Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

SAULUS DE PREDIKER

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

SAULUS DE PREDIKER

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Heere mag met het Zijne doen wat Hij wil. Hij is de Pottenbakker en wij zijn leem. Dat gaat tegen onze berekeningen in. Ananias in Hand. 9 : 13 begrijpt daar niets van. Op zijn tegenwerping tegen de Heere m.b.t. Saulus van Tarsen, antwoordt de Heere kort: Ga heen, want deze is Mij een uitverkoren vat, om Mijn Naam voor heiden en jood te dragen." Vat betekent: edenksel of maaksel Gods. En die raad des Heeren houdt eeuwig stand en niets kan Zijn hoog besluit ooit keren, Ps. 33. De Heilige Schrift wijst ons in Hand. 9 op het verkiezen, de formering, toerusting, roeping en de aanwending van dit „vat" Gods. (werk dit in je gesprek eens wat nader uit). We zien dus dat heel het programma van Saulus' leven opgemaakt is in de raad Gods, Gal. 1 : 15. God zelf heeft Saulus toebereid voor de grote taak eerst aan Gamaliëls voeten. Daar heeft hij veel geleerd. Daarna aan Jezus' voeten. Daar heeft hij veel afgeleerd. Die toerusting bestaat in het afhankelijk maken, anders is Saulus onbruikbaar, en wordt de Heere niet verheerlijkt, 1 Cor. 10 : 12-18. Deze nu voor het Sanhedrin onbruikbare man — (wat kun je nu doen met iemand die vraagt wat wilt Gij Heere dat ik doen zal? ) is een bruikbaar „vat" in de dienst van Christus. Jezus heeft hem zelf geroepen om te prediken. Dat kunnen we lezen in bijna alle brieven van Saulus. Dat wist dus Ananias niet alleen. Saulus wist het zelf ook. De Heere zal het ook aan Saulus tonen, Hand. 9 : 16. De Heere zal hem Zelf onderwijzen in de weg, Ps. 32. En zo komt Ananias in Jezus' naam de handen leggen op Saulus, tot genezing van zijn blinde ogen en opdat hij zou vol worden van de Heilige Geest.

God roept nog Zelf de arbeiders in Zijn wijngaard. Niet allemaal op dezelfde wijze, tijd of plaats. Op de Gemeente rust dan ook de opdracht, (ook op de jongeren in de Gemeente) om de Heere van de oogst te bidden dat Hij arbeiders in Zijn wijngaard uitstote. Wij kijken veel te vaak naar de omstandigheden. Wij rekenen zoveel vooruit en we vergeten de Heere van de oogst. Ananias zegt ook, Heere, dat kan toch niet zo één die zoveel kwaad heeft gedaan, maar tegenover het redeneren van Ananias staat maar de Heere, Zijn Goddelijke Almacht spreekt en het is er. Zijn Wil gebiedt en het wordt terstond. Van Saulus lezen we niet dat hij de roeping Gods ongehoorzaam is geweest. Trouwens nergens lees ik van zijn roeping, wel de mededeling dat hij geroepen is, Gal. 1 : 1, Rom. 1 : 1. Met zulk een intieme opdracht moeten we niet te koop lopen. Saulus is niet ongehoorzaam (wie wel? ). Lees ook eens in dit verband in Exodus 3 de roeping van Mozes en in Jesaja 6 de roeping van Jesaja.

De eerste dagen na de grote omkeer bracht Saulus door in de kring van de broederen Hand. 9 : 19, die te Damaskus woonden. Hij was nu één van hart en één van zin. Hij is nu een vriend en metgezel van allen die Gods naam ootmoedig vrezen, Ps. 119.

Twee heren dienen gaat niet, of hij zal de ene haten en de andere liefhebben. Matth. 6 : 24. Ruth kiest niet alleen voor Israëls God, maar ook voor het volk van Israël. Zowel de discipelen als Saulus waren hiermee gebaat. Door de boze plannen was de gemeente in onrust gebracht. Nu konden ze in die „sommige dagen" zich overtuigen, dat hun vijand hun broeder geworden was. Het was allemaal ook zo gauw gegaan, in drie dagen tijds, staande gehouden, gedoopt, vervuld met de Heilige Geest. Misschien wel veel te vlug, naar het oordeel van sommigen. Maar de Heere is vrij in Zijn werk. De moordenaar aan het kruis in drie uur, Saulus in drie dagen, anderen soms in dertig jaar tot de kennis van Christus gebracht. In ieder geval voor Saulus is ook aanpassing nodig in de nieuwe omgeving. De omzetting in Saulus' leven moet

worden een verandering van heel zijn leven. Daarom is de omgang met de discipelen te Damaskus nodig. Het volk des Heeren is een goed gezelschap voor jonge mensen. De rust is niet lang. Saulus is nog jong en er wacht zoveel werk. De velden zijn wit om te oogsten. En als de Heere roept geeft Hij ook gaven en lust tot dat werk, maar ook de gelegenheid. Het openen van de gelegenheid is ais het opening geven aan het water. De mogelijkheid vindt Saulus in cle Synagogen, die waren er blijkbaar meerdere in Damaskus. Maar ook daar waren de haarden van de vijandschap tegen Christus. Daar heeft Saulus zelf hen vaak gestraft, Hand. 26 : 11. En daarom wilde hij daar juist nu Christus prediken, waar hij Hem het meest had tegengestaan. Hij predikt terstond Christus. En dat doet hij in al de Synagogen, hetzelfde woord, dezelfde inhoud, dat Christus cle Zoon van God is. Daarover liep het diepgaande verschil nl. of Jezus Gods Zoon was. Daarom juist was Jezus ter dood veroordeeld. Toen Hij beleed, dat Hij cle Zoon van God was, toen scheurde de hogepriester zijn klederen en riep uit: Wat hebben wij nog getuigen van node, Hij heeft God gelasterd. Wat dunkt ulieden? Hij is des doods schuldig."

We merken dus de raclikale omkering bij Saulus. Was hij eerst een gunsteling bij het Sanhedrin, had hij daar invloed; door de prediking van het Zoonschap van Christus spreekt hij het Sanhedrin tegen. Let er eens op hoe Saulus het Zoonschap aan het Messiasschap verbindt. Want hij preekt dat Christus en dat is immers Zijn ambtsnaam, de Zoon van God was. Het lijkt me nuttig om hier in dit verband aan te halen waarom die naam Christus alzo genoemd wordt (zie Heid. Cath. vr. 31). Saulus kende niet de catechismus. Voor ons kan het van nut zijn bij de overdenking van Saulus' prediking wat hij bedoelt om Christus te prediken. Want de taal van de catechismus is de taal van de Schrift. Saulus knoopt zich vast aan en bewees uit de Profeten dat wie Christus is, allereerst Gods Zoon moet zijn. Het moet voor Saulus een lust geweest zijn om, nu het licht in Christus in hem is opgegaan de Schrift opnieuw te lezen en te verkondigen. Als men Christus leert kennen, dan eerst gaan de Schriften open'. Dan gaan cle psalmen open, dan gaan de profeten open. Dan leert men zelfs de wet verstaan. Het is waarlijk Christus de Zoon van God in wie God al de verborgenheid der Godheid heeft geopenbaard. Saulus' preken bracht heel cle synagoge in verwarring. We zien in de prediking van Jezus van Nazareth eenzelfde ontzetting en we horen de zelfde vraag, Luk. 4 : 22. Is deze niet cle timmerman, wiens vader en moeder wij kennen? Geen aansluiting dus maar afstuiting. Vleselijke verwondering.

Voor Saulus moet het antwoord op cle preek heel wat geweest zijn. Het is een verwijt, een herinnering aan zijn zondig eertijds. Het komt nog wel eens voor dat mensen niet vergeten hebben wat Jezus allang vergeven en uitgewist heeft.

Vele teleurstellende ontmoetingen moest Saulus doormaken, Hand. 9 : 16, 23, 24, 26 en 29. De tegenspoed was voor hem een oefenschool, zie vs. 22. Hij bracht cle ioden allen tot zwijgen door schrift met schrift te vergelijken. Dat is een' uitstekend wapen, mits we het goed gebruiken. Daar kunnen de joden niet tegenop. De bewijskracht van Saulus is overtuigend. Zijn prediking is een openbaar herroepen van heel zijn leven. Wonderlijk zijn Gods wegen. Spijze ging uit van de eter en zoetigheid ging uit van de sterke. Dit raadsel kennen jullie wel. Ik geef nog een raadsel op: ie van onze jongens zeggen nu: Ik zal nooit dominee worden", die het toch worden? De oplossing leun je mogelijk, voor je zelf vinden tussen cle Heere en je hart. God zal zelf je Leidsman wezen, leren hoe je wandelen moet.

Gespreksvragen:

1. Waarom preekte Saulus terstond Christus? Gal. 1 : 15; 16. Job 32 : 20. Rom. 1 : I.

2. Wil Jesaja 43 : 21 zeggen dat ieder die bekeerd wordt ook tot preken geroepen wordt?

3. Welke overeenkomsten' zie je bij cle roeping van Jesaja, Mozes, en Saulus?

4. Bespreek met elkaar de verschillen en/of overeenkomsten van de roeping tot een bijzonder ambt en het ambt aller gelovigen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 januari 1973

Daniel | 12 Pagina's

SAULUS DE PREDIKER

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 januari 1973

Daniel | 12 Pagina's