Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De opleiding.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De opleiding.

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

De opleiding.

De opleiding. We hebben al gezegd dat een predikant verantwoordelijk is voor een juiste verklaring van dat bijbelgedeelte, dat hij als tekst voor zijn preek kiest. En voor deze verklaring is diepgaande studie onontbeerlijk en grondige kennis van de grondtekst eigenlijk onmisbaar. Dat brengt ons dan op de opleiding van de aanstaande predikanten. Want om in de pastorie te kunnen studeren is een goede theologische opleiding natuurlijk een eerste noodzaak: want en bovendien, ook het studeren moet geleerd worden. We mogen daarom nooit vrede hebben met een gebrekkige opleiding van onze aanstaande Dienaren des Woords. En we mogen daarom de collecten van onze Theologische School in Rotterdam wel heel sterk in jullie aandacht aanbevelen. Dat geld is figuurlijk gesproken ook een stukje Kapitaal van de Kerk!

„Oók een stukje Kapitaal" zeggen we. Want al blijven er op dit punt natuurlijk nog heel wat wensen en al mogen we erg blij zijn met wat er in de achterliggende jaren verbeterd is, de theologische opleiding alléén kan nooit voldoende zijn. Om het Heilig Evangelie te kunnen bedienen is ook nodig persoonlijk de Ileere te kennen en deel te hebben aan Zijn genadewerk. Om anderen te kunnen verkondigen wat God heeft gedaan en Wie Hij wil zijn voor hen, die Hij tot Zijn kinderen heeft willen aannemen, daarvoor is allernoodzakelijkst uit eigen ervaring tc weten waarover men spreekt. Anders zal de predikant toch nooit de diepe zin en rijke betekenis van het Woord kunnen peilen. En bovendien, het gaat niet alleen om de verklaring van het Woord, het Woord vraagt ook om toepassing in het leven. Daarin geeft een predikant toch mede leiding aan het geestelijk leven van de Gemeente.

Een jongen schreef: „En dan nog iets. Volgens mij moet een dominee, een kind van God, een universitaire opleiding

achter de rug hebben! Bijna alle jongens en meisjes hebben geleerd. Als ze wat horen behandelen, b.v. een aktueel onderwerp, wat juist net ter sprake geweest is op school, dan boeit dathen. Op school wordt het behandeld in het materiële vlak (? ) en dan daarna in de kerk in het geestelijk vlak (? ) (vraagtekens van ons). Natuurlijk op grond van de Bijbel! De prediking is toch een middel van God om de mens dichter bij hem te brengen? Hierbij hoort toch ook de jeugd? " Tot zover de brief.

We zijn het met deze jongen eens, dateen goede opleiding noodzakelijk is. Maar zou dat per se een universitaire opleiding moeten zijn? Indien mogelijk is het zeer waardevol, maar om aan iedereen die eis te stellen? We dachten van niet. Van onze predikanten worden velen pas op latere leeftijd tot dit ambt geroepen of zich hun roeping bewust. Dan is het alleen om praktische redenen al niet goed mogelijk nog naar de universiteit te gaan. Wel is het zo dat de een een gebrekkiger vooropleiding heeft dan de ander en dus een langere studietijd nodig heeft. Daarmee zal wel rekening worden gehouden.

Maar hoe stelt deze jongen zich een universitair gevormd predikant eigenlijk voor? Als een die op alle vragen een antwoord weet? Dat zou een schaap met vijf poten zijn! We mogen van een predikant niet verwachten dat hij op zeer uiteenlopende terreinen altijd de raadsman kan zijn. Daartoe is vanzelfsprekend ook een academicus niet in staat.

We weten niet zo best wat deze jongen bedoelt met aktuele onderwerpen. Als hij bedoelt dat vanuit het Woord van God ook een boodschap tot de Gemeente komt omtrent het wereldgebeuren en belangrijke gebeurtenissen in ons volksleven, dan zijn we dat wel metliem eens. De prediking doorlicht het gehele leven van de Gemeente in deze wereld. Maar als hij bedoelt dat in de prediking ook allerlei onderwerpen moeten worden behandeld, die op een ogenblik in de mode zijn, die „in" zijn, om dit modewoord eens te gebruiken, dan zeggen we: nee! Daarvoor hebben we de verenigingen en de tijdschriften. Daarvoor dient de kansel niet. Een aktualiteiten-prediking onthoudt de Gemeente haar geestelijk voedsel en beantwoordt niet aan de behoeften van de Gemeente, met als gevolg op de duur lege kerken! Veelzeggend is in dit verband het protest in de „Open Brief", die enige maanden geleden 24 verontruste predikanten in de Hervormde Kerk gepubliceerd hebben, ten aanzien van de prediking! In „Varia" is daarvoor terecht jullie aandacht gevraagd. Wat we van een predikant mogen verwachten is dat hij God in Zijn genade persoonlijk heeft leren kennen; dat hij zich door God tot zijn werk geroepen weet; dat hij een zodanige opleiding heeft gehad dat hij kan doordringen tot de diepe zin van het Woord en dathij op de hoogte is van het eigentijdse denken om dat telkens weer te kunnen toetsen aan de Bijbel en zijn gemeenteleden ook daarin te kunnen leiden.

Stijl

Een andere vraag, waarvan we nog even het belangrijkste overnemen, was: „Waarom wordt er zo ongeveer in het middeleeuws gepreekt? Waarom kan het gewone beschaafd nederlands niet gebruikt? We zingen in de kerk nog de psalmen van Datheen. De kinderen leren ze op school! Weten ze wat ze zingen? Ja, maar wat belegen is, is goed, ' hoor je dan. Ik vind het echt jammer dat, als men het woord „nieuw" hoort, men terugdeinst en niet meer verder wil praten. Als dat „nieuwe" nu toch overeenstemt met Gods Woord, wat is er dan fout aan? " Tot zover uit deze brief. Deze jongen vindt dat hij veel ouderwetse woorden en uitdrukkingen hoort in de preek. Is dat bij jullie ook het

geval? Hoe zou dat komen? Bij de voorbereiding op een preek leest een predikant vaak wat mensen vroeger over een bepaalde tekst hebben gezegd. In dergelijke boeken (de oudvaders!) worden woorden en uitdrukkingen gebruikt die onze taal niet meer kent. Maar een dominee kan daarmee zo vertrouwd raken dat hij dat zelf niet meer merkt. Laatst spraken wij een predikant die altijd één wonderlijke zinsconstructie gebruikte en ineens was dat afgelopen. Ons gesprek kwam daar zo op en toen zei hij: „Ja, dat was me zelf nooit opgevallen, maar laatst maakte me iemand hierop attent en terecht".

Anderzijds mogen wij van onze kant niet eisen dat een dominee preekt in de stijl van een buurpraatje. Uiteindelijk is het een vertolking van Gods Woord, waaruit toch ook eerbied moet spreken. Een zekere kanselstijl mag er wel zijn, hoewel, „vertolking" betekent het spreken in de taal van het gehoor. En dat is cle Gemeente van 1968!

En dan wat betreft de berijming van Datheen. Hierin treffen we prachtige psalmen aan, die vaak ook beter en getrouwer weergeven wat in de onberijmde psalmen staat dan de „nieuwe" berijming van 1773. De geest van de berijming van Datheen kon ook wel eens reformatorischer, zo je wilt, meer gereformeerd zijn, dan die van 1773, we zitten dan al midden in dc bloeitijd van het Rationalisme!

Maar, ongetwijfeld, de woordkeus van „Datheen" spreekt ons vaak niet meer zo aan en de zinsconstructie is ook niet altijd éven fraai. Wat dat betreft is Datheen wel verouderd en kan het beter zijn, ook voor de kinderen, over te gaan op een nieuwe berijming. We weten het, veranderingen vinden in dc Kerk maar moeizaam plaats. Wij zijn nu eenmaal mensen die ons hechten aan het bestaande.

Overigens mogen we van de jeugd op dit punt ook begrip vragen voor enig vasthouden aan het oude, juist met zo iets als een psalmberijming. Hoeveel woorden van troost en zegen zullen sommigen niet uit de Psalmen ontvangen hebben! Dat zit dan wel niet in dc berijming, maar in die vorm is het wel genoten! En dat laat jc niet zomaar los. Dat geeft een „band".

Toepassing.

Na een uitstapje te hebben gemaakt naar de opleiding van predikanten en cle stijl van preken komen we weer terug op de prediking zelf en wel het aspect van cle toepassing: wat heeft het verklaarde gedeelte nu ons te zeggen? Want al wat geschreven is, is tot onze lering geschreven. De Gemeente is rijk geschakeerd. In de toepassing moet daarom rekening gehouden worden met de geestelijke gesteldheid van cle Gemeente; cle Gemeente moet ook opgevoed worden.

Met cle toepassing bedoelen we niet een los stuk achter cle preek. Als het goed is wordt de toepassing uit de tekst geboren en is bij voorkeur door cle hele preek heen verwerkt; dc toepassing behoort in elk geval wezenlijk tot de preek. Toepassen is: de hoofdgedachten van cle preek brengen tot het hart, zowel ten aanzien van dc omgang met God als met de naaste. Verklaring en toepassing horen onlosmakelijk bij elkaar, het een kan niet zonder het ander.

In vroeger tijden zijn er wel stromingen geweest (we denken onwillekeurig aan iemand als Schleiermacher) die het doel van cle prediking zagen in het tot uiting brengen van wat er in cle Gemeente leeft, van wat de Gemeente be-leeft. Vertolking van ervaringen mag misschien wel stichtelijk zijn voor sommigen, het is geen bediening van het Woord van God. De preek werd daardoor een soort toespraak, beter gezegd een vrijblijvend verhaal. Dan is het niet meer het Woord dat op cle eerste plaats staat, maar de beleving van dc Gemeente is dan nummer één. Een pre-

dikant heeft wel leiding te geven aan wat er in de Gemeente leeft, hij is echter geen vertolker van wat er in de Gemeente omgaat, hij is vertolker van de Boodschap van God.

Als we nu samenvatten: een zuiver verklarende (voorwerpelijke) prediking blijft te ver van het hart, geeft te weinig leiding aan het leven van de Gemeente. Een zuiver onderwerpelijke prediking doet tekort aan het karakter van Bediening van het Woord van God. Uit de tekst moet de preek worden opgebouwd, de Bijbel is de bron voor de preek. In de preek wordt het Woord voor de Gemeente ontvouwd, opengedaan: lerend en vertroostend, waarschuwend (opdat komt meer voor dan omdat!), appellerend en opwekkend. Zo zal de bijbelse prediking ons onderwijzen, vermanen, leiden, de weg wijzen, vertroosten; ons vermanen af te zien van onszelf en ons telkens heenwijzen naar Hem die de Weg, de Waarheid en het Leven is. Tenslotte, wie over de prediking nog eens wat meer wil lezen raden we aan het alleen nog tweedehands verkrijgbare boekje van wijlen ds. I. Kievit te pakken zien te krijgen: „V oorwerpelijk-onderwerpelijke prediking, eis der Heilige Schrift."

Leesdienst.

Uit datgene wat we over de toepassing hebben gezegd kunnen we concluderen dat de leesdienst maar een noodoplossing is. Immers, er wordt clan een preek gelezen die niet is afgestemd op de situatie van déze Gemeente. Dat is het ontbreken van wat we noemen de Levendige Verkondiging, daarin ligt een groot stuk van de nood van een vakante Gemeente.

Indertijd heeft de schrijver uit Dordt gezegd, dat hij wel belangstelling maar vrijwel geen kritiek op de prediking merkte bij de jeugd. Hierop heeft iemand, ook al wat ouder, die zelf zondag aan zondag onder de leesdienst verkeert en daar ook veel jeugd ontmoet, gereageerd. Hij zegt van de jeugd: „Deze groep kerkgangers geeft voor het grootste deel blijk van niet begrijpen — veel snoepen — niet luisteren." Ja, het gelezen woord boeit altijd minder dan het gesproken woord. Het is nodig dat een vakante Gemeente zich dit gemis ook werkelijk bewust is en dat er daarom veel gebed zal zijn om een eigen predikant.

Anderzijds mogen we onze onderlinge bijeenkomsten niet nalaten. We mogen het nog als een zegen zien dat ons zoveel preken zijn nagelaten en ook nu nog worden gegeven. Belangrijk werk wordt hieromtrent ook verricht in de Reveil-serie o.l.v. ds. Zijderveld: preken van zeer verschillende oudvaders in betrekkelijk hedendaags nederlands vertaald verschijnen hierin en zijn niet alleen voor persoonlijk gebruik fijn en nuttig, maar ook voor de leesdienst.

Het leven in een Gemeente zonder eigen herder kan moeilijk zijn. Anderzijds kunen we toch ook niet ontkennen dat de Heere ook dit eenvoudige middel wil zegenen. Het gebrek aan predikanten is in onze gemeenten altijd nog erg groot. We hopen daarom dat er in alle gemeenten veel gebed zal zijn of de Heere ook onder ons nog meerdere mensen tot dit werk zal willen roepen, tot uitbreiding van Zijn Koninkrijk.

Slot.

Hiermee zijn we aan het eind gekomen van dit onderwerp. We zijn ons ervan bewust dat we niet alle vragen even uitvoerig hebben kunnen behandelen. Dan zou het gesprek telang zijn geworden. Bovendien liggen er nog zoveel andere vragen te wachten. Mochten er toch nog nieuwe vragen over de Prediking rijzen, dan horen we dat graag en hopen die dan in een persoonlijke brief te beantwoorden.

De volgende keer willen we ingaan op

enkele reacties op onze eerste vraag: „Wat vind je van Daniël? " Meerdere brieven hierover zien we tegemoet. Letten jullie op ons nieuwe adres (vanaf 1 juli)?

G. S. T. van Malkenhorst Bleulandweg 298 Gouda

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juni 1968

Daniel | 32 Pagina's

De opleiding.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 juni 1968

Daniel | 32 Pagina's