Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

ZENDINGSGEBIEDEN EN ZENDINGSVRAGEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

ZENDINGSGEBIEDEN EN ZENDINGSVRAGEN

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

De zendingsaktiviteit van onze gemeenten is bijna twintig jaar oud. Vele ouderen herinneren zich ongetwijfeld de uitzending van. de eerste zendingswerkers in de Ahoy-hal te Rotterdam. En sinds die belangrijke zendingsdag is de belangstelling voor de zending steeds meer toegenomen. En toch Toch blijft het nodig om voor het zendingswerk de aandacht te vragen. Ook de jonge generatie, die de eerste periode van het zendingswerk niet bewust beeft meegemaakt, dient betrokken te worden bij de zendingsroeping van de Kerk. Jonge mensen van vandaag zullen - als God het geeft - straks de zendingsfakkel verder moeten dragen. Om jullie gaat het vooral als we ons bezinnen op bijna twintig jaar zendingswerk.

De zendingsroeping verstaan

Vanaf het ontstaan van de Gereformeerde Gemeenten zijn diverse pogingen aangewend om tot daadwerkelijke zendingsarbeid te komen. Door de inspanning van ds. G. H. Kersten heeft een aantal van onze gemeenten reeds in de jaren 1908-1912 steun verleend aan de armeense zendingspredikant ds. David Jacob Benjamin. Helaas kwam aan de samenwerking met ds. Benjamin een eind toen deze predikant zich aansloot bij een lutherse zending. Telkens werden er weer pogingen ondernomen om tot zendingswerk te komen. Het duurde echter tot het begin van de zestiger jaren voordat het zover kwam. Onze gemeenten mogen thans op een viertal zendingsgebieden werkzaam zijn, waarvan ik een korte typering wil geven.

„Niet waar Christus verkondigd, werd" (Irian Jaya)

Op 15 februari 1962 wordt kandidaat Kuijt bevestigd tot predikant, 's Avonds doet hij intrede als missionair predikant van de gemeente Rotterdam-C en wordt hij uitgezonden naar Irian Jaya.

Ook het beginstadium, van het zendingswerk in dit vroegere Nederlandse rijksdeel een pionierskarakter zou dragen was toen reeds duidelijk. Ds. Kuijt zegt daarover: „Ik mocht geloven en was er innerlijk van overtuigd, dat ik het Evangelie moest gaan brengen aan mensen, die het nog nooit hebben gehoord, gegrond op Rom. 15, welke tekst tot me gesproken heeft: Niet waar Christus verkondigd werd, opdat ik ook niet zou bouwen op het fundament van een ander."

Een van de valleien in Irian Jaya die nog helemaal braak lag is de vallei van Abeneho, waar ds. Kuijt en zijn vrouw in oktober 1963 zijn heengegaan.

Sedert 1963 zijn er duizenden Jali's met Gods Woord in aanraking gekomen. Ondanks alle moeiten en teleurstellingen heeft de Heere dit werk in rijke mate willen zegenen.

In de distrikten Abeneho en Landikma zijn thans 15 gemeenten geïnstitueerd, die samen de klassis Yalimo vormen.

Ds. C. G. Vreugdenh.il is in het bijzonder belast met de opleiding van evangelisten en het kerkelijk opbouwwerk. Dit werk is vooral gericht op het zelfstandig maken van de jonge christelijke kerk die uit het zendingswerk ontstaan is.

Het Igedegebied (Nigeria)

In het Igede-gebied wonen naar schatting 80.000 a 100.000 Igeden in zeer primitieve omstandigheden.

Tot 1900 had de christelijke zending slechts weinig 'sukses onder deze mensen. Daarna kwam er een grote doorbraak. Met name de Rooms-Katholieke kerk maakte een snelle groei door. Toen de zending van de Gereformeerde Gemeenten in 1963 het medische zendingswerk en christelijk onderwijs ter hand nam, bleek een aanzienlijk percentage Igedes vast te houden aan de traditionele religie. Ondanks de grote uitbreiding van de kerk waren er nog heel wat dorpen „voaar Christus' naam niet genoemd werd".

Het grootste kerkgenootschap met de meeste invloed, de Methodistenkerk, heeft verspreid over geheel het Igedegebied zo'n 70 kerkjes. Naar schatting gaat ongeveer 10°/o van de Igedes regelmatig naar de kerk.

In de christelijke gemeente gaat het echter niet alleen om de kerkgang (hoe belangrijk ook) maar bovenal om de persoonlijke doorleving en levensheiliging vanuit Gods Woord.

Naast het medische werk in de kliniek Ikache en in de buitenposten is de zorg voor de weeskinderen ter hand genomen. Na verloop van tijd ontstond een weeshuis met een lagere school. In 1973 kwam een gebouw gereed, geschikt voor het verzorgen van ca 150 kinderen. De zorg voor de weeskinderen strekt zich ook uit over hun geestelijk welzijn. Getracht wordt om gevolg te geven aan de woorden van de Heere Jezus: „Laat de kinderen tot Mij komen en verhindert ze niet."

In 1966 werd in Obobu gestart met een landbouwbijbelschool, waar Igede-christenen worden toegerust tot evangelist om in de dorpen op eenvoudige wijze Gods Woord uit te kunnen dragen.

Het Izi-gebied (Nigeria)

In 1974 is de zending' van de Gereformeerde Gemeenten in het Izi-gebied in Nigeria aan het werk gegaan. Gedurende vier jaar heeft zendeling Coramelin met veel volharding de zaak van Gods Koninkrijk in Izi mogen dienen. Naast het werk op de Bijbellandbouwschool kon in dit gebied het gemeentewerk ter hand worden genomen. Geen enkele protestantse kerk werkte nog in dit gebied. De Izi's leefden nog geheel in hun primitieve godsdienst. In 1975 ontstond de eerste christelijke gemeente en momenteel zijn er verscheidene kerkjes in noordelijk Izi.

Door de komst van onze zendingspredikant ds. C. Sonnevelt, kan nu ook aandacht besteed worden aan de opbouw van het kerkelijk leven. Het medische zendingswerk heeft sedert de komt van dokter Scheer ook in Izi een belangrijke plaats gekregen in het geheel van zendingsaktiviteiten.

De Tswana's in Zuid-Afrika

De Tswana's vormen in Zuid-Afrika een bevolkingsgroep van 1.680.000 inwoners. Ruim één miljoen (65%) van hen woont in dorpen en steden in blank gebied. Ongeveer 600, 000 Tswana's wonen in het

thuisland1 Bophuthatswana, dat geografisch verspreid ligt in Transvaal en Kaapprovincie.

In het Tswana-gebied rond Sannieshof en Mefaking kon in 1973 het zendingswerk ter hand genomen worden. In Mareetsane werd een landbouwkoöperatie opgezet om-de mensen te helpen in hun strijd om het bestaan. Er is door dit landhouwwerk veel goodwill gekweekt voor het zendingswerk.

Het kerkelijke werk vraagt ook hier grote inzet van de zendingswerkers. Temidden van veel bijgeloof en synkretisme mag de verkondiging van Gods Woord vruchten dragen.

Er zijn enkele grotere gemeenten ontstaan (Mareetsane en Sethlagole) en een tiental kleinere gemeenten, waar evangelisten en ouderlingen het kerkelijk werk verrichten. De evangelisten zijn opgeleid aan de Bijbellandbouwschool.

Woordverkondiging en dienstbetoon in de zending

Het zal je duidelijk zijn dat er verschil is in de wijze waarop aan de diverse zendingstaken op de verschilende zen-dingsterreinen gestalte wordt gegeven. D eze verschillen zijn heel goed verklaarbaar als je bedenkt dat het zendingswerk in geheel verschillende situaties ter hand werd genomen. In Irian Jaya werd de zending gekonfronteerd met een situatie waarin nog nooit eerder enige zendingsarbeid verricht was. In Nigeria was reeds enige zendingsarbeid verricht, waardoor het kerkelijk werk niet zondermeer ter hand genomen kon worden. Vandaar dat hier onderwijs en medische zending de mogelijkheid openden om de weg te banen voor de evangelieverkondiging onder de Ibo's. Mede door deze zendingsarbeid kon op een later tijdstip onder de Izi's wel van meet af aan het kerkelijk werk een sterk aksent krijgen. In Zuid-Afrika kwam de zending weer in een andere beginsituatie terecht.

Deze ontwikkeling van de praktijk van het zendingswerk stelt ons echter wel voor de vraag naar de verhouding van Woordverkondiging en dienstbetoon in de zending.

Sociale aktie

In onze tijd wordt in de kerkelijke zendingsorganen sterk de nadruk gelegd op de sociale aktie. Onder invloed van de oecumenische beweging staat het „social gospel" centraal. In de praktijk betekent dit dat het zendingswerk opgaat in sociale bezigheden. Het Koninkrijk Gods krijgt in deze wereld gestalte in de realisering van onze daden van medemenselijkheid. Soms gaat dit zover dat steun aan bevrijdingsbewegingen als een opdracht van de zending gezien wordt. Het huidige eenzijdige aksent op de daad en het zendingswerk heeft mede aan invloed gewonnen omdat het daadgebeuren in de zending gemakkelijker te vertolken is in de zendende gemeenten en kerken. Daarbij heeft de zending in veel ontwikkelingslanden een goede naam verworven door sociale arbeid. Men waardeert nu eenmaal onderwijs, medische zorg en ontwikkelingspro jek ten meer dan de verkondiging van Gods Woord.

Geloofszendingen

Aan de andere kant zijn er ook geloofszendingen die sterk de nadruk leggen op de evangelieprediking. Extreem gesteld betekent dit dat een zendeling Gods Woord moet verkondigen en meer niet. Heeft de zending het Woord gebracht, dan is dat voldoende. Blijkens publikaties uit de kring van de geloofszendingen (verenigd in de Evangelische Zendingsalliantie) verandert deze visie enigszins.

Opmerkelijk is dat ook binnen de Gereformeerde kerk-vrijgemaakt de visie van d.e geloofszendingen veld wint. Drs. M. K. Drost, zendingslektor in Kampen,

is bijvoorbeeld van mening dat de Woordverkondiging de eerste en enige taak van de kerk is. De daad die op het zendingswerk verricht wordt behoort niet tot de ambtelijke opdracht van de kerk. De „diakonia" (dienst) aan de wereld is een christenplicht en wordt in deze kerken verricht door verenigingen als „De verre naasten".

Woord én daad

Bij de fundering van de zending in Schrift en belijdenis kan het niet anders dan dat we sterk de nadruk leggen op de Woordverkondiging. Christus heeft immers gezegd in Matth. 24: „Dit Evangelie des Koninkrijks moet gepredikt worden tot een getuigenis aller volken". De boodschap van genade moet bekend gemaakt, geproklameerd worden aan hen die verre zijn. Het eerste en voornaamste doel van het zendingswerk is de prediking van Gods Woord. Dat moeten we vasthouden, alle moderne zendingsopvattingen ten spijt.

Het Woord is als het ware het centrum maar daarom heen zien we onafscheidelijk het dienstbetoon. Dienstbetoon dat meer is dan een mogelijkheid om de harten bereikbaar te maken voor het brengen van de boodschap van het Evangelie. In het dienstbetoon gaat het ook om de opdracht van Christus om zieken te genezen, onderwijs te geven aan kinderen, en brood te geven waar honger is. We mogen Woord en daad nooit van elkaar losmaken. „Maken we het getuigenis van Christus los van het dienstbetoon, dan zijn we wijzer dan Christus Zelf, die Zijn daden paarde aan het getuigenis, als tekenen van Zijn volmacht en waarheid. Christus Zelf bewaarde het evenwicht tussen beide op volmaakte wijze. Hij ontfermde Zich zowel over de tijdelijke als over de geestelijke nood van Zijn medemens" (ds. C. G. Vreugdenhil).

Uit de wijze waarop aan het zendingswerk van de Gereformeerde Gemeenten gestalte wordt gegeven, blijkt de gerichtheid op de totale mens. De mens met zijn geestelijke én lichamelijke noden. Eén van de grote zendingsvragen van vandaag is ongetwijfeld tot hoever het dienstbetoon zich kan uitstrekken. Onze mogelijkheden zijn beperkt, terwijl juist op dit terrein de nood zo groot is. Als we de mensen in de zendingsgebieden willen helpen bij het zich verheffen uit hun primitieve bestaan zal dat grote offers vragen. Offers van onze gemeenten, omdat de Heere ons juist in deze gebieden een geopende deur heeft gegeven voor de verkondiging van Zijn Woord. Offers, ook van jou en van mij.

De onvoltooide taak van de zending

In deze bijdrage kan slechts summier op de zendingsvragen worden ingegaan. Toch hoop ik dat het een stimulans mag zijn voor jouw betrokkenheid bij het zendingswerk. De taak van de zending is immers nog niet voltooid. Zolang Koning Jezus niet wedergekomen is op de wolken des hemels, zal de bazuin van het Evangelie geblazen moeten worden. En dat zal niet tevergeefs gebeuren! Daar zorgt de Heere Zelf voor. Zolang de zon en de maan er zullen zijn zal Zijn Naam worden voortgeplant, van geslacht tot geslacht. De dichter van Psalm 72 zingt ervan: „En hij zal heersen van de zee tot aan de zee, en van de rivier tot aan de einden der aarde".

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 april 1981

Daniel | 28 Pagina's

ZENDINGSGEBIEDEN EN ZENDINGSVRAGEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 april 1981

Daniel | 28 Pagina's