Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Milieubescherming: een bittere noodzaak

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Milieubescherming: een bittere noodzaak

Natuurbescherming 1970

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Waterverontreiniging

Wat doen we met onze afvalproducten?

De sterke groei van de bevolking en de geweldige uitbreiding van de industrie hebben o.a. een steeds grotere hoeveelheid afvalproducten tot gevolg. Een belangrijk deel van dit afval wordt in sloten, kanalen en rivieren geloosd. Je kent ze wel, die pijpjes en pijpen die dag in dag uit een vieze, dampende brij lozen in één of ander water. Dat deze manier van afvalverwijdering een bedervende invloed op het milieu kan hebben zal duidelijk zijn. Want, wat gebeurt er met het afval dat in het water terechtkomt?

Wat gebeurt er met ons afval?

Het grootste deel van de geloosde afvalproducten kan niet direct worden opgenomen door de planten. Dierlijke organismen kunnen er evenmin veel mee doen. Een verdere afbraak is dus noodzakelijk. Net als in de bodem zijn het weer de microorganismen die hierbij een onmisbare functie vervullen. Zij breken allerlei stoffen verder af en zetten deze om in voor de plant opneembare chemische verbindingen. Deze chemische stoffen zijn bijna uitsluitend mineralen, de reden waarom men dit proces ook wel mineralisatie noemt.

In stromend water, dat veelal zuurstofrijk is, wordt dit „afbrekende en tegelijk baanbrekende werk" verricht door een groep van micro-organismen, die hiervoor grote hoeveelheden zuurstof nodig hebben. Het water wordt, door de toenemende hoeveelheid mineralen, vruchtbaarder.: Tevens herkrijgt het zijn oorspronkelijke helderheid. Een te grote lozing van afval, of een stagnatie van het water, leidt tot een gebrek aan zuurstof. Naast een sterfte van vissen en andere waterdieren heeft dit tot gevolg dat deze groep van micro-organismen zijn nuttige werkzaamheden niet meer kan verrichten.

Stinkende sloten en kanalen.

Hun plaats wordt nu ingenomen door micro-organismen, die het. afval kunnen verteren zonder dat ze daarbij zuurstof nodig hebben. Zij vormen echter andere chemische stoffen, en werken ook langzamer dan de eerste groep. Zwarte, stinkende sloten en kanalen zijn het resultaat van een dergelijke afbraak. Planten en dieren kunnen in dergelijk water niet leven.

Wanneer nog grotere hoeveelheden afval geloosd worden kan het voorkomen dat hele

velden het wateroppervlak bedekken. Dit is o.a. het geval in de provincie Groningen, waar door de strokarton-fabrieken enorme hoeveelheden afval in de kanalen worden geloosd.

Ook verontreiniging van het water met olie heeft een vervuild wateroppervlak tot gevolg. Tegen cleze laatste vorm van verontreiniging wordt in ons land vrij scherp toegezien.

Zo werd in 1969 in het Rotterdamse havencomplex niet minder dan 98 keer proces verbaal opgemaakt voor het lozen van olie en olieproducten in het water van dit gebiedj

De kwaliteit van het water is echter door de bovengeschetste gang van zaken belangrijk verslechterd. Een versnelling van dit proces treedt nog op door de inpolderingen en bedijkingen van de Zuiderzee en in Zeeland. Bij deze — op zichzelf genomen gigantische — werken ontstaan enorme meren met stilstaand water. De verversing is minimaal, daar slechts vervuild water wordt aangevoerd door de erin uitmondende kanalen en rivieren E.e.a. had tot gevolg dat het water van het Veluwemeer dermate is vervuild dat zwemmen er officieel is verboden.

Eén van de manieren, waarop is geprobeerd de kwaliteit van het water te verbeteren is de zuivering ervan in kostbare rioolwater-zuiveringsinstallaties.

Van een volledig succes kan echter niet worden gesproken, omdat het zeer mineralenrijke water dat deze installaties lozen vaak aanleiding geeft tot z.g. waterbloei. Hiermee wordt een extreme groei van planten aangeduid, die het gevolg is van een té vruchtbaar water. Waterbloei leidt vroeg of laat tot een geweldige sterfte van planten, gevolgd door een sterke daling van de hoeveelheid zuurstof. Als uiteindelijk resultaat treden cle zwarte, stinkende sloten weer op.

Voegen we bij het bovengenoemde nog de niet onaanzienlijke hoeveelheden synthetisch afval, die niet of slecht worden afgebroken, dan is de enige conclusie die valt te trekken dat lozing in zoet water geen geschikte oplossing is voor het totaal verwijderen van al ons huishoudelijk en industriëel afvalt

Lozing op zee.

Een andere geschikte oplossing voor de verwijdering van afval lijkt de lozing op zee. De inhoud van de zee is ontzaglijk veel groter dan cle totale hoeveelheid zoet water. Zo wordt b.v. het r'oolwater van Middelburg geloosd op de Westerschelde en dat van de agglomeratie 's-Gravenhage op de Noordzee. Men nam aan dat het geloosde afval in zee wel zodanig zou worden verdund dat geen waterbloei zou optreden, terwijl ook giftige stoffen zouden worden verdund tot een ongevaarlijke concentratie.

De praktijk bleek anders. Men had zich schromelijk verkeken op de mate van menging van zoet en zout water. In 1965 nl. trof men eerst in Noordwijk en Zanclvoort en later verder naar het noorden grote hoeveelheden dode vis van diverse soorten aan. Uit onderzoek bleek dat kopervergiftiging de oorzaak was. Op het strand van Noordwijk was clandestien ongeveer 20 ton koperafval geloosd. Uit di-

verse bepalingen bleek dat het zeer giftige koper na 14 dagen, toen het het Marsdiep bij Den Helder had bereikt, nog geen vijl' maal (...) was verdund. Een op dat moment optredende felle wind en een sterke stroming hebben de Waddenzee voor een catastrofe behoed) In het Waddenzeegebied worden op grote schaal mosselen gekweekt.

Verder is het een gebied waarin vele vissen als tong, schol, haring en garnalen tot ontwikkeling komen, terwijl ook vele steltlopers er overwinteren.

Bij het lozen van afval in het kustwater van Nederland dient men er dus op bedacht te zijn dat het geloosde vuil door de stromingen bijna kwantitatief naar de Waddenzee wordt gevoerd, zonder een noemenswaardige verdunning.

E.e.a. betekent echter niet dat lozing van afval op zee geen geschikte oplossing zou zijn. Mits men het kustwater ontziet en het afval verspreid loost is het de meest geschikte mogelijkheid om de grote hoeveelheden afval te verwijderen.

Om economische redenen wordt echter nog steeds nabij de kust geloosd. Een recent voorbeeld was te vinden in de dagbladen van 30 juli j.1. In de V.S. werd in het Congres door de democraat Ottinger gesteld dat door het storten van vuilnis en inclustriëel afval op 210 plaatsen aan de Amerikaanse oostkust al het leven uit een groot zeegebied op ± 20 km afstand van de stranden van New York tot New Jersey was verdwenen.

Het opstellen van internationale regels voor de lozing van al dan niet giftige afvalstoffen op zee is een dringende noodzaak. Gaat men hiertoe niet over dan is het gevaar niet denkbeeldig dat de mens zelf ook vergiftigd wordt.

Ook de mens loopt gevaar.

In zee levende weekdieren, zoals oesters en mosselen, hebben de eigenschap om metaal-ionen op te hopen in hun vetweefsel. Is nu het water verontreinigd door een bepaald metaalion dan wordt dit in hoge concentraties opgeslagen. Hoewel de dieren er zelf geen gevolgen van ondervinden betekent het nuttigen ervan een gevaar.

Nog niet lang geleden zijn in Japan mensen gestorven door kwikvergiftiging. Uit onderzoek bleek dat alle patiënten schelpdieren hadden gegeten uit een bepaalde baai. Door een riviertje was kwikafval aangevoerd, en de schelpdieren hadden dit zo sterk opgehoopt, dat ze — zonder zelf te sterven — een groot gevaar waren voor de consument.

Wat staat ons te doen?

De genoemde feiten tonen duidelijk aan dat milieubescherming een bittere noodzaak is. Niet alleen om een grote verarming van de natuur te voorkomen, maar tevens om te voorkomen dat de mens zichzelf vergiftigd. Internationale maatregelen inzake de lozing van afval dienen zo spoedig mogelijk te worden gerealiseerd. Heel de geïndustrialiseerde wereld zal hieraan moeten meewerken, aangezien strenge maatregelen van één afzonderlijk land geen gewicht in de schaal leggen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 augustus 1970

Daniel | 16 Pagina's

Milieubescherming: een bittere noodzaak

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 augustus 1970

Daniel | 16 Pagina's