Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

IN ANGST DER ZIEL OVER DE ZONDEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

IN ANGST DER ZIEL OVER DE ZONDEN

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

O Heer! mijn dorre ziel die schreit als Hagar's kind. Ik zoek, maar kan helaas, de troostbron nog niet vinden, De Satan poogt mijn ziel door wanhoop te verslinden, Help Jezus! eer zijn macht mijn krachten overwint.

Hebt Gij genade, o God! en deelt Gij die niet uit? Houdt Gij die voor de1 mens, Uw maaksel, opgesloten? Of zal mijn zondenschuld mij daarvan nu verstoten? Is 't deze Heer', die mij uit Uw genade sluit?

Gij immers hebt gezegd, gezworen met een eed, Zo waarlijk als ik leef, 'k wil dat geen zondaar sterve, Maar dat hij zich bekeer' en 't eeuwig leven erve, Wel Heer', neem mij dan aan, die 't zondigen is leed.

Heer’, zo Gij op de vraag naar Uw gerechtigheid Wil zoeken naar 't gewicht van onz' vervloekte zonden, Wie zal, als Belzazar, niet zijn te licht bevonden? Wien zal Uw vriend'lijk oog niet eeuwig zijn ontzeid?

Wend dan Uw aangezicht, van mijne zonden af, En laat Uw goeden Geest opnieuw weer in mij wonen, 'k Zal, Vader; als een kind, mij voorts gehoorzaam tonen. En maken mij niet meer zo schuldig aan Uw straf.

O God! wat is mij bang! 'k zie mijn onwaardigheid, 'k Ben als een dwaze maagd, in zondeslaap gevallen, Van tien geboden, Heer', heb ik niet één van allen Recht ongeschend bewaard, die is mij vloek bereid.

Gij trekt den huichelaar het valse mom-aanzicht af, Gij proeft mij 't, hart en nier, mijn denken, doen en pogen, Dat al O God! is niet verduisterd voor Uw ogen, Gij zwijgt en houdt U stil, maar slechts tot groter straf.

Zou ik o Jezus! dan nog treden aan Uw dis? Zou ik als Judas nog de hand ter schotel steken En grijpen naar de heet? O Heer'! Gij zoudt het wreken! Wijl zulk een aan Uw bloed en lijden 'schuldig is.

Nochtans, o grote God! schoon Uw gerechtigheid, Mij bliksemt voor het oog ter straffe van de zonden, Met schrikken evenwel blijft aan de hoop verbonden, Mits Uw barmhartigheid geen zondaar is ontzeid.

En als ik hierop zie, mijn ziele staat verbaasd, En is als radeloos, waarheen hij zich zal wenden, Gij straft zowel die 't Maal verzuimen als die 't schenden, En zijt tot toornen traag, maar tot vergeven haast.

Dies kom ik nog o Heer'! en leg U 't harte voor, Aanzie het grote God met ogen van genade, Het schreeuw gelijk een kind van angsten overladen, Om , 't water van Uw gunst, dus afgedwaald van 't spoor.

Zie Heer' een kind des doods, dat zelf zijn vonnis velt, Dat in zijn ziele voelt, een afgrond van misdaden, Dat smeekt U om pardon, om 't leven uit Genade, Ontferm, ontferm U Heer'! wijl 't hart in tranen smelt.

Is U de ziel te zwart? neemt Heer' een bysoprank, En doop z' in 't bloed Uws Zoons, dat zal ze witter wasen Als sneeuw of wolle fijn, en dan, dan zal 't mij passen, De kruimkens van Uw dis, te zamelen met dank.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 oktober 1981

Daniel | 28 Pagina's

IN ANGST DER ZIEL OVER DE ZONDEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 oktober 1981

Daniel | 28 Pagina's