Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het jaar 1568

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het jaar 1568

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

In dc laatste twee artikelen van deze jaargang, waarmee tevens de rubriek „Uit 's lands historieblaan" gesloten wordt, willen we de gebeurtenissen die 400 jaar geleden de tachtigjarige oorlog inluidden, bezien.

Plannen van cle prins.

De prins van Oranje, die in 1567 bij de komst van Alva naar Dillenburg was uitgeweken, nam aldaar na rijp beraad het besluit de wapenen tegen de ijzeren hertog op te nemen. Wanneer ons land van verschillende zijden zou worden aangevallen en de bevolking tevens in verzet zou komen tegen de dwinet jaar 1568 geland, zou Alva zich met zijn 10.000 soldaten moeilijk kunnen handhaven. liet bijeen brengen van troepen was niet moeilijk: soldaten waren altijd wel te krijgen en toen in maart 1568 de Franse godsdienstoorlog voorlopig tot een einde kwam, waren er Duitse en Hugenootse troepen te over. Moeilijker was het ze te betalen. De veldtochten van 1568 kostten Oranje ongeveer V/s miljoen gulden.

Uit de Nederlanden kwam hiervoor niet meer dan f 12.000. Enkele uitgeweken edelen en enkele kleinere Duitse vorsten brachten f 250.000 bijeen. De rest werd betaald door Oranje en zijn Dillenburgse verwanten; aanzienlijke sommen werden op onderpand van roerend (tafelzilver, kleinodiën) en onroerend goed geleend, waarbij zich vooral Willems oudste broer Jan verdienstelijk gemaakt heeft. Groot zijn in deze dagen de offers geweest die de Nassaus zich getroost hebben voor een volk, dat het hunne niet was. Toch waren hen deze geldelijke offers niet te veel; vier van de vijf gebroeders hebben zelfs de vrijheid van ons volk gekocht met de prijs van hun bloed.

Drie legers werden voor de invasie bijeengebracht. Het ene kreeg opdracht het uiterste Noorden, dat nauwelijks bezet was, aan te tasten; een Hugenotentroep zou vanuit het Zuiden aanvallen, terwijl een

derde leger vanuit het Oosten een aanval op Brabant moest ondernemen, teneinde door te stoten naar de hoofdstad Brussel. Deze laatste aanval werd in de kiem gesmoord; het leger werd bij Daalhem, ten Oosten van Roermond, vernietigd. De aanvoerder werd krijsgevangen gemaakt en vertelde op de pijnbank wat hij wist van de verdere plannen van de prins. Het leger der Hugenoten werd door troepen van de Franse regering vernietigd.

Heiligerlee.

Alleen in het Noorden werd succes geboekt. Het leger aldaar stond onder leiding van graaf Lodewijk van Nassau, een man met een ridderlijk, onbaatzuchtig en zelfopofferend krakter, innemend van aard en door ieder geacht. Ook zijn broer Adolf diende in dit leger.

Lodewijk begon zijn aanval met de overrompeling van het kasteel te Wedde, even over de grenzen. Groningen, hoewel niet Spaansgezind, gaf zich niet over aan Lodewijk; het wilde onzijdig blijven. Een volle maand heeft Lodewijk nutteloos voor de stad gelegen. Inmiddels was de stadhouder der Noordelijke provincies, Aremberg, die door Alva naar Frankrijk gezonden was om in de strijd tegen de Hugenoten te helpen, teruggekeerd.

Zo snel mogelijk trok hij met Spaanse troepen, die te Amsterdam over de Zuiderzee gezet werden, Lodewijk tegemoet. De geest onder de troepen van Lodewijk was wegens geldgebrek tamelijk slecht en het heeft weinig gescheeld of het drama van DaaLhem had zich herhaald. Lodewijk trok met zijn troepen terug op Wedde; op weg daarnaar toe, bij Heiligerlee, verscheen op 23 mei om C uur in de avond Aremberg met zijn troepen. Hoewel Lodewijk een uitstekende defensieve positie had ingenomen (het terrein werd van voren beschermd door veengrond, vol sloten, plassen en greppels) viel Aremberg direct overmoedig aan, teneinde voor zonsondergang een overwinning te forceren. Zijn leger werd door geweervuur en pieken opgevangen en binnen 2 uur v/as er geen vijand meer te zien.

Graaf Adolf bereed die dag een vurig jong paard, dat door het knallen van het geschut verschrikt, niet te regeren was. Het drong met zijn berijder in de vijandelijke linie, wat Adolf het leven kostte. Ons volkslied gewaagt er van:

Lijf en goedt altesamen Heb ick u niet

verschoont, Mijn Broeders, hooch

van namen, Hebbent u ook vertoont: Graef Adolf is

ghebleven, In Vrieslandt in den slach,

Sijn siel in 't Eeuwich leven

Verwacht den .Jongsten dach.

Aremberg hield lang stand, maar vluchtte tenslotte. Bij het overspringen van een hek miste zijn paard en stortte neer. Hij kon niet meer ontkomen en werd onbarmhartig afgemaakt. Het leger van Lodewijk heeft, dank zij de overmacht en het moeilijk begaanbare terrein, in deze slag 1500 Spaanse veteranen en 2500 man Duitse huurtroepen verslagen. In het jaar 1868, thans 100 jaar geleden, werd op het slagveld van Heiligerlee een gedenkteken opgericht en terecht: in deze strijd is onze natie geboren.

Alva grijpt in.

Helaas was, een dag na de overwinning bij Heiligerlee, de stad Groningen bezet door Spaanse troepen, waardoor Lodewijk zich niet naar het Westen durfde begeven. Hij verspilde nu in Groningen tijd en geld en Alva zou niet nalaten hiervan gebruik te maken. Geen ogenblik verloor hij zijn kalme vastberadenheid.

kalme vastberadenheid. Alvorens persoonlijk tegen Lodewijk op te trekken, trof hij in het Zuiden de nodige voorbereidingen. Om de bevolking aldaar alle moed te ontnemen achter zijn rug een opstand te beginnen, liet hij een aantal vooraanstaande personen terechtstellen. Op 1 juni werden 18 edelen in het openbaar onthoofd; wie de bijstand van een priester had gewenst, werd in gewijde aarde begraven.De lijken van de anderen liet men aan de palen hangen, tot zij „door de lucht waren geconsumeerd". Op de zaterdag voor Pinksteren, 5 juni, was de beurt aan Egmond en Hoorne. Egmond heeft zich tot het laatste ogenblik verwonderd over het harde vonnis; hoe kon de koning zijn trouwe dienaar en geduchte veldheer dit aandoen. Onder zware bewaking van de stad en terwijl 20 vendels Spanjaarden om het schavot stonden, werden de executies uitgevoerd. De beide edelen gingen op waardige wijze de dood in. Nadat Egmond op het schavot nog de eenen vijftigste psalm had gelezen viel het hoofd, dat (naar de woorden van de Franse gezant) tot twee malen toe heel Frankrijk had cloen beven. Na hem ontving Hoorne de dodelijke slag, nadat hij had verzocht voor hem te bidden. De wens van Egmond, dat zijn vrouw en kinderen niet zouden lijden on-

der 's konings wraak, is niet vervuld: alle goederen werden verbeurd verklaard. Het saamgestroomde volk was ontsteld over de gerechtelijke moord op de twee groten; het klaagde en weende, het doopte in droeve ontzetting doeken in het bloed der slachtoffers en kuste de doodkisten.

De executies maakten op de bevolking der Nederlanden een verpletterende indruk; men was verlamd van schrik en dacht niet aan verzet. Hierdoor kon Alva zich met een gerust hart naar het Noorden begeven.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 juni 1968

Daniel | 16 Pagina's

Het jaar 1568

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 juni 1968

Daniel | 16 Pagina's