Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Reis naar Rembrandt

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Reis naar Rembrandt

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Naar Amsterdam.

In volle gang snelt de trein door de weilanden. Buiten slaat de zon de laatste flarden van een laag hangende mistbank weg. Dan is het vergezicht er weer. Frisse kleuren overheersen al wijst de kalender vandaag zes oktober aan. De prachtige septembermaand heeft blad en gras langer groen gehouden. Opeens verandert het landschap: het riet, cle gorzen en het water van het Naardermeer. Nu is het doei niet ver meer. De eerste huizen. Het Amstel-station. De pakhuizen, het Blauwhoedenveem, de kantoren, de havens, de schepen, het IJ. De trein houdt stil. We zijn in

Amsterdam-Centraal. 'k Haast me door de stroom reizigers heen. Even kijken of 24 er nog staat. Het kan niet mooier: instappen, 'n kort belgeluid en we rijden. Bij de Weteringschans gloeit het rode licht voor in de tram aan.

Uitstappen, ruim. vijfhonderd meter lopen, links de brug over en ik sta voor het Rijksmuseum. De linker ingang draagt een groot rood bord direkt boven de deuren. Daarop in wit: Rembrandt-tentoonstelling.

Driehonderd jaar.

Op 4 oktober 1669 overleed Rembrand! Harmensz van Rijn in zijn huis aan de Rozengracht in Amsterdam. Vier dagen later werd hij in de Westerkerk begraven. De stoet achter de baar zal klein zijn geweest. Familieleden waren er nauwelijks meer. Een paar dagen later zou Magdalena; de weduwe van zijn overleden zoon Titus, sterven. Wellicht hebben vrienden in klein getal de laatste eer bewezen. Want al was de schilder niet meer de onovertroffen meester in het oog van zijn tijdgenoten, vergeten was hij niet. Dat wil d.e legende, die graag gevoelige snaren extra laat trillen dan verantwoord is.

Niet vergeten.

Alle schilders en tekenaars kennen bij zijn heengaan nog de naam van de man, die op het hoogtepunt van zijn roem in het deftige huis aan de Breestraat woonde, het tegenwoordige Rembrandthuis. Nog in 1661 wordt Aert van Gelder leerling bij de vereenzaamde kunstenaar. Tot zijn dood in 1721 zal Van Gelder in de stijl van zijn leermeester blijven werken. Ook na het heengaan van Rembrandt blijft de vraag naar zijn werk bestaan. Over heel West-Europa strekt zijn reputatie zich uit.

Dan komt het keren van het getij. Franse mode en franse opvattingen beginnen op elk gebied toonaangevend te worden. Een schilderij moet vooral glad en volgens de regels zijn afgewerkt. De knusse, burgerlijke, verstandelijk ingestelde achttiende eeuw breekt aan, die het werk van Rembrandt niet meer zo waarderen kan. „Hij is wel een groot meester geweest, dat wel, maar hij heeft zich niet altijd aan de „onfeilbare regelen" van de tekenkunst gehouden, zoals wij die opnieuw hebben vastgesteld".

Rembranclt en regels! Uitzonderlijk begaafde figuren zijn niet mei en onder regels te vangen. Zij doorbreken ze en kiezen nieuwe, eigen wegen.

Keuze uit het werk.

Die gedachte houd je bezig, wanneer je op de tentoonstelling voor het werk van Rembrandt staat. 23 schilderijen en 120 tekeningen, hoogtepunten de een na de ander, laten een diepe indruk na. Wat bijzonder boeide? 'k Denk aan het portret van „De scheepsbouwer en zijn vrouw", in bruikleen afgestaand door de koningin van Engeland, aan het geheimzinnig heldere licht van het „Eedverbond van Claudius Civilis" uit Stockholm en aan „De Joodse bruid", waarin Rembrandt op onnavolgbare wijze de liefde tussen man en vrouw tot uitdrukking heeft gebracht.

Het betrekkelijk kleine aantal werken, met veel zorg gekozen, gevraagd en ontvangen, biedt voor een kennismaking met Rembrandt alles. Het zou trouwens niet mogelijk geweest zijn 't gehele werk ten toon te stellen. Dat omvat zeshonderdvijftig schilderijen, driehonderd etsen en tweeduizend tekeningen.

Licht-donker.

Tegenover „De Joodse bruid" hangt het grote doek „Jakob zegent Efraïm en Manasse", waarvan bij dit artikel een foto in zwart-wit is geplaatst. De foto valt in het niet bij de pracht van kleuren en de kracht van zeggen van het schilderij zelf.

De geheel eigen wijze waarop Rembrandt met licht en donker heeft gewerkt, komt

in dit werk bijzonder uit. Ket licht valt op de hoofdpersoon Jacob en straalt uit over Jozef en zijn beide zoons. Asnath, hun moeder kijkt, enigszins teruggetreden, toe. Tegenover het getemperde geel van de hoofdfiguren gloeit het rood van de deken op de voorgrond. De ruimte is verder geheel in schaduw en donker gehuld. Met de grote tegenstellingen tussen dit donker en het licht en de gebruikte kleuren, weet Rembrandt ons iets te zegen over het heilige karakter van deze zegening in de kleine familiekring. De schilder heeft het moment weergegeven, waarop Jakob Efraïm zegent. Jozef verwacht dat Manasse als oudste de zegen met de rechterhand zal ontvangen. „Maar Israël strekte zijn rechterhand uit, en leide die op het hoofd van Efraïm, hoewel hij de minste was" (Gen. 48 : 14).

Rembrandt en cle Schrift.

Dit schilderij brengt ons bij Rembrandt als schilder en tekenaar van bijbelse onderwerpen. Hij heeft de Bijbel vanaf zijn jeugd gekend. Enkele keren schilderde hij

zijn moeder, lezend uit hét Boek. Zeer waarschijnlijk zal zij hem veel hardop hebben voorgelezen, toen hij nog een jongen was en in Leiden in het molenaarshuis woonde. Dit voorlezen was na de Reformatie in de gezinnen in gebruik gekomen. En als de deurwaarders komen, op de dag na zijn begrafenis om de inventaris op te maken, treffen zij één boek aan in de nalatenschap van Rembrandt. De Schrift. Zijn hele leven lang is Rembrandt door de Schrift geboeid. Bijna altijd zijn de tekeningen en schilderijen van zijn hand meer dan een uitbeelding. Er is dan een zo grote mate van i n n e r 1 ij k verstaan, dat je zegt: „Zo alléén kan het geweest zijn". En tegelijkertijd voel je: deze schilder is persoonlijk bij het onderwerp betrokken. Van Gogh heeft tweehonderd jaar laler eens gezegd: „H et is nietmogelijk Re m-brandt te zien zonder in God te g e 1 o v e n".

Daarmee is de kern van de zaak geraakt. Het kan niet anders of aan onze zo zeer van God afgewende tijd gaat veel, heel veel van de boodschap van deze man voorbij, die van de Heere zulke bijzondere gaven ontving. In het wrerk van Rembrandt

vinden we, hoe persoonlijk ook gekleurd, de neerslag van de zeventiende-eeuwse samenleving, waarin de Schrift niet was weg te denken uit het leven van alle bevolkingskringen. Wie Rembrandt vergelijkt met zijn uitbundige roomse tijdgenoot Rubens, de man van het grote gebaar en de zwierende lijn, ziet en voelt hoe sterk de sfeer van de zeventiende eeuw in ons land door de omgang met de Schrift is bepaald. Het is tegen sluitingstijd, 'k Loop de zalen nog eenmaal door. Bij de „Verkoop van reprodukties" staat een groep Engelse jongelui. Er is veel vraag naar de affiches, die je overal op de stations ziet, met Claudius Civilis of een zelfportret.

Even later sta ik midden in het lawaai van het Amsterdamse spitsuur. Een man vraagt in gebroken Hollands de weg naar het Rijksmuseum. In de trein denk ik nog lang na over het geheim van Rembrandt, de grootste schilder, die Nederland heeft gekend.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 oktober 1969

Daniel | 16 Pagina's

Reis naar Rembrandt

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 oktober 1969

Daniel | 16 Pagina's