STRIJD EN OVERWINNING

Zoals blijkt uit het opschrift van deze psalm, is deze door David gedicht, i.v.m. het feit, dat de Filistijnen hem gegrepen hadden te Gath. Deze geschiedenis wordt beschreven in 1 Sam. 21 : 11-15. We lezen daar, dat David naar Gath vlucht om aan Saul te ontkomen. Maar de mannen van Gath grijpen hem en brengen hem bij Achis. Men herkent David als degene, die veel Filistijnen verslagen had. Dat kan zijn leven kosten! In die nood neemt David zijn toevlucht tot een list. Hij stelt zich namelijk aan als een waanzinnige, waarop Achis uitroept: Heb ik razenden gebrek? " Daarop wordt David losgelaten.

Davids strijd

Naar aanleiding van dit gebeuren heeft David deze psalm gedicht. Hij beschrijft hier, hoe hij geworsteld heeft met de Allerhoogste, maar ook hoe zijn geloof door alles hcenbreekt en zich verlaat op God en Zijn Woord. In vers 2 roept hij Gods erbarming in en motiveert dit met de beschrijving van zijn nood. Zijn vijanden proberen hem op te slokken, zoals een wild dier zijn prooi verslindt. Onophoudelijk, de ganse dag, vechten de vijanden hem aan: Achis en 2ijn mannen, maar evenzeer moeten we hier ook denken aan Saul. Hij spreekt hier immers ook over zijn verspieders: welnu, zo is Saul bezig om op hem te loeren en om hem te vangen. Zo wordt David van alle kanten aangevochten, want zijn bestrijders zijn vele (vers 3). Zij verdraaien zijn woorden en belasteren hem. Zij loeren op hem, volgen hem op al zijn schreden, ja zij wachten op zijn ziel (vers 7), d.w.z. staan hem naar het leven. In deze strijd is David type van al Gods kinderen. Als we de Heere leerden vrezen, dan hebben ook wij onze strijd te strijden. Paulus riep het zijn geestelijke zoon Timotheüs toe: „Strijdt de goede strijd des geloofs!" Dat is een strijd tegen de duivel, tegen de wereld, tegen onszelf. Ja, vooral tegen onszelf! Tegen ons eigen hoogmoedige, zelfzuchtige, verdorven ik. Als we deze strijd niet kennen, zijn we geen kind van God.

Er is nog meer: In deze strijd is David vooral type van zijn grote Zoon, van Christus, die hij al in zijn lendenen meedraagt. In Davids strijd ligt een profetie van Christus' strijd. Hoe heeft Christus moeten strijden tegen de duivel: in de woestijn, in Gethsémané. Hoe heeft Hij moeten strijden tegen de godsdienstige wereld van Zijn tijd, belichaamd in Farizeeën en Schriftgeleerden. Hoe heeft Hij moeten strijden onder de last van Gods toorn tegen de zonde.

Strijd en overwinning

In d.e strijd des geloofs leren we de voetstappen drukken van Hem, die niet alleen streed, maar ook de overwinning behaalde. Wij hebben geen kracht in de strijd, maar als wc zien op Hem, dan is er in Hem kracht en sterkte. Als ik zwak ben, dan ben ik machtig, want het is Christus, die mij krachten geeft. De overwinning is in Hem. Zo breekt het geloof door in het midden van de strijd en klemt zich vast aan God. Dat is nooit ons werk, maar Zijn werk.

Zo is het ook bij David in deze psalm. Midden in zijn strijd en klachten breekt plotseling het geloof door, dat zich vastklemt aan het Woord van God. „In God zal ik Zijn Woord prijzen" (vers 5 en 11). Zijn Woord, dat zijn de beloften Gods. Het geloof verlaat zich op het Woord der belofte. De rechte christen wijst niet naar zijn verstand, naar zijn gemoed of beleving, maar wijst allereerst op het Woord. Daarop vertrouwt hij, zelfs midden in strijd en vrees (vers 4). Wat is David dan ook hier een

heerlijk type van Christus. Als de duivel op Hem aankomt in de woestijn, dan verslaat Christus hem met het: „Daar staat geschreven". Dat is ons wapen in de geestelijke strijd en dit wapen leren we hanteren door de Heilige Geest.

Als David zich door die Geest zó op God en Zijn Woord verlaten mag, dan mag hij door het geloof ook weten, dat God zijn omzwervingen geteld heeft, d.w.z. bepaald heeft. De Heere weet precies wat Zijn kind nodig heeft. Hij vergeet zijn tranen niet: de tranen van schuldbesef, de tranen van strijd, de tranen van Godsgemis, ze vallen in Gods fles, ze staan in Zijn register. Zo mag David in alle strijd door genade eindigen in d'e trouw van God. Hij is getrouw en daarom kent Hij mijn strijd en weet Hij van mijn omzwervingen. Dat is de troost in druk mij toegelegd. Daarom kan vlees mij niets doen (vers 5 en 12) en daarom zullen op Gods tijd alle vijanden vernietigd worden en zal ik U dankzeggingen vergelden (vs. 13). Want God heeft mijn ziel gered van de dood en ik zal eeuwig voor Hem wandelen in het licht der levenden (vs. 14). Dat is het toekomstperspektief van het geloof. Het geloof mag wel eens over alles heenzien — zelfs in het midden van de strijd — en de heerlijke overwinning aanschouwen.

„En dit is de overwinning, die de wereld overwint, namelijk ons geloof" (1 Joh. 5 : 4). Als we dit geloof kennen, zullen we straks het eeuwige danklied zingen. Dan zullen we zingen van Davids grote Zoon.

Vragen :

1. Hoe denk je over Davids list te Gath (1 Sam. 21 : 11-15)? Hoe is dat te rijmen met zijn geloof, waarvan deze psalm zo'n heerlijk getuigenis geeft?

2. Er wordt wel gesproken over kenmerken des geloofs. Welke kenmerken komen in deze psalm vooral naar voren?

3. Als David zich in deze psalm verlaat op het Woord der belofte, welke belofte zou hier dan vooral genoemd kunnen worden?

4. In deze psalm is David type van Christus. In welke psalmen nog meer?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen