Rond en uit de Bijbel

Ter inleiding.

Gaarne wil de redaktie deze nieuwe artikelenserie bij U inleiden.

Zoals bekend schreef ik indertijd korte schetsen als leiddraad voor het maken van Bijbelse onderwerpen op de verenigingen.

Deze serie Bijbelschetsen werd min of meer overbodig door de bandjes met schetsen, die nu uitgegeven worden door onze Salvo-commisie.

Daarom ben ik toen, om het gevaar van langs elkaar heenwerken te voorkomen, met deze artikelenserie gestopt.

Op ons verzoek begint nu de heer A. de Reuver, theol. student te Utrecht deze serie „Rond en uit de Bijbel."

De bedoeling van deze artikelen is de achtergrond te belichten van de verschillende Bijbelboeken. Iiier wordt dus geschreven over de schrijver van het bepaalde Bijbelboek, tijd van ontstaan, indeling ervan, omstandigheden waaronder enz. enz.

Op deze wijze kunnen deze artikelen meewerken aan een beter verstaan van de boodschap van het Woord Gods. Nodig is daartoe ze te lezen met de Bijbel in de hand en de tekst op te zoeken, waarnaar wordt verwezen.

Wij hopen, dat ook deze artikelen zullen worden gewaardeerd en aan het doel, dat de redaktie en de schrijver ermee beogen, zullen beantwoorden.

De redaktie.

Vooraf. Zoals ds. H. Rijksen schreef, ligt het in het voornemen om in „Daniël" een artikelenreeks te beginnen die een wegwijzer bedoelt te zijn bij het lezen van de Bijbel. We willen achtereenvolgens verschillende Bijbelboeken van een soort „inleiding" voorzien, te beginnen met de twaalf kleine profeten. Omdat deze kleine profeten betrekkelijk onbekend zijn kiezen we die als eerste. We zouden ons op een te breed terrein begeven wanneer we vooraf uitvoerig gingen uitweiden over het profetisme in het algemeen; het gaat ons hier immers voornanamelijk om de achtergronden en de boodschap van de boeken apart, zoals ook uit de inleiding duidelijk zal zijn. Toch doen we er goed aan om heel in het kort schetsmatig iets over de profeten in het algemeen te zeggen.

De profeten.

De profeet is in het O.T. iemand die tussen God en het volk staat: ij ontvangt een boodschap (het Woord des Heeren) en geeft dat door aan het volk (b.v. Ex. 7 : 1, 2). Zo is hij de mond van de Heere (Jer. 15 : 19). Letten we op enige kenmerken:

Het profetische woord is altijd persoonlijk, ook als het tot het hele volk gericht is. Want het wil gehoord en gehoorzaamd worden; de Ileere laat de profeten geen zakelijke mededelingen doen, maar laat heil en onheil verkondigen, belofte en eis, bestraffing en nodiging. (Zie b.v. Jer. 18 : 7—11). In de tweede plaats is het profetisch getuigenis „totalitair', d.w.z. dat het totale leven er door onder de kritiek van God gesteld wordt: et volksleven, de politiek, het kerkelijke, maatschappelijke en culturele leven. In deze zin is het profetenwoord altijd eender: Ik

ben de Ileere, gij zijt mensen; uw ganse leven komt Mij toe." Dit betekent niet dat de profeten steeds hetzelfde zeggen, want:

in de derde plaats hebben de profeten altijd een concrete boodschap, d.w.z. dat ze geen bovenaardse bespiegelingen ten beste geven die „nergens op slaan, " maar dat ze volop ingaan op de omstandigheden van een bepaalde tijd: oorlog(sdreiging), afval, bevrijding, ballingschap, enz. Juist de mens in zijn zonde cn nood, in zijn vreugde en godsdienstigheid, kortom in zijn aardse, historische bestaan wordt aangesproken. Niet dat de profeten niet boven de tijdelijke omstandigheden uitgrijpen: zij zien wel degelijk Gods heil of oordeel in de toekomst, voorspellen b.v. het toekomstige Rijk van de Messias. Maar ze doen dit tot bekering en vertroosting van echt aardse mensen; het volk moet precies weten waar het zich aan te houden heeft. Vandaar het veelvuldige verzet tegen de vaak „scherpe" profeten. Bij deze enkele kenmerken willen we het laten.

Nog dit: anuit het N.T. mogen we steeds bedenken dat de vervulling van alle profetie-als-zodanig de ïieere Jezus Christus is; Hij is de ware Profeet (vgl. Deut. 10 : 51 met Hand. 3 : 22 en 7 : 37). Hij heeft op volmaakte wijze de wil van zijn hemelse Vader bekend gemaakt (Joh. 16 : 40): En dit is de wil desgenen die Mij gezonden heeft, dat een iegelijk die de Zoon aanschouwt, en in Hem gelooft het eeuwige leven hebbe." Dat is de uiteindelijke kern van de profetische verkondiging: ens, verzaak uw eigen goddeloze wil en hoor de wil van God, n.I. dat ge uw leven zult zoeken buiten uzelf in de ontferming van de Heere.

De boeken der profeten.

De profetenboeken vormen in de Hebreeuwse Bijbel een onderdeel van de tweede afdeling van de Bijbel. Voor de duidelijkheid volgt hier de Hebreeuwse indeling:

1) Thora = Wet —_ Pentateuch, d.w.z. de 5 boeken van Mozes.

2) Profeten: a) vroegere profeten: Joz., Richt., Sam., Kon. b) latere profeten: Jes., Jer., Ez., Ilosea, Joel, Amos, Obadja, Jona, Micha, Nahum, Habakuk, Zefanja, Haggai, Zacharia, Maleachi. Hosea t.m. Maleachi worden Dodeka p.ropheton genoemd, d.w.z. 12-profetenboek.

3) Geschriften: Psalmen, Job, Spreuken, Ruth, Hooglied, Prediker, Klgl., Esther, Daniël, Ezra, Nehemia, Kronieken.

We zien dat de volgorde enigszins anders is dan de onze (onze volgorde is een mengsel van de Ilebr. en van de Griekse — Septuagint! — volgorde). Daniël hoort b.v. in de Hebr. Bijbel niet onder de profeten thuis, maar tot de in het algemeen later gekanoniseerde „geschriften"; Daniël is dan ook meer een apocalyps (openbaring) dan een profeet zoals de overige profetische boeken. Omdat de Hebr. indeling oorspronkelijker is dan de onze, willen we bij de behandeling van de kleine profeten Daniël even overslaan. Vooraf geef ik een overzicht door met: gebied van optreden (Juda of Israël), jaartal (bij benadering), regerende vorsten, tijdgenoot-profeten.

Juda 930-586

tijd profeet 740-690 Jesaja, Micha dt 640 Nahum ± 630 Zefanja 630-580 Jcremia ih 600 Habakuk 590-570 Ezechiël 586 ? ? Obadja koning Jotham, Achaz, Hizkia, Manasse Manasse, Amon Josia josia, Jojakim, Jojachin, Zedekia Jojakim Jojachin, Zedekia

5S6 Val van Jeruzalem, Babylonische ballingschap 539 Perzische ballingschap ±:520 Zacharia, De Pers Cyrus Haggaï en opvolgers ± 470 Maleachi Joel? ?

Israël 930-722

tijd profeet koning 780—'80 Jona Jerobeam II 770—'40 Amos Jerobeam II 750—'25 ITosea Jerobeam II, Zacharia, Sallum, Menahem, Fckachja. 722 Val Samaria, Assyrische bal lingschap.

(Wordt vervolgd)

A. d. R.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen