Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HOE LEZEN WE DE BIJBEL ?

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HOE LEZEN WE DE BIJBEL ?

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

In een brief die Calvijn geschreven heeft aan de bekende franse admiraal Gaspard de Coligny, nadat die tot bekering en het geloof in de Heere Jezus gekomen was, lezen we het volgende zeer behartenswaardige:

„Ik bid u, hoogheid, daar God u de gelegenheid gegeven heeft in Zijn school onderricht te ontvangen als wilde Hij u persoonlijk iets in het oor fluisteren, daarop nauwlettend acht te geven, opdat ge meer dan ooit sm.aken zult, hoeveel Zijn leer waard is en hoe dierbaar en lief zij dus zijn moet. Zijt naarstig in het lezen van Gods Woord, opdat ge daaruit onderwijs ontvangt en gefundeerd wordt in het levend geloof ten einde gedurende uw verdere leven vast te staan in de strijd tegen allerlei verzoekingen!

Daar ons menselijk verstand deze dingen niet gemakkelijk verstaat is het nodig, dat gij u oefent in het lezen van de Heilige Schrift!".

Kort gezegd wijst Calvijn dus daarop: dat de Bijbel moet gelezen worden omdat God de Heere ons daarin persoonlijk iets te zeggen heeft! Maar meteen mag eruit blijken dat we ons van het bijbellezen niet te gemakkelijk moeten afmaken, omdat het een zaak is waarin wij ons gedurig te oefenen hebben! En waar van oefening sprake is, houdt dat in, dat er krachten moeten worden ingespannen en dat regelmatige herhaling beslist onmisbaar is.

Waarom lezen we de Bijbel?

De vraag kan gesteld worden waarom we geroepen worden ons te oefenen in het lezen van Gods Woord, waarom deze omgang met de Heilige Schrift zo bij uitstek noodzakelijk is. Laten we luisteren naar onze N.G.B. art. 5:

„Wij geloven dat deze Heilige Schriftuur de wil Gods volkomen vervat en dat al hetgeen de mens schuldig is te geloven om zalig te worden, daarin genoegzaam geleerd wordt. Want overmits de gehele wijze van dienst, die God van ons eist, aldaar in den brede beschreven is, zo is het dë mensen, al waren het zelfs aposte len, niet geoorloofd, anders te leren dan ons nu geleerd is door de Heilige Schrift."

Deze belijdenis zullen we ook in het dagelijks leven moeten verstaan. Om zodoende ons meer dan nu bewust te zijn van de grote gave die de Heere ons in Zijn Woord heeft toevertrouwd! Met deze gave wordt zo oppervlakkig en roekeloos omgesprongen. Bij velen is het bijbellezen dikwijls verworden tot een traditioneel stukje lezen aan tafel, zó het nog plaats vindt, 't Gaat daarbij vaak zo oneerbiedig, zo koud en kil toe. 't Lijkt de gewoonste zaak dat wij Gods Woord mogen hebben.

Vanuit het besef van het grote voorrecht Gods Woord te hebben, dient ook de roeping, de opgave waarvoor ons de gave van het Woord stelt, meer levend te worden. Wel wordt gezongen: Uw Woord is mij een lamp voor mijne voet maar hoe gaan we in de praktijk van het dagelijks leven daar mee om?

Oppervlakkigheid

Onze tijd kenmerkt zich door grote oppervlakkigheid in het lezen. Wë menen vaak de krant gelezen te hebben als we ons oog over de koppen hebben laten gaan. De gejaagd-

heid van het dagelijks leven is er mede debet aan. Deze haast heeft onmiskenbaar, met de gekonstateerde oppervlakkigheid, grote invloed, is gelijk aan de funeste invloed voor de manier waarop de Bijbel wordt gelezen. Wordt niet vaak gezegd: laten we even lezen, pak de Bijbel eens gauw. Als het zo gesteld is met het lezen van Gods Woord wat zal er dan terecht komen van het zich oefenen daarin?

Ook tegen de vorm van wereldgelijkvormigheid hebben we net als op zoveel andere terreinen te waken! Want dit heeft ernstige gevolgen.

Wie geen tijd heeft voor Gods Woord heeft immers ook geen tijd voor God Zelf! Tijd nemen voor het lezen van Gods Woord is dus nodig. Dat wil niet zeggen: in zo korte tijd zoveel mogelijk! Maar wel er de tijd voor nemen. De Heere Jezus waarschuwt tegen bezorgdheid: Daarom zeg Ik U, Zijt niet bezorgd voor Uw leven, wat gij eten en wat gij drinken zult, maar zoekt eerst het Koninkrijk Gods. Psalm 1:

„Die lust heeft in Gods wet, haar dag en nacht overdenkt, zal zijn als een boom geplant aan waterbeken, die zijn vrucht geeft op zijn tijd en welks blad niet afvalt".

Be leiding van Gods Geest

Een ander zeer belangrijke zaak is het gebed om de leiding van Gods Geest. De klacht wordt nog wel eens gehoord dat de Bijbel zo onbegrijpelijk zou zijn. Maar bidden we dan wel om de "leiding van de Heilige Geest?

Uiteraard is er plaats in het gebed voor ons dagelijks brood, voor onze zorgen enz. David bidt in Psalm 119 : 27:

„Geef mij de weg Uwer bevelen te verstaan, opdat ik Uw wonderen betrachte".

Voortdurend moet om de leiding van de Heilige Geest gebeden worden. Het Woord is tot stand gekomen door de Heilige Geest. Hij heeft het ingegeven in de harten en het verstand van de bijbelschrijvers. Er is dus een duidelijk verband tussen Gods Woord en de Heilige Geest.

Maar dat verband wordt ook gevonden in de werking van het Woord. Die is zonder de kracht van de Heilige Geest niet te verklaren: in zijn overwinnende werking over de gehele wereld, maar ook in het hart van zo-velen. Gods Woord zegt Zelf, dat de natuurlijke mens de dingen van Gods Geest niet verstaat, Ze zijn hem dwaasheid. Maar Gods Geest maakt Zelf Zijn wijsheid bekend. Hij opent het hart en het oog dat gesloten is, Hij verlicht het verstand, dringt door tot het binnenste van een mens. De Heilige Geest werkt door het Woord het werk der zaligheid en schenkt door dat zelfde Woord versterking in het allerheiligst geloof.

Als uit de omgang met Gods Woord het werken van de Geest wordt weggenomen, gaat de mens met zijn verstand heersen over het Woord, dan wordt 't Woord verstandelijk getoetst waarbij het verstand de toon aangeeft. Daarvoor wordt de Bijbel van zijn kracht beroofd. We zien dit al bij de Sadduceeën in Christus' dagen, bij Socinus in de dagen der Reformatie, heel de school van de bijbelkritiek is niet anders dan de wrange vrucht van deze boom! Gods Woord wordt uit elkaar gerukt, zodat er slechts wat volksverhalen overblijven en de Bijbel wordt van haar boodschap beroofd. Denk ook aan de Jehovah's Getuigen die niet alleen de Persoon van de Heilige Geest ontkennen maar hun gegoochel met teksten is ook een stuk verstandelijke akrobatie van de goedkoopste soort.

Wie de Bijbel met z'n verstand alleen wil lezen, zal nimmer tot de kennis der waarheid komen. Alleen de Heilige Geest doet ons de rechte zin van Gods Woord verstaan: „Ontdek mijn ogen opdat ik aanschouw de wonderen van Uw wet."

Overgeestelijkheid

Daarnaast bestaat ook nog een ander en tegenovergesteld, gevaar. Ik denk daarbij aan de wederdopers in de tijd der Reformatie. In die kringen beriep men zich t.o. de Bijbel op de Geest. Bij deze overgeestelijkheid schoof men het geopenbaarde Woord van God aan de kant. De Heilige Schrift is een nietige dode letter, de Geest Gods alleen, zonder de Schrift, moet de mensen leren. Hierbij wordt de Bijbel overbodig. „Het geloof is niet aan de Schrift gebonden", was de mening van Kasper Schwenchfeld en Thomas Münzer sprak in honende woorden over: „Bibel, Bubel, Babel".

Terecht beschouwde' Luther dit als Godslasterlijk.

Ook Calvijn heeft zich uit alle macht tegen deze geestdrijvers gekeerd. Op een meesterlijke wijze wist hij aan te tonen, dat de strijd van de Reformatie én tegen Rome én tegen de geestdrijvers in wezen een strijd was om de Heilige Geest. „In wezen is het één gevaar. Beiden gebruiken hetzelfde hoofdwapen tegen ons. Wanneer ze namelijk tot vervelens toe „Geest" blijven roepen, dan willen ze daarmee niets anders, dan op

het graf van het onderdrukte Woord van God hun eigen leugengebouwen oprichten. De Heilige Geest verlicht wel de kerk, om haar verstand te openen voor het Woord van God".

Calvijn zegt dan ook heel duidelijk in zijn Institutie, „dat het werk van de ons toegezegde Geest niet is, nieuwe en ongehoorde openbaringen te verdichten, ' of een nieuwe soort van leer te smeden, waardoor wij van de aangenomen leer des evangelies zouden worden afgevoerd, maar enkel, om die leer in onze harten te verzegelen".

Tegelijk handhaaft Calvijn tegenover de geestdrijvers uitdrukkelijk, dat de Geest met Zichzelf, dat is met Zijn beeld in Zijn Woord moet worden vergeleken en aan een onderzoek moet worden onderworpen en in Zijn beeld, in de Schrift ingegraveerd, door ons moet worden herkend.

Wie zich op de Geest zou willen beroepen, met veronachtzaming van het Woord, zou daarmee de Heilige Geest smaadheid aandoen. Men kan de Heilige Geest immers niet meer eren, dan wanneer men Hem eert in Zijn eigen Woord. En er is niemand, die meer eerbied voor het Woord heeft, dan de Heilige Geest zelf. Hij heeft het ingegeven. En Hij gebruikt het in Zijn vrijmacht elke dag weer opnieuw. Het is goed, ook vandaag ons deze eenzijdigheid te binnen te brengen.

Wanneer de mensen van de eenvoud van Gods Woord zouden worden afgeleid, doordat men in stomme verbazing wacht op zeer bijzondere dingen naast of buiten het Woord, dan komt men niet tot die klaarheid, die de Geest der waarheid bedoelt.

Wij mogen dit vandaag bedenken, nu zo veel geestelijke waar op de markt wordt gebracht, die de toets van Gods Woord niet kan doorstaan. Een beroep op innerlijke openbaringen, op gezichten en dromen kan voor een geestelijk mens niet het laatste woord zijn. Het laatste woord is altijd aan hét Woord. Opmerkelijk is dat men vergeet, ook in de kringen waar een beroep op de charismata aan de orde van de dag is, dat in de nieuwtestamentische gemeente de gave der profetie altijd vergezeld werd van de gave der uitlegging. En dat de gemeente het oordeel had, dat niet anders uitgeoefend kon worden, dan aan de hand van het profetische Woord, dat zeer vast is. Daarmee is het laatste gewicht niet gelegd in de weegsohaal van een onkrontoleerbare geestelijke openbaring zonder meer, maar het laatste gewicht wordt hier gelegd in de schaal van het Woord!

Hulpmiddelen

Naast het gebed om de leiding van de Heilige Geest acht ik het van groot belang dat wij ons bedienen van hulpmiddelen die ons leiden kunnen tot dieper inzicht in de bedoeling van het geschrevene. Dan acht ik bijvoorbeeld de kanttekeningen van de Statenbijbel van zeer grote betekenis, waarbij tevens een goede gelegenheid gegeven wordt: Schrift met Schrift te vergelijken. Een goede bijbelverklaring kan zeer goede diensten bewijzen: Dachsel, M. Henry. Voor kinderen is het gebruik van een goede kinderbijbel zeer aan te bevelen: naast het gebruik van Gods Woord is het een zeer goed hulpmiddel ter verkrijging van goede kennis van Gods Woord.

Maar bij dit alles is het nodig gezamenlijk te luisteren naar wat de Heere zegt. De huisgodsdienstoefening zoals, vroeger gehouden, is van onschatbare betekenis. We onthouden onze gezinnen zoveel als we hierin in gebreke blijven!

Toen de Heere Mozes de wet der eerstgeborenen gaf, na de uitleiding uit Egypte zegt de Heere het volgende: „Wanneer het geschieden zal dat Uw zoon U morgen zal vragen, zeggende, Wat is dat? , zo zult ge tot hem zeggen, de Heere heeft ons door een sterke hand uit Egypte uit het diensthuis uitgevoerd. Want het geschiedde toen Farao zich verhardde ons te laten trekken, zo doodde de Heere alle eerstgeborenen in Egypteland van des mensen eerstgeborenen af tot de eerstgeborenen der beesten. Daarom offer ik de Heere de mannetjes van alles wat de baarmoeder opent, doch alle eerstgeborenen mijner zonen los ik".

Er moest dus onder 't Oude Verbond op uitdrukkelijk bevel des Heeren een gesprek gehouden worden, waarbij aan de jongeren de zin van een godsdienstig gebruik verklaard werd vanuit de grote daden Gods, waarop het betrekking had.

Zo behoren wij ook bezig te zijn in het gezin met het Woord Gods waarin de grote daden Gods van schepping, verlossing en herschepping van gevallen mensen verkondigd wordén en zo deze boodschap mee te geven aan het volgende geslacht. Zo vraagt de Heere van ons acht te geven op Zijn Woord!

De Heere schenke daarbij ons allen een plaats aan Jezus voeten evenals Maria, opdat het Woord ons persoonlijk tot voordeel zij!

Vlissingen - ds. H. Paul

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 augustus 1980

Daniel | 28 Pagina's

HOE LEZEN WE DE BIJBEL ?

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 augustus 1980

Daniel | 28 Pagina's