Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

DIAKONAAT, DIENEN WAAR HULP NODIG IS

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

DIAKONAAT, DIENEN WAAR HULP NODIG IS

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Er heerst in deze wereld sinds de zondeval veel nood en ellende. Nood van allerlei aard: lichamelijk, geestelijk, maatschappelijk. Dat is geen nieuws. Iedereen kent voldoende voorbeelden in zijn onmiddellijke of iets wijdere omgeving. Daarnaast zijn we meer dan ooit op de hoogte van de nood in andere landen: hongersnood, oorlogsellende, rampen. In zo'n wereld leven we, in zo'n wereld leeft de kerk en heeft zij een roeping. Die roeping is van tweeërlei aard.

In de eerste plaats is dat de roeping om het evangelie te verkondigen, maar daar is onlosmakelijk ook aan verbonden de roeping om, waar mogelijk nood te lenigen. Over dit laatste gaat het in dit artikel.

Diakonia: dienen

Voor het lenigen van nood wordt in de Bijbel ook het woord dienen gebruikt. In het grieks van het Nieuwe Testament staat dan meestal het woord diakonia, waarvan de woorden diaken en diakonie vanaf geleid zijn. In de vier evangeliën wordt dit woord gebruikt in gevallen waarbij sprake is van dienen tijdens de maaltijden. Zo lezen we van de schoonmoeder van Petrus dat ze Jezus en Zijn discipelen diende, en van Martha dat ze druk bezig was met dienen. Voor de dienaren tijdens de bruiloft te Kana wordt eveneens het woord diaken gebruikt. Het gaat hierbij om de eenvoudige dienstverlening van een ondergeschikte aan een meerdere in verband met noodzakelijke levensbehoeften. De Heere Jezus Zelf geeft het woord diaken een nieuwe diepe inhoud. Hij karakteriseert er namelijk ook Zijn eigen werk mee als Hij zegt: „Ik ben gekomen in het midden van u als een die dient." Letterlijk staat er: als diaken. Het is dan ook vanzelfsprekend dat Hij van Zijn discipelen verwacht dat zij Hem' hierin zullen volgen. En het slaat niet alleen op de apostelen, maar op heel de kerk als Hij in hetzelfde verband (Joh. 13) zegt: „Want Ik heb u een voorbeeld nagelaten, opdat gelijkerwijs Ik u gedaan heb, gijlieden ook doet." Daarom geldt voor heel de kerk de .diakonale opdracht om in zelfverloochening bereid te zijn om anderen te helpen waar dit nodig is, ook in de stoffelijke en tijdelijke noden.

In het boek Handelingen wordt dit extra duidelijk. Gezien de inhoud die het woord diaken door de Heere Jezus Zelf gekregen heeft, is het niet verwonderlijk dat, wanneer er mensen nodig zijn om de behoeftigen in de gemeente aan de tafelen te dienen en onder hen de ontvangen goederen te verdelen, zij de naam: diaken krijgen. Al spoedig groeit dit uit tot een speciaal ambt dat in meerdere gemeenten een plaats krijgt.

Het diakonaat is niet beperkt tot liet diakenambt

Het is echter goed om te bedenken dat het bij het diakonaat niet in de eerste plaats om het ambt op zich gaat. Kort na de pinksterdag was er nog geen diakenambt, maar de kerk heeft haar diakonale roeping waarschijnlijk nooit zo goed beseft en uitgevoerd als toen. Daardoor kon Lukas over die tijd schrijven dat er niemand onder hen was die gebrek had en dat zij konden uitdelen „naar dat elk van node had”.

De gezindheid van de gemeente om nood gezamenlijk te willen dragen en om te helpen overal waar dat nodig is, is dus

het belangrijkste van het diakonaat. De diakenen dienen als ambtsdragers hierop toe te zien en er leiding aan te geven, maar behoeven dus niet alle diakonale arbeid zelf te doen. Verre van dat. Een gemeente waar het diakonale werk beperkt blijft tot de diakenen heeft van haar roeping weinig begrepen.

Het diakonaat in het Nieuwe Testament

In het Nieuwe Testament zien we het diakonaat op verschillende manieren aan de orde komen. De zorg voor de behoeftigen blijft niet beperkt tot de eigen gemeente. De gemeenten in Macedonië koliekteren voor de behoeftigen in Jeruzalem en worden daarvoor door Paulus tot voorbeeld gesteld.

In de gemeenten zelf vragen niet alleen stoffelijke — we zouden zeggen: financiële — noden de aandacht. Ook over de zorg voor zieken lezen we en daarbij krijgen de vrouwen een plaats in het diakonaat van de gemeente.

Het zou te ver voeren om alles wat in het Nieuwe Testament over het diakonaat geschreven wordt in dit artikel te. behandelen. Een ding is nog wel van belang en dat is dat bij het diakonaat de zorg niet in de eerste plaats gericht is op alle nood die er dn de wereld is, maar op de noden in de gemeente. Dat wil niet. zeggen dat de nood in de wereld buiten de gezichtskring blijft. Verre van dat. Paulus zegt: „Doet allen wel, maar meest aan de huisgenoten des geloofs." Bij de laatsten ligt dus het zwaartepunt. Bij het diakonaat gaat het evenals bij de andere ambten om .de opbouw van de gemeente. En een lichaam kan als geheel niet gezond zijn als de zieke of gewonde delen door de andere ledematen van zorg verotoken blijven.

Het diakonaat door de eeuwen heen

Door de eeuwen heen heeft de kerk besef gehad van haar diakonale roeping. Of zij het altijd voldoende gehad heeft en op de juiste wijze heeft uitgevoerd is een andere zaak.

Reeds spoedig na de eerste eeuwen krijgt het diakenambt een andere inhoud. De diaken wordt de assistent van de bisschop en is er bepaald niet in de eerste plaats voor de hulp aan noodlijdenden. Dit wordt in de Middeleeuwen door de monniken in de kloosters opgevangen. In de roomse kerk heeft ook thans het diakenambt nog een andere inhoud dan bij ons. Het diakenambt is daar een soort voorstadium van het priesterschap. In de grieks-orthodoxe kerk werd het bijbelse „dienen aan de tafels" steeds meer beperkt tot het assisteren bij de avondmaalstafel. Een diaken is daar thans .iemand die alleen een liturgische funktie heeft bij het zingen van bepaalde kerkliederen en gebeden.

Toen men in de Reformatie terugkeerde tot het „Sola Scriptura" kreeg daarbij ook het diakonaat weer duidelijk een plaats in het kerkelijk leven. Het is vooral Calvijn geweest die er weer op gewezen heeft dat de inhoud van het diakenambt hoort te zijn: dienstbetoon aan de arme en verdrukte leden van de gemeente.

Woord en daad

In het bevestigingsformulier voor ambtsdragers, dat uit de tijd van de Reformatie stamt, vinden we dit terug. Als over enkele weken op vele plaatsen in het land weer ambtsdragers bevestigd zullen worden, horen we het weer uit het bevestigingsformulier dat het voor de diakenen „zeer goed ds niet allen met uiterlijke gift, maar ook met troostelijke redenen uit het Woord van God aan de armen en ellendigen hulp te bewijzen.”

Twee dingen vallen hierin op. In de eerste plaats dat er zo'n sterke binding gelegd wordt tussen woord en daad. Tot de konkrete zorg dient ook het spreken van „troostelijke redenen”.

Hulpverlening waarin en

waarbij d.e boodschap van het evangelie niet doorklinkt, kan dan ook moeilijk als diakonaal werk worden aangeduid.

In kerkelijk Nederland wordt dat niet altijd meer beseft. Velen stellen tegenwoordig dat het wezenlijke van de kerk is dat zij er is voor de wereld. Dat de kerk haar roeping pas verstaat als zij zich ook volledig koncentreert op de noden in de wereld. Steun aan bevrijdingsbewegingen, antiracisme en het bewust maken van de mensen van deze wereldproblemen, wordt dan de inhoud van het diakonaat. Als wezenlijke nood van de mens wordt dan zijn maatschappelijke nood en niet zijn gescheiden zijn van God gezien. Een dergelijke visie op het diakonaat komen we echter in de Bijbel niet tegen.

Armen en ellendigen

Een tweede punt dat opvalt bij het lezen van de taak van de diakenen dn het bevestigingsformulier is, dat er gesproken wordt over zowel armen ak-ellendigen. In het vervolg van het formulier wordt de taak ten opzichte van de armen nog wat verder uitgediept, maar die ten opzichte van de ellendigen niet. Dat is begrijpelijk. Armoede kwam dn die tijd veel voor. Nu leven we (nog? ) in een welvaartstijd en armoede in de zin zoals die vroeger voorkwam, kennen we nauwelijks meer. Daar staat tegenover dat er nu misschien wel veel meer ellendigen zijn dan vroeger. En dat woord ellendigen mogen we dan vrij breed opvatten. In het verband waarin het gebruikt wordt, slaat het op allen in de gemeente die hulp nodig hebben. Dat kan dus slaan op hulp als gevolg van een lichamelijk of geestelijk gebrek. Kortom zorg voor de gehandicapten. Ze mogen niet aan hun lot overgelaten worden, maar hun nood dient een zorg voor de gemeente te zijn.

De Wijze waarop in die nood wordt voorzien, kan heel gevarieerd zijn. Maar zowel het instandhouden van een gezinsvervangend tehuis als een dienst voor doven behoren er toe.

Uiterlijke gift en troostelijke redenen

Maar er zijn nog vele andere ellendigen, die niet alleen uiterlijke gift, maar ook troostelijke redenen uit het Woord van God nodig hebben. Te denken valt dan aan alkohol-en drugsverslaafden, en aan allen die door wat voor oorzaak dan ook in sociale of psychische nood terechtgekomen zijn en op hulp van anderen zijn aangewezen. Meer dan ooit ligt ook op die gebieden een diakonale taak voor de kerk.

Er is ook buiten d.e kerk veel hulp aanwezig die verleend wordt dóór de overheid, vrijwilligersinstellingen e.d. En het is goed dat ook de overheid in deze haar taak verstaat. Toch is de verschuiving van veel hulpverlening vanuit de kerk naar de overheid een verarming en vaak zelfs niet zonder gevaar. Als een mens in nood slechts met uiterlijke gift en niet met, troostelijke redenen uit het Woord van God geholpen wordt, gaan we veelal aan zijn wezenlijke nood voorbij, of verergeren we die zelfs. Hoeveel jongeren met moeilijkheden zijn door zogenaamde alternatieve hulpverleners geestelijk van de wal in de sloot terecht gekomen! Daarom .is het goed dat ook in onze gemeenten het besef van de diakonale taak van d.e kerk leeft. Elders in dit. nummer vind' je daarvan de voorbeelden.

Diakonaal werk is dienend werk, dienend in dienst en in navolging van Hem., Wiens komst we in deze dagen weer herdenken. Hij kwam., niet om gediend te worden., maar om te dienen.

Dit artikel werd u aangeboden door: Jeugdbond Gereformeerde Gemeenten

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 december 1981

Daniel | 28 Pagina's

DIAKONAAT, DIENEN WAAR HULP NODIG IS

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 11 december 1981

Daniel | 28 Pagina's