Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het voorspel van de Tachtigjarige Oorlog.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het voorspel van de Tachtigjarige Oorlog.

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Filips II

Toen Karei V in 1555 afstand van de regering deed, kreeg ons land een nieuwe landsheer, Filips II. Deze was een geheel ander man dan zijn vader. De laatste was in Gent geboren en sprak onze taal. Hij had veel gereisd in zijn landen en zich daarbij door zijn minzaamheid en aanpassingsvermogen een zekere populariteit verworven. Filips II, in Spanje opgevoed, was met hart en ziel een Spanjaard. Bij zijn inhuldiging in ons land, die reeds in 1549 plaats vond, voelden de Staten reeds dat ze stonden tegenover een hooghartige vreemdeling, een Spanjaard die geen woord nederlands en zeer slecht frans sprak, zijn onderdanen niet begreep en ze stijf en koel bejegende. Op zijn rondreis door de Nederlandse gewesten was hij omringd door Spaanse edelen, juist het tegendeel van Filips de Schone en Karei V met hun Bourgondisch gevolg in Spanje. Bij het roerend afscheid van Karei V in Brussel moest één der edelen, Granvelle, het woord voeren voor Filips II. Van de eerste dag af sloot hij zich op in zijn paleis en pleegde alleen overleg met zijn Spaanse omgeving. Uit dit alles bleek duidelijk, dat de rollen waren omgekeerd: cle Nederlanden waren een onderdeel geworden van cle Spaanse monarchie. Niet alleen voor ons was hij een vreemdeling, ook voor zijn naaste omgeving is de trotse vorst een raadselachtige figuur gebleven.

an cle Tachtig Hij wenste zo weinig mogelijk met zijn onderdanen in aanraking te komen; hij meende zo hoger in aanzien te blijven. Zelfs de omgang met zijn raadgevers beperkte hij tot het uiterste. Zij dienden hun voorstellen schriftelijk in, waarna de koning, die een groot verantwoordelijkheidsgevoel bezat en buitengewoon werkzaam was, ze urenlang bestudeerde. Daar hij zeer besluiteloos was en zich bovendien met alle zaken tot in de kleinste details bemoeide, nam hij moeilijk zijn beslissingen, die dan ook dikwijls te laat kwamen. Als vurig rooms-katholiek was hij te* genover de ketters star en onbuigzaam. Zijn geest en karakter bleken uit het feit, dat hij zijn uitspraak: „Ik verlies liever al mijn landen, dan dat ik over ketters regeer" waar maakte.

Een eenheidsstaat?

We moeten nu een belangrijk punt aansnijden dat mede een rol gespeeld heeft in onze vrijheidsstrijd: de pogingen van Karei V en Filips II om van de 17 Nederlandse gewesten een gecentraliseerde eenheidsstaat te vormen. Deze 17 provincies hadden oorspronkelijk alle een eigen bestuur gehad, maar waren langzamerhand deels door erfenis, deels door koop of oorlog onder het bewind van Karei V gekomen. Elk gewest had zijn eigen geschiedenis gehad en bezat zijn eigen wetten en privileges, dit zijn voorrechten die hun in het verleden door de vorst verleend wajarige Oorlog, ren. Om nu het samensmelten van deze gewesten te bevorderen en ze aan een centraal bestuur te gewennen, had Karei V in 1531 reeds een hervorming van de regering doorgevoerd. De bestaande regeringsraad werd gesplitst in drie raden:

a. De Raad van State, waarvan de hoge edelen, die meestal tevens stadhouders der gewesten waren, cleel uitmaakten; haar taak was de landvoogdes van advies te dienen, zonder dat deze zich aan dit advies behoefde te houden. b. De Geheime Raad, waarvan rechtsgeleerde ambtenaren lid waren en die de eigenlijke regeringsraad was. Hij ontwierp de wetten en verordeningen (ook de plakkaten).

c. De Raad van Financiën, waarin financiers en rechtsgeleerden zaten, die het financieel beheer voerden. Uit de taakverdeling tussen deze raden blijkt duidelijk wat de bedoeling was van de nieuwe organisatie van het bestuur. De hoge adel, die verdediger was van de vrijheden der onderdanen, kreeg weliswaar een erepositie maar verloor in feite zijn macht. De rechtsgeleerde ambtenaren, verdedigers van een sterk, onbeperkt vorstelijk gezag, kregen de regering in handen.

Voordat Filips II in 1559 ons land verliet (wegens een oorlog met Frankrijk v/as hij genoodzaakt tot de vrede in 1559 in ons land te blijven) ging hij nog een stap verder op deze weg naar de gecentraliseerde ambtenarenstaal Tot land-

voogdes benoemde hij zijn halfzuster Margaretha van Parma. Weliswaar handhaafde hij de drie raden naast haar, maar toch voerde hij een diepgaande wijziging in: de landvoogdes moest voortaan in hoofdzaak het advies inwinnen van de voorzitters der drie raden nl. Granvelle, Viglius en Berlaymont. Bij deze personen, die voorstanders waren van bovengenoemd streven van de koning, bij dit kleine groepje, de Achterraad of Consulta geheten kwam de regeermacht te berusten. In deze Raad had, tot ergernis van veel Nederlanders, de vreemdeling Granvelle weer de meeste invloed.

Geen bedelaar

De wijze waarop de vorst tot nog toe de belastinggelden binnenkreeg, was nog echt middeleeuws: de koning moest aan de Staten-Generaal, waarin alle gewesten hun vertegenwoordigers hadden, beden vragen. Door het weigeren hiervan konden de onderdanen de vorst dwingen met hun inzichten rekening te houden. De Staten Generaal werden enkel in buitengewone omstandigheden en uitsluitend op initiatief van de vorst bijeengeroepen. De geldnood van Karei V had tengevolge dat ze gemiddeld eens per jaar bijeenkwamen. Filips II, die streefde naar een absoluut bewind, naar de alleenheerschappij van de koning, verafschuwde deze bedelaarsrol en wilde daarom deze beden vervangen door vaste belastingen. Dit wekte verzet bij de Staten-Generaal. Met veel moeite wist hij een bede voor 9 jaren los te krijgen, onder de vernederende voorwaarden dat de Staten-Generaal zelf de controle zouden hebben op het beheer van de gelden. In de moderne staat, die Filips II voor ogen stond, paste geen volksinvloed; vandaar dat de landvoogdes vóór het vertrek van de koning van hem de opdracht kreeg de Staten-Generaal niet meer bijeen te roepen. Hij had immers een negenjarige bede toegezegd gekregen en na deze negen jaren zou hij trachten vaste belastingen in te voeren.

Bemoeien met de kerk

Veel verzet in alle lagen van de bevolking verwekte ook de nieuwe kerkelijke indeling, die Filips II in 1559 wist door te drijven. Tot nu toe behoorden deze gewesten tot de aartsbisdommen Keulen, Reims en Trier, zodat de Nederlanders kerkelijk bestuurd werden door buitenlandse aartsbisschoppen. Bij de kerkelijke reorganisatie van 1559 werden de Nederlanden verdeeld in 3 aartsbisdommen: Mechelen, Kamerijk en Utrecht en deze in 18 bisdommen. De adel klaagde, dat de bisschopszetels niet meer door hen bezet konden worden, daar alleen doctoren in de theologie voortaan zouden worden benoemd en zij het beneden hun waardigheid vonden om deze graad te behalen. De geestelijkheid zag zich in haar inkomsten bedreigd, daar iedere bisschop de opbrengst van een rijke abdij zou krijgen. De lagere geestelijken waren bovendien heel weinig gediend van strenger toezicht. Het volk tenslotte vreesde een krachtiger bestrijding van de ketterij. Over het algemeen verweet rnen Granvelle, die aartsbisschop van Mechelen geworden was terwijl hij bovendien door de paus tot kardinaal was benoemd, deze nieuwe kerkelijke regeling, ofschoon ten onrechte.

Voeg tenslotte bij dit alles nog het verblijf van Spaanse troepen in ons land, terwijl de koning zelf naar Spanje vertrokken was en U voelt dat er conflictstof in overvloed was en dat de spanning met de dag toenam.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 maart 1968

Daniel | 16 Pagina's

Het voorspel van de Tachtigjarige Oorlog.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 maart 1968

Daniel | 16 Pagina's