Eén dag in Uw huis
Wij, jongeren
Met vreugde
Daar willen we eerst bij stilstaan: het gaan naar de kerk. Als we in de bijbel — vooral in de psalmen — hierover lezen, dan valt het op dat erover gesproken wordt als over iets feestelijks. „Hoe vrolijk gaan de stammen op....". „Ik ben verblijd wanneer men mij Godvruchtig opwekt...." of „Hoe lieflijk, hoe vól heilgenot — zijn mij Uw huisen tempelzangen." Ja, somst staat er zelfs „feesthouden de menigte."
Als we ons dat eens indenken.. Dan is het bij ons, in onze gemeente, vaak zo anders. Jc kunt dat het best merken in gesprekken over de kerk cn de kerkgang. Bij jongeren vooral, maar toch ook zo dikwijls bij ouderen. Dan hoor je bittere klachten over het zijn in Gods huis. Teleurgestelde mensen. Wat merk je van een band in de gemeente? Waar blijft dan de gemeenschap der heiligen? In de kerk kom je zo weinig naastenliefde tegen. En de preek is zo dor en droog. We begrijpen er ook dikwijls niet veel van. En waarom moet de dienst bij ons zo lang duren? En dan die organist.. . . Het is daarom goed om ons erop te bezinnen hoe het komt dat in de psalmen het naar Gods huis gaan als een feest gezien worclt. Want zo kan het nu nog, ook voor jongeren. Dan zien we er naar uit om met de gemeente samen het Woord te mogen horen cn samen de IIeere te bidden voor ons heil en voor de noden in de gemeente en in de wereld.
God eren
Hoe kan dat voor ons zo worden of zo blijven?
Wij dachten, als we weten, en blijven beseffen, wat er in een kerkdienst eigenlijk gebeurt. Van de Israëlieten staat in de bijbel dat ze telkens weer in die zonde vielen om de godsdienst als een sleur te ervaren. Dan dienden ze de Heere niet met het hart, maar verrichtten alleen wat traditionele handelingen. Wat moeten ook wij daar allemaal voor oppassen. Dan is ons hart er niet bij. En dan zouden we ook nog anderen afstoten, anderen verhinderen om de rijkdom van Gods dienst te zien. Wat fijn, als je het echt kunt zingen: Uw liefde-dienst heeft mij nog nooit verdroten! Met dat doel willen we samen de eredienst nagaan.
De kerkdienst wordt ook eredienst genoemd. We komen in de kerk om gemeenschappelijk God te eren in de Heere Jezus Christus. God eren. Dat is het doel van ons leven. Dat móet het zijn. Daar zijn we voor geschapen. Maar wij, ongehoorzame mensen, moeten dat opnieuw gaan leren. En dat kunnen we juist in de kerk Ieren. Daar wil God wonen, dat is Zijn huis. Daar wil Hij in het bijzonder tegenwoordig zijn. Daar daalt de Heere tot ons af, daar komt Hij bijzonder met Zijn genade. En wij mogen daar óók komen, om die God te eren. En God eren, zegt Luther, is Zijn weldaden aannemen. Als we ons dit goed indenken, dan gaan we anders naar Zijn huis. Daarom moet er telkens bezinning zijn. Dat kost inspanning. Dan mag er ook 's zondags 's morgens geen haast zijn om na het opstaan nog op tijd in de kerk te kunnen komen. Wij zullen de dienst des Heeren dieper beleven als wij ons voorbereiden op de komende zondag en voor de komende eredienst.
Ondanks bezwaren
Om eerlijk te zijn, er kan ook bange twijfel in ons hart zijn als we aan de
komende kerkdienst denken. Er is in de Bijbel ook een bedevaartslied dat in de diepte begint. „Zo gij, Heere, de ongerechtigheden gadeslaat, Heere, wie zal bestaan? " Maar, staat er dan verder, bij U is vergeving! En toch kan ook daarover onzekerheid zijn. Is dat ook voor mij van toepassing? Zal de prediking mij straks niet buitensluiten? Maar toen Jezus Zelf die heidense vrouw buitensloot, riep ze ten einde raad toch: Heere, help mij!
Maar dan zijn er ook de bezwaren, de kritiek, de teleurstellende dingen in het gemeenteleven, die we al noemden. Ook dat alles kan in de weg staan. Dat verhindert het „hoe vrolijk gaan de stammen op." Maar daar is veel aan te doen. Als we de preek niet begrijpen, laten we dan eens eerlijk met de dominee praten. En is er zo weinig band in de gemeente? Zoek dan eens iemand op. Word maar warm voor de dienst des Ileeren. Maar al het menselijke blijft. En sommigen blijven zich daaraan stoten. Maar laten w7e bedenken dat de Heere — ondanks alles wat de mensen er veroorzaken — in zo'n gemeente wil wonen. Laten we niet al te veel letten op het gedrag van mensen, maar veel meer op het Woord van God. Zelfs de discipelen stonden wel eens de mensen in de weg om tot Jezus te komen. Maar die blinde riep des te harder. En toen het over kinderen ging, greep Jezus zelf in: verhinder ze niet! Laat de kinderen tot Mij komen!
Maar, zegt iemand, nu is de Heere Jezus hier niet meer. Ja, Hij is er juist. Hij wandelt onder ons, zei Calvijn eens, in het gewaad van Zijn Woord. Dat is nu juist de kerkdienst. Christus is er in Zijn Woord.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 januari 1967
Daniel | 16 Pagina's