuurten de mensen tot bekering op te roepen. Hij was 17 toen hij, staande op een stoel, zijn eerste toespraak op straat hield! Hij had de vurige begeerte om mensen te redden van het eeuwige verderf. Al dadelijk bleek dat zijn kerk niet open stond voor de man uit de straat. De mensen uit de achterbuurten die William in de kerk wist te krijgen werden door de nette kerkmensen verwezen naar de armenbanken achter de preekstoel! Toch bleef hij zijn kerk dienen. Hij ging naar Londen, waar hij prediker werd. Hier vond hij een meisje dat God met haar hele hart en haar hele leven wilde dienen. Zij werd zijn vrouw en zii heeft hem voortgestuwd en levenslang begeleid. Samen hebben ze zich ingezet voor het evangelisatiewerk in de donkerste stadsdelen van Engeland. Maar de synode van hun kerk, waar Booth officieel predikant was geworden, belemmerde hem jaar in jaar uit om overal te gaan preken. Toen besloten Booth en zijn vrouw met deze kerk te breken. Voor de indringende prediking van deze temperamentvolle man was er geen plaats. De kerken werden voor hem gesloten. Daarom begon hij evangeliesatiesamenkomsten te houden in circussen en danszalen. Talloze zondaren over heel Engeland gaven zich gewonnen onder zijn boodschap. In het meest trieste stadsdeel van Londen richtte Booth zes jaar later de „Christian Mission" op. Weer elf jaar nadien, in 1878, wordt de naam hiervan veranderd in „Salvation Army": verlossingsleger of: leger des heils. Welke vijand dit leger wil aanvallen? Niemand minder dan de satan, die zoveel macht heeft in deze wereld.

Al gauw kreeg het leger ook in landen buiten Brittannië een afdeling. Het motto is: „Christus voor de wereld, de wereld voor Christus". Zo zie je dat de evangelie-verkondiging inderdaad het eerste doel was. Maar al spoedig ging het Leger ook hulp bieden in cle maatschappelijke nood. Want Booth ontdekte: „hongerige magen hebben geen oren."

Naast de verkondiging van do verlossing in het bloed van Christus begon een reusachtige strijd tegen drankzucht, ontucht cn diefstal. Dat sociale werk is gebleven al ligt dat in onze tijd anders. Zo heeft het Leger in Nederland tehuizen voor kinderen, jongens, meisjes, bejaarden, invaliden, reclasseringsbureaus enz.

Ernstige bezwaren en toch bewondering.

Is het Leger des Heils nu een kerk? „Wij zijn geen kerk, wij zijn een leger", zei Booth. Een gewone kerk willen deze mensen dus zelf niet zijn. Een kerkelijk instituut vinden ze ongeschikt voor hun doel. Dat wil alleen bewaren. Zij willen een aanvallend christendom zijn. De kerk is daar in hun ogen vaak te plechtig en te deftig voor en veelal te goed gevoed en gekleed. Toen Booth en cle zijnen de kerk verlieten hebben ze na verloop van tijd ook geen sacramenten meer bediend. Dat deed hun nog te „rooms" aan. Het gaat toch alleen om wedergeboorte en gemeenschap met Christus! Wij kunnen wel begrijpen hoe het leger hiertoe gekomen is. Over cle doop en het avondmaal is in cle kerk zóveel getwist, dat het leger ze maar helemaal terzijde heeft geschoven. Maar mag het dan zomaar voorbij gaan aan twee duidelijke opdrachten van cle Heere Jezus?

Er zijn nog meer dingen in het leger waartegen wij vanuit de Bijbel bezwaar moeten maken. Eén van de 11 hoofdstellingen van het leger luidt: Christus heeft door zijn lijden en dood verzoening gebracht voor cle gehele wereld, zodat wie maar wil gered kan worden. Van de uitverkiezing willen cle mensen van het leger dan ook niets weten. Het hangt van óns af of wij cle verzoening aanvaarden, zeggen zij. Het is precies wat het grote voorbeeld van Booth, cle Methodist Wesley leerde. Maar clan rijzen bij ons cle vragen op. Heeft Christus dan verlossing gebracht voor mensen die toch in cle zonde gestorven zijn? En als het geloof van ons afhangt, moeten we er dan ook zelf voor zorgen dat wij in het geloof staande blijven? Kan een gelovige dan toch weer verloren gaan na zijn bekering? Nee, gelukkig werkt God Zelf het geloof. En gelukkig Iaat Hij niet varen wat Zijn hand begon. Maar kunnen dan volgens de leer van de uitverkiezing veel mensen niet zalig worden? Daar is geen sprake van.
De Heere Zelf verzekert het ons met klem: Wendt u naar Mij toe en wordt behouden, alle einden der aarde! De geweldige prediker Spurgeon, een tijdgenoot van Booth, was van harte Calvinist, maar dat zette geen domper op zijn overal in de wereld doordringende evangelieverkondiging. Hij had veel achting voor het werk van Booth, maar hij was het beslist niet eens met zijn wat wij noemen Anniniaanse standpunt. Een betere gids dan Spurgeon kunnen we ons moeilijk indenken.

Maar met hem hebben wij alle eerbied voor het grote werk dat door het Leger verricht werd en nóg wordt. De vorige keer schreven we dat een secte vaak wijst op een gebrek aan geloof in de kerk, of aan hoop, of aan liefde. Het Leger heeft de kerken beschaamd gemaakt om hun gebrek aan liefde. Uit liefde om te redden heeft het Leger veel geestelijke en maatschappelijke nood in de wereld gezien, gepeild, en waar mogelijk gelenigd. Dat heet in de Bijbel: de navolging van Christus.

C. & A.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 augustus 1965

Daniel | 16 Pagina's

Ook naast de kerk

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 augustus 1965

Daniel | 16 Pagina's