Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

,,De beelden affgestorremd"

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

,,De beelden affgestorremd"

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

On verwachtt gebeurcn

Iedereen kent de onverwacht opstekende storm, die met ontembare kracht neerslaat op velden, huizen laat schudden en bomen ontwortelt. Zó en niet anders kwam in augustus 1566 de beeldenstorm.

Er was geen vooropgezet plan. Er was wel heftige afkeer van alle santekramerij bij de calvinisten. Er was intense verontwaardiging bij duizenden werklozen over de sociale onbewogenheid van de roomse kerk, die hen liet verkommeren. Dit alles — en nog veel meer — ontlaadde zich plotseling in de beeldenstorm, die een spoor van verwoesting trok over de Nederlanden.

Waar begon de beeldbreker ij?

Het eerste begin van de beeldenstorm lag in het geïndustrialiseerde land van Zuid-West Vlaanderen. Op 10 augustus hield de leperse hoedemalcer Sebastiaan Matte in Steen voorde een preek, waarin hij wel de heiligenbeelden als stomme stukken hout en steen aan de kaak zal hebben gesteld. Na het amen van die preek ging men tenminste direct over tot de daad. Onder leiding van de gewezen monnik Jaeques de Buyzere werd het klooster van Steenvoorde bestormd. Daarin werden alle heiligen in gruzelementen geslagen.

Als een niet te stuiten vloedgolf sloeg de beeldbrekerij nu over het Vlaamse en Brabantse land. Zondag 11 augustus werden de beelden in Poperingen neergehaald, de 15e in leper, de 18e in Oudenaarde. In vier dagen tijd werden in meer dan 400 kerken grondige vernielingen aangericht: stukgeslagen glasvensters, vergruisde beelden, kapotgestoken schilderstukken.

Antwerpen: geboefte en psalmgezang

De gemoederen zijn in deze dagen te Antwerpen wel bijzonder opgewonden. Op zondag 18 augustus is er flink kermislawaai. Verder beweegt zich een processie door de overvolle straten, ter gelegenheid van Maria Hemelvaart. Het gepeupel stroomt de straat op en overlaadt de lopers-in-processie met haat en spot. De monniken worden voor „farizeër" gescholden. De hele processie wordt afgoderij genoemd. Het „wonderdadige Mariabeeld" in de stoet meegedragen en uitgedost met een overvloed van goudkant, krijgt er ook van langs: „Maeiken, de uitdraegster! Maeiken, dit is Uw laatste feestdag! Weldra zal men u met mosselen zieden (koken)".

Oranje, die in Antwerpen het bevel heeft, wordt tot overmaat van ramp deze dag door landvoogdes Margaretha naar Brussel geroepen om de Raad van State bij te wonen. Nu de drager van het gezag, die met zijn autoriteit menigten bedwingen kan, vertrokken is, lopen de spanningen op tot het kookpunt. Op maandagmiddag houdt Moded buiten de poort een hagepreek, waarin hij zijn hoorders voorhoudt „dat men d' isokratie (de beeldendienst) nyet alleen vuyter hertten (uit de harten) en behoirde te doen, maer oyck vuyter ooghen".

Op dinsdagmiddag, het loopt tegen vijven, dringt een groep van 150 mensen de kathedraal binnen. Daar beginnen ze psalmen te zingen, dwars door de dienst heen die juist aan de gang is. De priesters verlaten de altaren en de kerk. Aangemoedigd door de anderen gaan een twintig van de dappersten aan het werk.

Onordentelijcke beeldbrekerie

De beelden gooit men een touw om de hals. Even trekken en ze ploffen op de vloer, waar ze met bijlen fijn gehakt worden. Edelstenen snijdt men van de gewaden van de heiligenbeelden af. Zo gaat het in alle kerken.

Intussen is hageprediker Herman Moded, die Antwerpen even had verlaten om enkele dingen te regelen in verband met een aan te bieden smeekschrift aan de Brusselse regering, in de stad teruggekeerd. Op verzoek van de magistraten klimt hij op de kansels om het volk tot bedaren te brengen. Maar er is geen houden aan. Moded is niet in staat met zijn stem boven het geraas uit te komen en verlaat de kerken weer.

In de kerken gaat het „brisement" voort. Kerkgewaden gaan in stukken of worden aangetrokken bij wijze van extra kledingstuk. Gezangboeken en missalen vallen in flarden op de grond. De banken (!) en lantaarns ontkomen evenmin aan de grote furie. In de ban van dit ongebreideld vandalisme trekt men de pijpen met geweld van de orgels. Vrouwen en kinderen helpen dapper mee.

's Nachts trekken groepen rabauwen naar de kloosters, rammeien de deuren stuk en dringen naar binnen. Na hun vernielzucht te hebben uitgeleefd op alles wat los en vast zit, komen ze bij de wijnvaten in de kelders terecht. Kannen vol wijn verdwijnen in hun keelgaten. Zelfs de bedden uit dc kloostercellen worden gestolen.

In de late avond lopen de mensen met brandende toortsen en waskaarsen langs dc straten. Als dollemannen schreeuwen ze de leus: Vive les Gueux! Leve de Geuzen! En in Gent trompetteren de kinderen op orgelpijpen uit Antwerpens kerken. De razernij is volkomen.

Om diefstal tegen te gaan, zetten de calvinisten nu wachters neer bij de kerkdeuren, die aan de beeldbrekers hun buit moeten ontnemen. Het kerkegoed, dat op deze manier wordt gespaard, brengt men in het donker naar de magistraten.

Nu de kerken in de macht van de menigte zijn, besluiten dc predikanten om er op 22 augustus gebruik van te maken. Moded houdt dan een korte, scherpe preek, waarin hij de hoorders vermaant om de gestolen kerkschatten bij de burgemeesters in te leveren en steeds de overheid te gehoorzamen.

Middelburg: géén diefstal, géén chaos

Het nieuws van de „brekinghe" vloog van mond tot mond. In de middag van 21 augustus hoorden de burgers van Middelburg al wat er de vorige dag in Antwerpen had plaats gevonden. Dc Middelburgse Magistraten wisten een begin van beeldbrekerij in de Westmonsterkerk — die in deze tijd voor het stadhuis op het huidige marktplein stond — te doen ophouden. Er werd een bevel gegeven dat alle kerken goed bewaakt moesten worden.

Het had niet veel resultaat. Om zes uur in de volgende morgen stond het volk al bij de Abdij. De deur van de koorkerk werd met een bijl opengehakt.

Voordat de beeldenstormerij begon, werd er afgekondigd dat niemand een burger of een geestelijke enig lichamelijk letsel mocht toebrengen „op pene (poene, straf) van metten baste gehangen ende geworcht te werden".

Aan het reeds eerder aangehaalde artikel uit de P.Z.C. van 2 juli j.1. ontlenen we ook het belangwekkende vervolg van deze verklaring. „Datter oick nyemande op gelijcke pene eenich goudt, silver, ofte andere cleynodieën van de kereke zoude ontvreempden, ende transporteren, maer die brengen ende laeten onder de justicie." Zo is het inderdaad gegaan. IIet een en ander is kenmerkend voor een zeker besef van orde en gezag bij deze beeldbrekers, die met een Vive les Gueux-ge-

roep aan het werk zijn gegaan. „Ende zijn terstont met het selve geluyt ende roLip gevallen aen 't afbreken, houwen ende kerven van alle beelden, nyet alleene die daer in de kereke van der Abdye waeren, nemaer oick in alle de kereken ende cloosters deser stadt."

In het noorden

Inmiddels was de beeldbrekerij ook in het noorden op gang gekomen. In Amsterdam hadden enkele kooplui de eerste stoot gegeven door met veel ophef het volk te vertellen over de Antwerpense brekerij. Om hun woorden kracht bij te zetten lieten ze een paar brokstukken van heiligenbeelden zien! Daarna volgden Leiden, Delft en op 25 augustus Utrecht. Enkele gildebroeders, geschrokken van de onheilspellende berichten, waren daar bezig om beelden in veiligheid te brengen. Doch enkele mensen, die van een hagepreek terugkeerden zagen hen bezig. Zonder aarzeling hebben ze toen een korte breekpartij gehouden in de Geertekerk. Later volgden de Buurkerk, de Jacobikerk en twee kloosters.

Na de 26e augustus keerde de rust terug. Alleen in Friesland en Groningen werden nog beelden gebroken.

Schuldvraag

Enkele lezers zullen waarschijnlijk in dit artikel tevergeefs gezocht hebben naar een beoordeling van de beeldenstorm. Ik heb deze bijdrage echter met opzet beschrijvend gehouden, om de lezer in staat te stellen zich enigermate een beeld te vormen van handel en wandel der beeldbrekers. De schuldvraag blijft staan tot het volgende nummer.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 augustus 1966

Daniel | 16 Pagina's

,,De beelden affgestorremd

Bekijk de hele uitgave van zondag 28 augustus 1966

Daniel | 16 Pagina's