Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DE EEUWI6E SABBAT

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DE EEUWI6E SABBAT

De gave van de eeuwige sabbat

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

In de verklaring van het vierde gebod schreven de opstellers van de Heidelbergse Catechismus over de eeuwige sabbat. Zij waren van mening, dat het begin van de eeuwige sabbat niet ligt na dit leven, maar in dit leven. In antw. 103 lezen wij: „Dat ik al de dagen van mijn leven van mijn boze werken ruste, de Heere door Zijn Geest in mij werken late, en alzo de eeuwige sabbat in dit leven aanvange".

Hoewel wij in de Bijbel vele malen het woord „sabbat" tegenkomen, wordt over een „eeuwige" sabbat in Gods Woord niet gesproken. Toch is het verantwoord om over een eeuwige sabbat te schrijven en te spreken. Het is vanzelfsprekend, wanneer de Hetere spreekt over Zijn rust, dat die rust niet slechts iets van tijdelijke aard kan zijn. De rust van de door God ingestelde rustdag de rust van Kanaan de rust, die de Heere in dit leven te genieten geeft, is onderdeel, is voorbeeld, is beginsel en voorsmaak van iets eeuwigdurends (Hebr. 4 : 4-9).

De Heere schiep de mens om eeuwig te leven. Dat eeuwig leven bestaat in het recht kennen van Hem, het van harte liefhebben van Hem, het loven en prijzen van Hem, het volmaakt dienen van Hem, zonder enige onderbreking. Dat is eeuwige zaligheid.

Het vieren van de sabbat in de staat der rechtheid, vóór de zonde zijn intrede deed in het mensenhart en in de mensenwereld, was een voorproefje van hetgeen Adam en Eva en al hun nakomelingen eeuwig zouden hebben genoten, indien onze eerste ouders aan Gods gebod gehoorzaam geweest waren.

Met de zonde deed de dood, de onrust, de eeuwige onrust zijn intrede in de wereld. Door het verlies van Gods Beeld verloren wij het vermogen om onszelf van die eeuwige onrust te bevrijden. Vanwege de zonde zijn wij veroordeeld tot de eeuwige onrust en geen mens is in staat zichzelf of een ander de ware rust, de eeuwige rust te geven.

Maar God, in Zijn grote barmhartigheid door de grote liefde waarmee Hij de wereld heeft liefgehad, bestelde hulp bij een Held. In een weg van borgtochtelijke, plaatsbekledende gehoorzaamheid, zowel in het dragen van de straf op de zonde als in het doen van de wet, nam Hij het op Zich om de zaligheid ( = eeuwige rust) te bewerkstelligen. Christus is de grote Siloh = Rustaanbrenger. Dat aanbrengen bestaat niet slechts in het verwerven van die rust, maar ook in het schenken van die rust door Zijn Geest. Van het genot van die rust wordt gezegd in Jes. 11 : 10: En Zijn Rust zal heerlijk zijn". De Heilige Geest, als de Geest van Christus, is de werkmeester van het ware geloof, dat doet ingaan in die rust (Hebr. 4 : 3).

Hij bewerkt dat komen tot Christus, als een vermoeide en belaste, waartoe de Heere Jezus nodigt in de bekende woorden: Komt herwaarts tot Mij, die vermoeid en belast zijt en Ik zal U rust geven voor Uw zielen". Hij geeft op Zijn tijd en wijze die zielerust te genieten op dat komen tot Christus. In dit leven genieten de ware gelovigen, de ware vromen, die rust maar tijdelijk. De Heere vergunt het de Zijnen van tijd tot tijd „een weinig te rusten" (Markus 6 : 31). Dat zijn de oases in het woestijngebied van dit leven. Dat zijn zalige tijden voor Gods volk. Dan zijn ze vol van God, verheugd in God, gemeenzaam met God. Dan ligt de zonde eronder dan „leven" zij in het roemen, prijzen en dienen van God. Dat zijn de beginselen van het eeuwige leven, van de eeuwige sabbat. Wanneer die beginselen al zo zalig zijn, wat moet de volkomen zaligheid dan niet zijn.

Laat ons dan benaarstigen om in die rust in te gaan (Hebr. 4 : 11). De eeuwige sabbat is een gave. Het genot er van is een gegeven zaak. In het geven van het vierde gebod, gebood de Heere ons te benaarstigen om in de eeuwige rust in te gaan. Hij wil om de gave van de eeuwige sabbat gevraagd zijn. Bij Zijn gebod voegde Hij de belofte van ingaan in Zijn rust op het strijden om in te gaan door de enge poort in Zijn rust. Die belofte is verzegeld in de H. Doop.

Welke heeft de Heere gezworen, dat zij in Zijn Rust niet zouden ingaan, anders dan dengenen, die ongehoorzaam geweest waren? (Hebr. 3 : 18).

„Laat ons dan vrezen, dat niet te eniger tijd, de belofte van in Zijn rust in te gaan nagelaten zijnde, iemand van ons schijne achtergebleven te zijn. Want ook ons is het Evangelie verkondigd, gelijk als hun, maar het Woord der prediking deed hun geen nut, dewijl het met het geloof niet gemengd was in degenen, die het gehoord hebben" (Hebr. 4 : 1-2).

De aanvang van de eeuwige sabbat

De aanvang van de eeuwige sabbat ligt dus in dit leven. Om Christus wil werkt God door Zijn Geest het willen en het werken om overeenkomstig Gods gebod, de eeuwige Sabbat in dit leven aan te vangen. Dat aanvangen manifesteert zich in een hartelijk betreuren, dat wij God door onze zonden vertoornd hebben en die hoe langer hoe meer haten en vlieden en tevens in een hartelijke vreugde in God door Christus en lust en liefde om naar de wil Gods in alle goede werken te leven. (H.C. Vr. 89-90). Wanneer de Heere Zijn goed werk in ons begint, dan beginnen wij ook goede werken te doen. Van nature willen we niet wat God wil, maar door wederbarende genade maakt God ons gewillig om te doen wat Hij wil (Hand. 9 : 6). Hij stort in de wil nieuwe hoedanigheden en maakt, d.at die wil, die dood was, levend wordt; die boos was, goed wordt; die niet wilde, nu metterdaad wil; die wederspannig was, gehoorzaam wordt; Hij beweegt en sterkt die wil alzo, dat hij als een goede boom vruchten van goede werken kan voortbrengen (Dordtse L. Hoofdstuk 3/4 Art. 11). De wijze van deze werking van de Heilige Geest kunnen wij niet volkomen begrijpen, maar wij bemerken er wel wat van. Dat gaat niet buiten ons om. Wij krijgen haast om die paden in te slaan, die leiden tot het ingaan in 's Heeren Rust (Ps. 119 vs. 30 ber.). Het is waar, dat voor een aantal vromen het eerste moment, dat een aanvang werd gemaakt om de goede strijd te gaan strijden, niet door hen kan worden vastgesteld. Maar het is ook waar, dat het proces van het afsterven van de „oude mens" en het opstaan van de „nieuwe mens" wel bemerkt wordt, zowel door onszelf als door anderen.

Het aanvangen van de eeuwige sabbat is niet iets, wat slechts op de wekelijkse rustdag betrekking heeft. Het dient zijn beslag te hebben en te verkrijgen in AL de dagen van ons leven. Het aanvangen van de eeuwige sabbat bestaat daarin, „dat ik al de dagen van mijn leven van mijn boze werken ruste". De Heere wil dat dagelijks de strijd wordt aangebonden tegen de zonde, ook al hebben we die strijd telkens verloren. Hoe is dat mogelijk? Daarop geven de onderwijzers in de Heidelb. Cat. dit antwoord: „De Heere door Zijn Geest in mij werken late".

Dat werken van de Heere door Zijn Geest hebben wij nodig om de eeuwige Sabbat in dit leven aan te vangen. Zonder Hem kan niemand iets doen wat de Heere geboden heeft. Zonder Hem kunnen wij ons ongeloof niet bestrijden. Zonder Hem kunnen we onze onwil niet te boven komen noch onze onmacht. Zonder Hem kunnen we zelfs geen zondige gedachte uitbannen, laat staan enige zondige begeerte overwinnen. Zonder Hem, kunnen we niets laten „rusten", wat ons verboden is na te laten en kunnen we niets doen wat ons geboden is te doen. Maar DOOR Hem kan dit alles wèl volbracht worden. „Ik vermag alle dingen door Christus, Die mij krachten geeft", betuigt Paulus in Fil. 4 : 13. Welzalig hij, die al zijn kracht en hulp alleen van 's Heeren Geest verwacht. Zij zullen in die verwachting niet beschaamd worden, 's Heeren Geest is gewillig om in ons te werken het willen en het werken. Hij biedt Zichzelf daartoe aan. Vraagt naar de Heere en Zijn Sterkte. Zoekt dagelijks Zijn Aangezicht. Sta Hem niet tegen werk Hem niet tegen bedroef Hem niet blus de Geest niet uit verbitter Hem niet met zonden van bedrijf of nalatigheid.

De Heere werkt door middel van Zijn Woord. Lees biddend, mediterend Zijn Woord. Luister naar Zijn Woord met een biddend hart opdat 's Heeren Geest het gelezene krachtig make in ons, om van onze boze werken te kunnen rusten en de goede, Godewelbehagelijke werken te doen.

Zo wordt de eeuwige sabbat in dit leven aangevangen en in die weg wil de Heere de voorsmaken van het zalig leven na de dood, het bij tijden iets genieten van de rust, die er overblijft voor het volk van God, doen genieten. Dat leven zal in wezen niet anders zijn dan het leven van Gods volk hier in dit leven. Het zal hetzelfde leven zijn, maar in hoger trap in volmaaktheid. Het zal de voortgang zijn van het hier aangevangene.

De voortgang van de eeuwige sabbat

Wij geloven, op grond van Gods Woord, dat de zielen van degenen, die de Heere vrezen, bij het sterven onmiddellijk (van stonde aan) tot Christus, hun Hoofd, zullen worden opgenomen. (H.C. Vr. 57). Wij geloven dus niet in een zieleslaap. Wij geloven niet, dat de zielen van Gods kinderen tot de dag van Christus wederkomst in een slaaptoestand zullen verkeren. Wat zei de Heere Jezus van Abraham, Izak en Jacob na hun dood? Zij leven den Heere (Luk. 20 : 38). Dat „Gode leven" houdt toch wat anders in dan „slapen". Wanneer de Heere in Zijn Woord zegt, dat de vromen zullen slapen tot de dag der wederopstanding, dan ziet zulks op hun lichamen, niet op hun zielen. Wat dat „Gode leven" der vromen na hun dood inhoudt, heeft geen oog gezien, geen oor gehoord, en is in geen mensen hart opgekomen. Het is eigenlijk onbeschrijflijk. Hun blijdschap, zal onbepaald, door 't Licht dat van 's Heeren Aangezicht straalt, ten hoogsten toppunt stijgen. Zij zullen altijd bij de Heere zijn. God zal eeuwig hun Zijn volle gunst betonen. In vele beelden heeft d.e Heere iets geopenbaard van hetgeen de vromen na dit leven wacht, opdat een blij vooruitzicht hun zal strelen in het strijdperk van dit leven. God zal al hun tranen van de ogen wissen. Wat een vooruitzicht!

Over het stof der vromen waakt de Heere ook. Zij zullen UIT HUN VLEES God aanschouwen (Job 19 : 26). Hun vlees rust in hope. Op de dag van de wederopstanding zal hun vlees, door de kracht van Christus opgewekt zijnde, wederom met hun ziel verenigd worden. Dan zal hun vernederd lichaam aan het heerlijk lichaam van Christus gelijkvormig gemaakt worden (1 Kor. 15). Dan zal ten volle de waarheid en betekenis van het woord: De dood is verslonden tot overwinning" worden verstaan en beleefd door allen, die in de Heere stierven. Chroetsjew heeft jaren geleden beweerd, dat het hopen op een leven, ja, het leven na de dood, de mens lui maakt. Wat een dwaas. Integendeel, hoe levendiger de hoop daarop mag zijn als een gave van de Heilige Geest, hoe meer dat men hijgt naar die volmaaktheid. Ontbonden en met Christus te zijn, was zeer verre het beste voor Paulus, maar hij liep als een loper in de loopbaan om zo spoedig mogelijk de prijs te ontvangen, die onverwelkelijk, onbevlekkelijk en onverderfelijk in de hemel bewaard werd voor hem (1 Kor. 9 : 26). Die kroon des levens ontvangen allen, die de goede strijd streden die 's Heeren verschijning hebben liefgehad. Het bij aanvang gekende en gedane in dit leven, zal bij voortgang gekend en gedaan worden na dit leven, doch zonder zonde, zonder gebrek. Wat ten dele was, zal tenietgedaan worden als het volmaakte zal gekomen zijn.

De eeuwige sabbat is een zaak, die waard is begeerd en nagejaagd te worden. De wereld gaat voorbij en al zijn begeerlijkheid, maar die de wil van God doet, blijft tot in der eeuwigheid (1 Joh. 2 : 17).

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 november 1977

Daniel | 24 Pagina's

DE EEUWI6E SABBAT

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 november 1977

Daniel | 24 Pagina's