Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het verlangen naar een Koning

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het verlangen naar een Koning

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

(1 Sam. 8).

Reeds verschillende malen is de vraag gerezen, of het mogelijk is in ons blad schetsen te gaan schrijven als leidraad bij de behandeling van Gods Woord op onze verenigingen.
Aan dit verlangen willen wij thans gaarne voldoen. In de plaats van de meditatie hopen wij voortaan zulk een schets te geven.
Hier volgt dan de eerste over bovengenoemd onderwerp.

1. De Theocratie. Het volk Israël leefde onder de Theocratie d.w.z. onder de regering Gods.

(Theos is het Griekse woord voor God, vergelijk theologie = Godgeleerdheid en cratie betekent regering).

Onze regeringsvorm is een democratie, d.w.z. een volksregering, maar Israël had een theocratie.

Jehova Zelf was hun Koning. Omdat God Zelf de Koning van Israël was, kregen zij hun wetten ook rechtstreeks van God. „De Heere is Uw Rechter, Uw Wetgever, Uw Koning" (Jes.)

In dit opzicht is Israël met geen enkel ander volk te vergelijken. Israël was onder het Oude Testament, wat de Kerk is onder het Nieuwe Testament. Israël was eigenlijk de Kerk van het Oude Verbond.

Daarom, wat b.v. de profeten tot Israël predikten, kan en moet vandaag toegepast worden op de kerk in haar zichtbare openbaringsvorm.

En zoals Christus de Koning is van de Kerk van de nieuwe bedeling, zo was Jehova de Koning van Israël, de Kerk van de oude bedeling.

2. De begeerte naar een koning.

A. Hoe die begeerte zich uit.

Israël was met zijn onzichtbare Koning niet tevreden. Daarom, om het wankele gebouw van de Theocratie te schragen, gaf God richters tot steunpilaren. Maar ook deze richters waren het volk tenslotte niet naar de zin. Samuël is oud. Zijn zonen zijn niet geschikt om hem als richter op te volgen. Zij wandelen niet in het spoor van hun vader en de profetische gave bezitten zij niet.

Bovendien dreigt een vijandelijke inval. Immers Nahas, de koning van Ammon, bedreigt het volk.

Wie zal hen nu aanvoeren in de strijd tegen Nahas.

Een koning zou hier redding kunnen brengen. Zo naderen de oudsten van Israël tot Samuël en begeren van hem een koning.

B. Deze begeerte is anti-Theocratisch. De begeerte van Israël sluit niet anders in dan een verwerping van het koningschap van de Heere.

Op zichzelf behoefde het verlangen naar een koning niet zondig te zijn, want die koning zou toch in Israël gekomen zijn om het koningschap van Christus af te schaduwen.

Als zij dan ook een koning begeerd hadden in het verlangen, dat zij onder een koning meer aan hun roeping van priesterlijk bondsvolk zouden kunnen beantwoorden, en dat zij die koning nodig hadden om Jehova's bevelen hun over te brengen, dan zou hun begeerte niet in strijd geweest zijn met het koningschap Gods.

Maar zo lag liet niet.

Neen, zij vroegen: zo zet nu een koning over ons, om ons te richten, gelijk al de volken hebben" (8 : 5).

En juist die toevoeging: „gelijk al de volken hebben, " hield in een verwerping van het koningschap van God.

Zij wilden gelijk zijn aan de andere volken en vergaten hun bijzonder karakter als volk Gods.

Dus zij verwierpen hier de Theocratie.

3. De vervulling van die begeerte.

A. Zij wordt door Samuël bestreden. B. Zij wordt door God ingewilligd onder vermaan en waarschuwing.

Eerst moest Samuël het volk de nadelen van het koningschap onder ogen brengen. Wellicht zouden zij dan nog van mening veranderen.

Zij wilden echter niet horen en bleven dwingen: „Neen, maar er zal een koning over ons zijn."

Nu dan, zij zullen een koning hebben. Maar alleen zulk een koning kan God dulden, die er van doordrongen is, dat  hij voor de handhaving van Gods koningsrecht heeft zorg te dragen.

Zolang hij dat recht handhaaft, zal Gods zegen op koning en volk rusten.

Maar gaat de koning boven God staan, zijn troon zal niet bevestigd worden en Gods oordeel zal op Israël rusten.

Discussievragen:

1. Was de begeerte naar een koning absoluut verkeerd?

2. Kan er nu nog van een theocratie sprake zijn?

Denk hier eens aan het streven van Hoedemaker.

Staat de Staatkundig Gereformeerde partij de theocratie voor en is zij hierin unique? (art. 36 N.G.B.)

G.   R.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 augustus 1965

Daniel | 16 Pagina's

Het verlangen naar een Koning

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 augustus 1965

Daniel | 16 Pagina's