BIJBELLEZEN

„Al wie Gods Woord met een rechte nuttigheid van zijn ziel wil lezen, moet het lezen met een nauwe en zorgvuldige toeëigening en toepassing op zichzelf. Hij moet daarom niet stil blijven staan bij de personen van welke of tot welke in de Heilige Schrift gesproken wordt, maar hij moet hoofdzakelijk op zichzelf zien, want het gaat hem aan. Elke bijzondere lering, vermaning en bestraffing moet hij zichzelf tot zijn lering, tot zijn vermaning en tot zijn bestraffing maken, terwijl hij ook elke belofte en vertroosting zich tot bemoediging en vertroosting moet laten dienen. Hij moet geloven dat alle voorbeelden, zowel de goede en de kwade, ook hem tot een voorbeeld zijn gesteld, hetzij ter navolging of tot waarschuwing, om zich voor deze zonden te wachten en zich bij dit lezen op geen andere wijze aanmerken, dan of hij alleen in de wereld was en alsof de Bijbel om zijnentwil alleen was geschreven. Ja, hij moet het aanmerken als een Brief van de Almachtige, die aan hem met naam en toenaam gericht is, om daaruit zijn plichten te leren en daarop zijn geloof, zijn geduld, zijn hoop, enz. te gronden. Aldus beveelt ons de apostel Paulus de Heilige Schrift te lezen, wanneer hij aan zijn gelovige Romeinen (nadat hij hen van te voren uit de 69e psalm het roemrijk voorbeeld van de Heere Christus in Zijn Godgelaten en geduldig lijden ons ter navolging had voorgesteld) aldus schrijft: „Want al wat te voren geschreven is, dat is tot onze lering te voren geschreven, opdat wij door lijdzaamheid en vertroosting der Schriften, hoop zouden hebben." Ook wanneer hij, na van te voren van de zonden der Israëlieten in de woestijn oudtijds begaan en van de Goddelijke strafgerichten hun daardoor overkomen, gehandeld te hebben, aan de Corinthen op deze wijze schrijft: „En deze dingen zijn geschied, ons tot voorbeelden, opdat wij geen lust tot het kwaad zouden hebben, gelijkerwijs als zij lust-gehad hebben. En deze dingen zijn hun overkomen tot voorbeelden en zijn beschreven tot waarschuwing van ons, op dewelke de einden dereeuwen gekomen zijn. Zo dan, die meent te staan, zie toe dat hij niet valle".

(Uit , , De dierbaarheid van Gods Woord" van Ulrich).

Bijbelrooster:

Zondag 10 oktober Psalm 119 : 121-144 Spreuken 13 Maandag 11 oktober Daniël 10 1 Petr. 1 : 1-12 Dinsdag 12 oktober Daniël 11 : 1-13 1 Petr. 1 : 13-25 Woensdag 13 oktober Daniël 11 : 14-28 1 Petr. 2 : 1-12 Donderdag 14 oktober Daniël 11 : 29-45 1 Petr. 2 : 13-25 Vrijdag 15 oktober Daniël 12 1 Petr. 3 Zaterdag 18 oktober Hosea 1 1 Petr. 4 Zondag 17 oktober Psalm 119 : 145-160 Spreuken 14 Maandag 18 oktober 1 Sam. 7 Lukas 3 : 1-22 Dinsdag 19 oktober 1 Sam. 8 Lukas 4 : 1-15 Woensdag 20 oktober 1 Sam. 9 : 1-14 Lukas 4 : 16-30 Donderdag 21 oktober 1 Sam. 9 : 15-27 Lukas 4 : 31-44 Vrijdag 22 oktober 1 Sam. 10 : 1-13 Lukas 5 : 1-16 Zaterdag 23 oktober 1 Sam. 10 : 14-27 Psalm 119 : 161-176

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen