Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ONS LAND RONDOM....

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ONS LAND RONDOM....

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

ONS L

IV

Egmondl De tweede persoon die wij u, na de Vader der Vaderlands, willen voorstellen is Lamoraal, graaf van Egmond, kortweg Egmond genoemd. Hij stamde af van de graven van Gelre en was getrouwd met de dochter van de keurvorst van Beieren. Hij achtte zich in rang niet minder dan de 11 jaar jongere prins van Oranje, maar hij was veel minder rijk dan deze. Hij had een reputatie als veldheer, die hij reeds gekregen had in de tijd van Karel V in de strijd tegen Frankrijk. Hij stond dan ook bij de keizer in hoge gunst. Op 24-jarige leeftijd werd hij benoemd tot ridder van de Orde van het Gulden Vlies. In de meermalen genoemde oorlog van Filips II tegen Frankrijk vestigde hij in 2 vermaarde slagen voorgoed zijn naam als groot veldheer. In 1559 benoemde de koning hem tot stadhouder van Vlaanderen en Artois en tevens tot lid van de Raad van State.

Egmond was door de omstandigheden, zijn hoge positie en zijn rijkdommen in de moeilijke tijd waarin hij leefde, verplicht een rol te spelen, waarvoor de capaciteiten hem ontbraken. Hij was eerzuchtig en ijdel, maar miste diplomatiek inzicht en bezadigd overleg. Hij liet zich door zijn opvliegend karakter vaak verleiden tot heftige uitlatingen en bedreigingen, waarvan hij later spijt had. Men AND RONDO wist niet altijd wat men aan Egmond had; daarom noemde o.a. Viglius hem wel „de vriend van de nevel." In de strijd tegen Granvelle en voor het behoud van de vrijheden en rechten van ons volk staat hij aan de zijde van Oranje.

Hoorne Zijn vriend, de graaf van Hoorne, stond aanvankelijk ook in de gunst van de koning. Hij werd hopman van 's konings lijfwacht, stadhouder van Gelre, lid van de Raad van State en admiraal der Nederlanden. Ook hij werd begiftigd met de Orde van het Gulden Vlies. Toen de koning in 1559 de Nederlanden verliet was Hoorne admiraal van de vloot, die Filips naar Spanje overbracht. Eerst in 1563 keerde hij naar de Nederlanden terug. Filips had gehoopt dat Hoorne, eenmaal in de Nederlanden terug, de zaak van de koning zou hebben gediend. Nauwelijks te Brussel aangekomen, koos hij echter de zijde van Oranje, Egmond en hun vrienden. Hij schreef zelfs een vrijmoedige brief aan de koning, waarin hij als zijn mening te kennen gaf dat de invoering van de nieuwe bisdommen tot de ondergang van het land zou leiden.

Granvelle

Granvelle was geboren in Frankrijk en van burgerlijke afkomst. Door bemiddeling van zijn vader, die een hoog ambt bekleedde M.... onder Karei V, was hij verheven tot bisschop van Atrecht. Filips II schonk hem zijn volle vertrouwen, omdat Granvelle een overtuigd voorstander was van de moderne staat. Hij voelde dus niets voor de in zijn ogen ongeordende, ouderwetse privilegiënstaat der Nederlanden. Bij de reeds genoemde kerkelijke indeling van 1561 werd Granvelle aartsbisschop van Mechelen en kardinaal. Als zodanig kreeg deze vreemdeling, deze vertrouweling van de koning, hoewel van eenvoudige afkomst, voorrang in de Raad van State boven de trotse inheemse adellijke geslachten. Zo werd hij voorzitter van de Raad van State, +erwijl hij tevens de ziel was van de Achterraad of Consulta, bij wie sinds 1559 de feitelijke regering berustte. Geen wonder dat deze man algemeen gehaat werd.

Viglius en Berlaymont

Viglius, een Fries van geboorte, was voorzitter van de Geheime Raad. Hij was een bekwaam rechtsgeleerde, die met Granvelle deel uitmaakte van de Achterraad. In de strijd tussen Granvelle en de aanzienlijke edelen stond hij doorgaans aan de zijde van eerstgenoemde, waarbij echter zijn houding zo verzoenend mogelijk was.

Berlaymont, voorzitter van de Raad van Financiën, was het derde lid van de Achterraad. Verder was hij stadhouder van Namen. Zijn ijdelheid was omgekeerd evenredig met zijn

jetekenis; in de Achterraad lad hij, naast een krachtige figuur als Granvelle, reinig invloed. Door de lanzienlijke edelen werd lij, de „verrader" Berlaynont, met minachting belandeld.

Margaretha van Parma

renslotte de landvoogdes, Margaretha van Parma, buitenechtelijke dochter van Karei V. De moeder, een lier.stbode van een vriend /an Karei V, kreeg een jaargeld van 80 gulden, laer verhoogd tot 300 gulden. Margaretha is genoemd laar de hoogvereerde tante /an Karei V, Margaretha /an Savoye, die destijds andvoogdes der Neclerlanlen was.

Reeds op 7-jarige leeftijd iverd ze uit staatsbelang /erloofd met de 23-jarige Alexander de Medici, met wie ze op 14-jarige leeftijd trouwde. Reeds het jaar Jaarop werd Margaretha .veeluwe. Daarna huwelijk-; e haar vader haar uit aan Den kleinzoon van de paus, sen 13-jarige knaap. Uit dit luwelijk werd een zoon geboren, de later in onze geschiedenis zo bekende her-; og van Parma. We zullen iu de gebeurtenissen vanaf 1.559 chronologisch gaan beden.

Nauwelijks was dc vrede net Frankrijk getekend, of filips maakte aanstalten om ïaar zijn dierbaar Spanje ; e vertrekken. Eerst wilde lij plechtig afscheid nemen, waartoe hij de Vliesridders ; n de Staten-Generaal naar Sent riep. Hij sprak met ïadruk over de godsdienst : n hij bezwoer de stedelijke en gewestelijke overhellen dat ze niets zouden naaten om de katholieke godsdienst te handhaven en 3e ketterij te onderdrukten. Hij wist maar al te goed, hoe laks de meesten in dit opzicht waren. Het was een zeer onaangename verrassing dat de Staten-Generaal van deze gelegenheid gebruik maakte om hem te verzoeken uitsluitend Nederlanders in 's lands bestuur te benoemen en de hier nog aanwezige Spaanse troepen te verwijderen. De zuidelijke gewesten klaagden steen en been over de „Spanjolen", die bovendien door de regering gebruikt konden worden om eventueel haar wil met geweld door te zetten. Filips beloofde wel aan hun wensen te voldoen, maar voelde zich diep gekrenkt en was beslist niet van plan hun verzoeken in te willigen.

Vervolgens gaf hij zijn halfzuster Margaretha van Parma de volgende instructies: de Staten-Generaal mocht niet meer bijeen geroepen worden; met de Raad van State moest ze alleen voor de vorm overleg plegen, in feite moest ze zich richten naar de raad van zijn drie vertrouwelingen, de Achterraad; de plakkaten tegen de ketters moesten streng worden uitgevoerd. Hierop verliet de koning de Nederlanden om er nooit meer terug te keren. In Spanje zou hij zich als een kluizenaar terug trekken in zijn paleis in de buurt van Madrid, het Eseuriaal, dat hij op de barre Castiliaanse hoogvlakte op een lastig bereikbare plaats voor zich had laten bouwen.

Inmiddels hadden de Staten-Generaal in hun eis betreffende de Spaanse troepen steun gekregen van de hoge adel, ook van Oranje. De koning heeft lang geaarzeld maar toen ook de landvoogdes en Granvelle op hun verwijdering aandrongen, gaf Filips eindelijk toe en zo werden ze in 15C1 weggeroepen. Vervolgens richtte zich het groeiende verzet tegen Granvelle, vooral omdat hij bij de uitvoering van de nieuwe kerkelijke regeling de voornaamste persoon was. Algemeen was men van mening dat de „rode duivel" (men doelde hierbij op de rode kardinaalsmantel), het „Spaanse varken", het „paapse uitschot" de boze geest was die hier alles knechten wilde.

Onder leiding van Oranje en Egmond sloot de hoge adel een verbond tegen Granvelle, om bij de koning aan te dringen op zijn afzetting. Toen de koning geen antwoord gaf schreven Oranje, Egmond en Hoorne hem in 1563 dat ze de vergaderingen van de Raad van State niet meer zouden bijwonen, zolang de kardinaal zitting had. Ze overtuigden de landvoogdes dat alles goed zou gaan en de rust zou terugkeren, als Granvelle maar weg was en dc Raad van State verheven zou worden tot een werkelijk regeringslichaam.

Toen ook Margaretha krachtig aandrong op ontslag van de gehate regeringsleider liet Filips eindelijk zijn trouwe dienaar vallen. Granvelle kreeg in 1564 verlof naar Frankrijk te gaan om zijn oude moeder te gaan bezoeken en keerde niet meer terug. De edelen vertrouwden de zaak niet. Egmond ging zelfs zover dat hij één van zijn dienaren in het gevolg van Granvelle smokkelde om poolshoogte te nemen. Na enige dagen kon deze dc twijfel bij de hoge heren weg nemen. Zou de situatie zich thans in goede zin wijzigen?

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 mei 1968

Daniel | 16 Pagina's

ONS LAND RONDOM....

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 mei 1968

Daniel | 16 Pagina's