VOORBEREIDING
Hun harten voelden zij als boeken In Gods geduchte hand gelegd, En wisten, dat Hij al hun slecht Gedrag gerecht zou onderzoeken.
Zij lazen bang en hunkrend mee, En zagen wat zijn vingers wezen. Was er niets goeds? hun schaamte en vree zen Groeiden tot een verschroeiend wee.
God had de boeken dicht gedaan, En zou het groote vonnis spreken. O Heere Jezus, neem ons aan!
En 't bonzend hart, dat ze in zich vonden, Was vlekkeloos en zonder zonden.
Willem de Mérode.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juni 1973
Daniel | 16 Pagina's