Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

’s DUIVELS PRENTENBOEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

’s DUIVELS PRENTENBOEK

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

„.......daarna stonden zij op om te spelen." Exodus 82 : 6

De woorden: „daarna stonden zij op om te spelen" staan in direkt verband met de zeer ernstige overtreding, waaraan Israël zich schuldig maakte, nog maar kort nadat de Heere het volk Zijn heilige wet had bekend gemaakt. Aaron maakte op aandringen een gegoten kalf om aan de begeerte van het volk tegemoet te komen: „Sta op, maak ons goden, die voor ons aangezicht gaan."

Nadat het volk voor dit gouden kalf brandoffers en dankoffers had gebracht, lezen we, „En het volk zat neder om te eten en te drinken; daarna stonden zij op, om te spelen."

Zelfs Paulus verwijst in 1 Korinthe 10 naar deze ontzettende zonde, waarover de Heere Zich zo zeer heeft vertoornd, dat Hij tot Mozes sprak: „Laat mij toe, dat Mijn toorn ontsteke, en hen vertere.”

Alle spel niet veroordelen

Ook in het spel is de Heere de Toeschouwer en slaat Hij der mensen wegen ga. Bij alle misbruik en zelfs grove uitspatting is echter zeker niet alle spel zonder meer te veroordelen. Immers wanneer de profeet Zacharia door Gods Geest geleid wordt en gaat spreken over het heil dat Christus voor Zijn volk bereiden zal, zegt hij: „En de straten dier stad zullen vervuld worden met knechtjes en meisjes, spelende op haar straten."

En de profeet Jesaja spreekt van: „een zoogkind zal zich vermaken over het van een adder." hol

Het spelen is de mens meegegeven in de staat der rechtheid in de schepping. We zien dit reeds bij het kind in de wieg, dat zichzelf vermaakt; we zien het bij opgroeiende kinderen, die elkaar in het kinderspel vermaken. Door onze rampzalige afval van de levende God, ligt ons gehele leven echter onder de banvloek van de zonde. Doelmissers zijn wij geworden. Want waar het het hoogste vermaak van de ziel was om in alles rein en heilig God onze Schepper te bedoelen, zijn wij nu in onze staat van jammer en diepe ellende onbekwaam tot enige goed en geneigd tot alle kwaad. En alleen door herscheppende genade wordt het hart weer op God gericht en wordt het het hoogste vermaak van de ziel zich heilig te ontspannen in de dienst des Heeren en te verkeren bij het volk des Heeren.

De arme mens zonder God zoekt echter zijn doelloos leven dikwijls te vullen met allerlei zinloos en ijdel vermaak. Om wat men noemt de tijd te doden, zijn velen de toevlucht gaan nemen tot allerlei gezelschapsspelen.

Goddeloze afbeeldingen

Eén van de oudste gezelschapsspelen is het kaartspel. Waar precies de herkomst ligt

van de kaarten, waarop eindeloze series afbeeldingen voorkomen, is onbekend. Heel oude geschriften uit China, India en Egypte vermelden reeds het kaartspel.

Zowel in de afbeeldingen, in het aantal kaarten en in de moeilijkheidsgraden van het kaartspel bestaat een grote verscheidenheid. Heel vaak zijn de afbeeldingen van land tot land verschillend. Bijna alle facetten van het leven in de wereld komen er als decoratief ontwerp door de eeuwen heen, op voor. Van filmsterren tot jachttaferelen. Van de duivel tot de spot met het christendom. Zowel sport en spel, zowel de adeldom als de bedelaar; een veelheid die te omvangrijk is om op te sommen.

Reeds een blik op een stel kaarten doet vermoeden, dat de ontwerpers maar al te vaak met iets wat hen dwars zat, de spot wilden drijven. Het zotste, meest spotachtige wordt op de kaarten uitgebeeld, tot zelfs pornografische afbeeldingen toe. Alles dus zonder God en daarom ook goddeloos.

In Europa is het kaartspel één van de meest verbreide en oudste gezelschapsspelen. Waarschijnlijk werd het in Europa in 1392 ontworpen voor het persoonlijk gebruik van de toenmalige Koning van Frankrijk, die geestesziek was.

De ontwerper was een zeer slecht mens, die zich om God noch gebod bekommerde en voor zijn boze schepping koos hij bijbelse figuren.

De koning stelde de duivel voor, de vrouw was Maria, de moeder van de Heere Jezus.

Zo maakte hij de Heere Jezus tot zoon van de duivel en Maria. De harten en ruiten stelden het bloed van de Heere Jezus voor. De joker d.w.z. de dwaas of de vrolijke grappenmaker was de Heere Jezus Zelf. De schoppen en klaveren betekenden de vervolging en vernietiging van de heiligen. Zijn verachting voor de tien geboden legde hij in de tientallen, die in de kaarten zijn. In één woord: Godslasterlijk!

In ons land is het kaartspel ongeveer 600 jaar geleden ingevoerd en het heeft nog altijd een zeer grote aantrekkingskracht op oud en jong, op rijk en arm.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juli 1976

Daniel | 16 Pagina's

’s DUIVELS PRENTENBOEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 juli 1976

Daniel | 16 Pagina's